Met het ene roze handje in de heup
en het andere hoog alsof
er in de haar omringende ruimte
een belangwekkende scheidslijn
viel waar te nemen,
in een niet aflatende poging
om het halsstarrig fluitende herdertje
van zijn berg neder te laten dalen,
draait,
op vastgestelde stonden,
in schokjes de herderin
weg en weg
van de noodzaak om haar beweging
te moeten aanzien.
De herdershond,
met ere arm aan pootjes
maar zichtbaar gammel op zijn sokkel toch
blijft als een hond
vloeiend glijdende rondjes
rond haar doen.
Van het vlugge oordeel
over de gewichtigste zaken,
verlos ons heer.
inputtekst (2017)
>2000 uit ‘123 Manieren om Herakleitos te lezen’