in ’t donker dal
het licht valt diep
door ’t bladerdek
de witte vogel fladdert weg
de gorzen en de rallen
en de schrille karekieten
zingen bij de rotte stam
in ’t donker dal
het licht valt diep
door ’t bladerdek
wij zwoegen hier en zingen
zweten bij de rotte stam
wij zwoegen hier en zingen luid:
op schorsen slaan en stengels splijten
niemand heeft een beter kleed
alle naden soepel slijten
niemand heeft een beter kleed
witte vogel, witte vogel
vlieg en zoek mijn Minnelief
zeg haar dat ik bij haar kom
op schorsen slaan en stengels splijten
niemand heeft een beter kleed
alle naden soepel slijten
niemand heeft een beter kleed
in ’t donker dal
het licht valt diep
door ’t bladerdek
de witte vogel fladdert weg