VIERING
i.m. Julien Vekemans (26/06/1940-09/11/2007)
nu goed en have te lande vervallen is en de wereld
door na-ijver verminkt en vergruisd wordt door hen
die gij diende, louter hun futiele krampkracht ter wille,
nu het gedane u in al het gedane ontkent en uw liefde
verdwenen is en verdwijnt in het gemis,
nu gij staat als een verlaten huis, wijl uw stem
verscheurd wordt in de wrokkige stilte
van de wormstekige woorden en gij ons genadig
nog in uw koude onze dood te sterven houdt,
nu plukt mijn blik een laatste blad af van de takken,
nu weiger ik de wapens van de angst,
nu vier ik onze ondergang.
want in het wijken weet gij licht dat lacht om ons en al
geeft het geen verblijf of heeft het niets als naam
gij kent met ons alleen dat wijken, dit echte
hier, dit gladde, affe graf, en daaromtrent
het volle rotten, de woekering rondom.
want door de doem, doorheen de witte weigering,
de woede van afbraak en winter,
breekt elke lente weer de botte
kracht lyriek, de ontluikende onmacht,
het geweld van de vertedering.
dv 2008 – 2017