Het appartement heeft geen vensters, maar de muur naar het oosten is een vierkant van glas. Geen tussenmuurtjes, geen kamers, niet moeilijk doen. Hou het eenvoudig : de deur centraal in het westen, rechts daarvan het bed, links de zetel gericht naar het wereldscherm.
Voedselvoorziening & reinigingscabine in de noordelijke wand ingebouwd. Werkblad zuidelijk. Het geheel is een balk van 5 hoog, 5 breed, 7 diep, gericht naar het oosten. Afstand doet er niet toe, de verhoudingen dienen te kloppen. De deur is een deur die niet opengaat.
Geen kleuren, dat is overbodig. Alles is wit. Door de glazen wand zie je ‘s nachts de sterren & wolken & ‘s ochtends de zon : kleur zat. Binnen is het wit, met de schaduw van iets wit op wit, je huid in een wit uniform. Staar in de spiegel, kijk naar je iris : wat zit je te zeuren om kleur ? De grond kan je niet zien door het glas, sporen van andere bouwwerken daaarop evenmin. Daarvoor is het hier te hoog. Sterren, wolken, zon : niets anders dan dat. Zijn er nog vogels, of is dit ook voor hen te hoog ?
Zwijg. Hou je koest. Beperk je tot het nodige. Zet je neer. Adem in, adem uit.
Links : spreid je vingers, leg je hand op het voelvlak, denk aan niets. Rechts : draai je hand om, beweeg de rug over de rand van het werkvlak, denk start. Floep. Haar stem in je hoofd. Haar lach op het scherm. Luister. Hou van haar stem. Bevestig ontvangst van de taak. Uitvoeren.
Wat is er met de maan gebeurd ?