Onrust
De aarde blaast kattig, het water wil aftochten.
Vuur verklaart stormachtig het sterven
aan het blauwzwarte uiteinde van windstoten.
Bloedrood de wolken trekken zich in afschuw
van het ondermaanse af. De hemelbesmeurde
schuift nerveus met haar dreigende limousines
op de straat onderaan. Het duister donkert nog,
het woelen wakkert verder het woelen aan.
Het iets dat te gebeuren staat, klimt
hoog ter beurs. De onrust wordt
mondig.