De NKdeE hanteert een verruimde subject/objectverhouding in haar conceptuele ruimte. Hierbij een diagrammatische voorstelling daarvan vanuit een subjectief perspectief. Een diagram is een model van de werking (‘mock up’) van een (filosofisch) programma werkzaam in het Deiktisch Oponthoud, een soort zandbak van het ‘echte’ binnen de Kathedraal. Alle termen (‘subject, ‘object’, ’traject’ etc. ) zijn aanduidingen van functies in zulk een programma, m.a.w. het zijn geen ‘dingen’ die ‘bestaan’. De ontologie van de Kathedraal is de zin ‘Zijn is een hulpwerkwoord’.
“All metaphysical theories which admit a disjunction between the component elements of individual experience on the one hand, and on the other hand the component elements of the external world, must inevitably run into difficulties over the truth and falsehood of propositions, and over the grounds for judgment. The former difficulty is metaphysical, the latter epistemological. But all difficulties as to first principles are only camouflaged metaphysical difficulties. Thus the epistemological difficulty is only solvable by an appeal to ontology”
(Whitehead, Process and Reality p. 189).
Het weze duidelijk dat de Kathedraal de kritiek van Whitehead op Descartes wil radicaliseren. Whitehead plaats god als ontologisch sluitstuk op een technologisch apparaat. De Kathedraal erkent geen Zijn als dusdanig, dus enkel de filosofische techniek blijft over, een techniek die meer en meer geactualiseerd, gerealiseerd wordt in de hedendaagse informatietechnologie die in de transitie zit naar een bewustzijnstechnologie. In die technologie is er geen nood aan het Zijn. Of er daar nog nood is aan iets humaans zoals wij het als humaan (h)erkennen valt nog te bezien, maar onze illusie van het Zijn is alleszins volstrekt overbodig.
Bij de aanmaak van een alternatief bewustzijn is het ontbreken van die zijnsnoodzaak een deel van wat er onder ‘anders’ valt. In het Nederlands spreken we in deze context beter van ‘bewustheid’.