<- 3/01/2019 – dagboek data – 5/01/2019 ->
zal ik jou al schrijvende ter hand nemen? ik bedoel: letterlijk jouw lichaam hier in het geschrevene opwekken, het rillende voor ieders ogen vanuit de dansende tekens laten verschijnen? een hoopje kleumen is het dat hier ligt, een wonder vol in haar ontwikkeling maar naakt en teer, en bevende als een vogeltje dat net, misschien, in volle vlucht een raam vond op haar door weer en wind woelig geworden weg.
zal ik jou vervolgens van het blad nemen, jouw hulpeloosheid uit het wit plukken van dit al te kille scherm? zal ik mijn linkerhand uitreikende ontsluiten en jou in de weeë warmte van mijn palm te rusten leggen, troosten en verzorgen? Ik streel je zachtjes met de vingers die nu typen, ik hoor je zuchten al, jouw holle kreunen van tevredenheid.
word ik jouw god dan als ik jou die in mijn schrijven trilt, aanbid? je strekt je uit in mijn hand en het strelen wordt allengs een wrijven van genot. voel je het gieren door jouw lijfje als ik mijn schreeuwen van verlatenheid en angst doorheen jouw openstaande holten richt?
wil zo niet uitgaan in het mijne, liefste, wil zo niet doven in dit ene dat slechts beklemming is van het onmetelijke. dit, een hand?
spreek en leef, heb lief en volg zelf zingende de stem die zich al schrijvende in dit heelal bevrijdt…