dit is nog maar een begin.
de herfst zat in de lente. we hebben het toevallig
ontdekt: bloot in de borst, afvalligheid in het fatsoen,
een scheut vodka bij het sap van niets en nergens.
wind in de scheurzeilen
erroll flyn daalt neer, de zelfbevlekking is gigantisch.
je armen hou je in een handomdraai, je ogen duiken
onder. de vijver spoelt de vijver weg. zweren
moet je eren met wat nieuwe huid erop,
herhaalvel spant het vel op:
‘ik hou van jou, sterven is een spel, je leert het wel’.
de slang van het verlangen kronkelt rond het verlangen en in het midden
verhul je wat je zelf van jou niet weten mag, jouw droom is de tempel, tepel
van je daden, een top heiligdom waar het ook lekker hol is,
waar het om zichzelf lacht.
en nu het wintert, staat overal in ons
de dood in volle bloei
inputtekst : 14/06/2009