Niemand had dit loon. Het werd hen,
de toegewijden, trouw toegediend :
de blonde haren die vergelend sluik
haar ogen derfden, haar mondje droevig
vol verwondering en hij, vergeefs nogal
en droog des ochtends als doordrenkt
papier van kranten de tafelen opgedrukt.
Merz. Steeds vaker en dieper dan ooit
stootte de gedachte door : het was
als niemand dat hij waarlijk telde.
uit ‘Spelen dat het Donker Wordt’ (1995-1999/ rev. 2018-2019)
dv 2018 – “Kommerz – a tribute to Kurt Schwitters” – A4 –