o is onrust
is
het naderen het vragen
in je zwartleren jekker
met je donkerrode spitsruitentrui
in het kanaal drijven de vleeslappen grijs
prondels tussen de zogklamp
deze arm (neem een arm)
deze hand (neem een hand)
die je de mist aandraagt, in je haar
opdrijft het gefonkel
in straatlamplicht, jij
waar er op hetzelfde ogenblik (negen ballonnen in de wind)
indien de klant met betrekking tot de uitvoering (guur & donker)
de prijs is jou
het gezicht ingegroeid, de scherven
lachen jouw lach stuk, uit jouw mond
sijpelt een kaduke tong
productie productie productie
op elke derde toon een ik
het einde nadert het einde van de aanvankelijke duur
je schoen op je neus, je neus blinkt, scheurt op het beton
het wrede ik het wrede dwars door de scherven
o speklagen wit, wit, rood, zwart
onder de maan schuift langzaam je lijk
flitst witte schittering
watert
zwart
zw
t
o