men danst wel heftig hier
en al de fut is uit de lier!
maankop flakkert op de pier
schelvis spartelt van plezier
tongen gutsen uit de gaten
grijze schol is kale graten
bot gevangen rot gelaten
de vangst is vis maar vol hiaten
zie een tel vertier verglijden
druppelt mauve in de dode zee
wormen kruipen uit de meiden
lijken kotsen lijven in de plee
wit druipt glimmend van een kin
het wil als kind een nieuw begin
maar dan vertrekt alweer de boot:
‘van ons gaat niemand ooit nog dood’.