haat doorboort. haat bakt. niets ontsnapt.
een barbecue op het strand is altijd een succes
op het rooster is de offerande
hard en zwaar en heet aan je vingers,
de breinaald peilt en prikt, je liet mij rijgen
aan een spit, je haalde draden aan en bond
mijn hals toe en mijn anus. nu kan je pronken. mijn vel
is goud en knisperig, voorwerp van bewondering.
in mijn leegte kookt verlangen vet, in mijn navel
pruttelt het. verheerlijking.
voor ieder wat. alleen dat ene deel, dat wil je niet.
een meeuw spreidt hoog zijn wieken uit
en krijst: één is het ware, het weten
dat alles alles met eenvoud bestiert.