II
ik ben het nu, ik ben het hier
het is de dode, de blinde,
de schaduw van het zwijgen
in het luchtledige
in het beweegt het
het kruipt onder de slechtende roede
kleine gewervelde dieren, aas, afval
infecties, gewemel, het wroeten in het bolwerk
de container waar de stank walmt van het verleden
dezelfde vergasten die nu verzuipen
dezelfde gekeelden die rond u kreperen
dezelfde weigering spreekt in uw ogen
dezelfde weigering barst uit uw gelaat als reine, zwarte haat
ziet, Julia,
de meikever komt
union match ignite
glas in de arm,
het gutst het
het zwart
het geel
het rood
het zwart
het geel
het rood
botten boten boterham
(lo ki koei)
motten moten motoren
(lo ki soot)
koppen kopen koperen
(taaiger taaiger)
potten poten potelen
(beurning braait)
dans la forêt de la nuit
’the fox condemns the trap, not himself’
uw trots is uw rots
uw rots wordt uw lava
lava schrijft java
al het denkbare is een beeld van het ware
en het beeld
beweegt
ik zeg het
en
het
gutst.