HET
het houdt van verval, het trage ontbinden,
de graduele neergang van orde tot aarde,
water en slijm, het kleven van woorden
aan handen ontdaan van hun grip, vuur
dat vreet aan molm, gebinte van kerken,
donker gewemel diep in een crypte, barsten,
glasbreuk, stofwalmen, wormen, ratten, steenslag,
roest, gelig vet in de kromme hoek van het blad.
het is wat het is. vrees het en het laat de angsten spreken.
bemin het en het wordt verrijzenis. lees het, rol de steen
weg van het graf, en zie wat het deed:
“een vinger glipt uit haar mond, glijdt langs haar hals, volgt
het glooien langzaam tot de navel, stopt en tikt de knieën weg:
tikje links, takje rechts. het legt haar klaar voor davering.”.
invoertekst (2015) – invoertekst (2017) – uitvoer 2020, rev. dv@CIE