Categorieën
lyriek

journal intime #52

jt 52 – trace autonome de l’âme – RA TA TA TA TA

De ontologische Bildüngsdrang zat Klee – zoals zovele van zijn tijdgenoten – danig in de weg, want ondanks al die heerszuchtige projecties zit hij intuïtief toch vaak op het voor ons juiste spoor.

Als je de achterliggende ideologische motivatie uit Klee’s bekendste uitspraak haalt (‘Kunst geeft niet het zichtbare weer, maar maakt zichtbaar‘) dan is dat natuurlijk ook gewoon zo: het artistieke gekrabbel maakt evident ‘iets’ zichtbaar. Alleen zullen we niet in de Réquichot-val willen trappen om te willen gaan achterhalen wat dat ‘iets’ dan wel zou zijn, want dan kunnen we enkele uitkomen bij de fantasmen van de grafologie, die de lichtjes gerationaliseerde wanen van de innerlijk wereld relateert aan de lichtjes waanzinnige waarnemingen van de uiterlijke1De grafologie, zo zullen we later hopelijk nog kunnen bespreken, heeft trouwens net als de astrologie in de astronomie, in de grafonomie haar rigide wetenschappelijke tegenhanger, maar die is dan weer uiterst ontologisch-reïficerend blind voor de bruikbaarheid van de eigen waarnemingen van het ‘onvatbare’..


Niet dat ik de grafologie helemaal wil afschrijven, integendeel: ik wil dat nog onderzoeken want de kans is voor mij reëel dat er een functionele grond van waarheid zit in die para- of pseudo-wetenschappelijke discipline. Er zit immers in elk van dat soort ‘occulte’ dingen die momenteel veelal worden afgedaan als ‘dom bijgeloof’ een deel dat effectief wérkt. Telkens ik één van die terreinen onderzocht merkte ik een interne coherentie die middels analogieën wel degelijk een aanzienlijk verklaringspotentieel heeft.

Anders zouden al die zaken m.i. ook nooit hun populariteit/aanzien hebben kunnen verwerven. Al die zaken zomaar opzij schuiven lijkt mij louter het gevolg van de uiterst kortzichtige arrogantie van de levenden t.o.v. hun voorouders, of van de intellectuele elite t.o.v. ‘de massa’, en dat is in het Westen vooral, zo lijkt mij, een hardnekkige en beschamende kwaal.

Het zal zijn omdat ik zelf de zoon van een arbeider ben dat zulk een abjecte minachting van wat er leeft bij een grote meerderheid mij persoonlijk diep raakt. Daar mag wat mij betreft zo spoedig mogelijk paal en perk worden aan gesteld, het is absoluut onaanvaardbaar.

Hier moge ook duidelijk worden dat mijn verzinsels, het Neo-Kathedraalse denken van het Gebeuren een perfect complement zou kunnen vormen voor het wetenschappelijke discours. Want bij onze Gignomenologische benadering mag, moet en kan het gebeuren gewoon gebeuren en moeten de waarnemingen niet linea recta in de sowieso ideologisch verkleurde dwangbuis van een zingeving gestopt worden.

We stellen dus met Klee vast dat het loslaten van het schrift in een vrije oefening tot een expressie leidt van de ‘ziel’ (trace autonome de l’âme, dat zijn de woorden van Régine Bonnefoit [BONNEFOIT2013] ) .

Hoe klinkt dat in de louter functionele analyse van mijn gefantaseerde Gignomenologie? Voor mij is deze ‘expressie van de ziel’ een expressieve energetische flow die opwelt uit een gebeurlijk organisme en via de motorisch-cognitieve handelingen een visuele uitvoer geeft van gedurende langere tijd stabiele grafietsporen (aka ‘schrift’).

Weuh! U zei? Welja, en sorry, maar die ‘wetenschappelijk’ aandoende complexiteit in de beschrijving komt er enkel omdat je nou eenmaal exact wil zijn.

Maar, dat heb ik geleerd in mijn praktijk, het is veel eenvoudiger om wat je wil beschrijven gewoon te laten gebeuren in een geformaliseerde proefopstelling. Dan kan iedereen die er wat aan hebben kan, het zelf zien gebeuren en eventueel aanwenden in het eigen onderzoek. zonder publicatie, want het onderzoek ‘is’ de publicatie. Zo doe ik dat hier dus, met al mijn ‘programma’s’, al die uitleg zet geen zoden aan de dijk, ik toon gewoon de resultaten.

In zo’n proefopstelling (een mock-up, een schetsmatige simulatie van het eigenlijke gebeuren van een imaginair programma) ga je de verschillende fasen in het gebeuren zo goed mogelijk proberen te vatten in algoritmische stappen, waarbij je er op let dat het begeleidende algoritme enkel dwingend is waar dat voor de waarneembaarheid noodzakelijk is. Het is niet de bedoeling om de creativiteit te fnuiken door ze onnodige ‘regels’ op te leggen. Bij het opstellen van dat soort ‘natuurlijke algoritmes’ is het vooral ook zaak om niet te willen invullen wat je niet weet of weten kan, zo weinig mogelijk proberen te vatten, want als je iets kan begrijpen in een gebeuren is het al geen gebeuren meer.

Ha maar wat heb je daar dan aan, als je niet eens begrijpt wat er gebeurt? Ah, wel als het werkt dan werkt het, en als het werkt dan is’t goed want dan kunnen we er verder mee.

Verder naar waar ? Boh, geen idee, dat zien we dan wel , toch? Jamaar en de auteur dan? Tja, als het ‘gebeurlijk organisme’ zich amuseren kan in de proefopstelling is iedereen content, dus zorgen we er gewoon voor dat zulks het geval kan zijn, niet voor 1 uitverkoren ‘genie’ maar voor elk ‘gebeurlijk organisme’, want is niet elke vorm van expressie even broodnodig voor elk exemplaar van het organisme in kwestie? Vragen we niet allen in dezelfde volslagen onmachtige mate om de levensnoodzakelijke expressie van onze zielen en de appreciatie van de ander daarvan?

rev. dv@CIO



over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

bibliografie journal intime

ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8

ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956

BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0

BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995

BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2

CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF

CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2

CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné)

FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989

GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.

KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014

MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8

MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8

MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6

OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4

REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002

VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957

VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Noten[+]

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.