Categorieën
journal intime

journal intime #48

jt#48 – l’ art s’impose à l’ oeil – TAI TA PÁ TA

In zijn composities neemt Klee het oog van de toeschouwer mee op een wandeling. Want waarnemen is voor hem een proces dat verloopt in de tijd, het oog tast af, men ziet niet iets, men leest iets, zodat het in het bewustzijn kan gezien worden. Kijken is de constructie van het beeld.

In zijn visie wordt de toeschouwer echter enkel getolereerd, er kan nergens sprake zijn van enige actieve betrokkenheid, laat staan mede-creatie zoals bij het Asemische Schrift in haar ‘open’ varianten. [voorbeeld nodig].


De waarneming is voor Klee een toe-eigeningsproces, net als voor Réquichot die de bergen en de zeeën wil signeren om ze zodoende welhaast in te lijven, te incorporeren, want zijn signeren is een lijflijke toe-eigening van het beschreven vlak, een snee, een penetratie, een verschil dat het verschil maakt: betekenis.

De Kunst wordt zo een fallocratisch dictaat van de visie van de Kunstenaar, die de natuur tot zich heeft genomen en haar nu deelt met de lezer/kijker, de hypocriet, son semblable, die dan ook gretig meegaapt met een erg mannelijke blik.
Rodin die neerkijkt op ‘zijn’ naakten.

Het Publiek is in die houding de laffe massa die door het genie onderwezen dient te worden in ‘Park Slope‘, het product ‘Natuur’ waar zelfs de volle maan haar vaste stekje heeft, netjes zich spiegelend in de vijver.

Verboden het gras te betreden.

Het Modernisme heeft geen plaats voor een actieve Lezer, een kijker die mede-creator is, zoals dat uitdrukkelijk wel het geval is in de Asemische praktijk. Van de hand van de Schilder vloeit het Dictaat van de Logos, het Zijn en de Dingen: het is altijd zijn Ding dat wordt afgebeeld.


Maar anders dan bij Réquichot is er bij Klee nog sprake van intellectualistische en esthetiserende verhulling van de geënsceneerde publieksfornicatie. Klee is nog de potente verleider, en hij verkoopt dan ook tot vandaag dat het een lieve lust is. Réquichot is eerder al de zielige masturbator die zich schaamt voor zijn hoogst-individuele expressie, die al geen expressie meer is van zijn bewuste ‘ik’, maar een machteloze uitloop van zijn ‘essentie’: een louter lichamelijk gebeuren, waarin zijn ego leegloopt zonder een climax te bereiken.

De ‘angoisse’ van het ik wordt bij Réquichot zodanig ten top gedreven dat het geen ‘ik’ meer is, maar een ‘het’ dat gebeurt. De wandelaar in het park is een obscene lokker geworden die een toeschouwer nodig heeft om zichzelf te kunnen zien gebeuren.

Het publiek keert zich mettertijd dan ook walgend af van deze Kunst die haar eerst verleidde en verkrachte, haar dan poogde te indoctrineren en nu haar wil lokken met zielige, obscene vertoningen. De massa wordt mondig en spuwt. De nieuwe creatieve helden worden kevers, nimfen en grootogige loebassen met schokkende pelvissen.

Maar elk eindpunt is een beginpunt, en wat Réquichot achterlaat bij zijn suicide is de potentie van het Schrift van het Echte. Het valt nog te bezien wat daarmee gedaan kan worden, en vooral: door wie. want de ideologie van Joseph Beuys, ‘iedereen is Kunstenaar’ was misschien geen ideologie, maar eerder een beschrijving van wat er zat aan te komen, wat er nu aan het gebeuren is. Waar gaat dat eindigen, denkt men dan bij de elite, en men verstopt zich diep in de bouwvallige enclave van het Auteursrot waar ons nog ons kent. De fermettekunst tiert welig, de Keerbergse junkiepowezie slaat wild om zich heen.


Het publiek is ondertussen al mijlenver verwijderd van deze wegkwijnende, bedreigde Kunstenaarssoort. Men zingt uiteraard veel liever mee ‘Bei mir bist du schoen’ met het idool waarbij men ‘zichzelf’ kan zijn. En bijna 100 jaar later stuurt Bob Dylan zijn kat naar de uitreiking van de Nobelprijs voor Literatuur.

De techniek staat voortaan niet meer in dienst van de Kunstenaar maar ontwikkelt zich autonoom om de interactie van het auteursproduct met het publieksobject zo optimaal mogelijk te laten verlopen.

‘Goed’ is de boodschap die rendeert, ‘mooi’ is wat verkoopt, en laat die theoretici verder maar lallen.
Zo trok onze huidige cultuurindustrie zich op gang, de neo-liberale middenstand regeert erover en ontdekt uiteindelijk dat de auteur overbodig is, een verwaarloosbare lastpost. Het publiek kan immers zichzelf nog het best laten exploiteren, geef het wat het wil en het komt goed. Bergaf bolt alles beter.

En toen was er het virus.
En het virus veranderde niets.

rev. dv@CIS

over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

bibliografie journal intime

ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8

ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956

BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0

BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995

BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2

CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF

CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2

CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné)

FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989

GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.

KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014

MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8

MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8

MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6

OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4

REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002

VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957

VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.