III
plof
ploft een dikke druppel ons
in het stof
zie mij retourneren heur glanshaar
zie mij defeceren de sintels tegoed
jij straalt in mijn oog, daalt in strepen
jij verdraait het maagslijm neerwaarts
naar de dwingende darmdwang
astraal kanaal
je sterrenbek opengesperd
met druipende kwijlnevelvingers
prijs ons want wij
wij hebben de gave gevonden, heer:
raak mij maar roekoe roekoe
raak de rafelige randen
van het gat in mijn bloedende gaten
wij waren samen ooit en dronken
bier en onze toekomst op een terras