ik verzocht, omdat de wiek en olie op
zijn en toegevroren de hartskanalen
mijn misnoegd hart content te zijn
om schoonheid bij een beeld te halen
in brons of dat glorieus uit marmer komt,
komt, maar als wij weg zijn, weg is weer en
die om d’eenzaamheid niet geeft veel meer
dan een verschijning. o hart, wij zijn oud;
’t levend schone is aan ’t jonger volk:
wij kunnen al die tranen niet betalen.
vrij naar’The Living Beauty’ van William Butler Yeats
The Living Beauty I bade, because the wick and oil are spent And frozen are the channels of the blood, My discontented heart to draw content From beauty that is cast out of a mould In bronze, or that in dazzling marble appears, Appears, but when we have gone is gone again, Being more indifferent to our solitude Than 'twere an apparition. O heart, we are old; The living beauty is for younger men: We cannot pay its tribute of wild tears.