[De links naar het WNT online in deze tekst werken enkel als u zich geregistreerd hebt als gebruiker daarvan en als u op de applicatie ingelogd bent op deze computer]
Hawaar gij nederzijdse kettermeester
die op de havezate van gestookte heretiekers
legt uw gore ondergrauw van ’t babels wrochtsel
hier hebt ge nog wat zomp’ hernuttertjes,
zo moogt gij vretend onder d’heren
vrolijk & voos te weepstaarten komen.
Maar hou toch in uw schompermuil
de weepsche kwijl van uw gezangen
& berg uw stinkend vel in uw kombaars
want waar ons allen in uw walm gevangen
de gal & ’t zuur de mond instijgt, daar
vergiftigt uw gezang pas echt ons ´t levenssap
& gaan wij naar de ondervoolse puf verlangen.
dv 2008 – geschreven met behulp van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), ons aller “Nederlandsch Taalmuseum”
‘”heretieker” is nog nooit Nederlands geweest, dat was een beetje een instinker.
Ik weet het: dit gedicht lijkt nogal lang als epigram, maar de epigrammen van Huygens of Ausonius waren ook niet altijd even bondig. De links in de tekst zijn naar de online versie van het WNT. U kan gratis gebruik maken van het WNT als u zich effie registreert als gebruiker op http://gtb.inl.nl/?owner=WNT. Zoek dan eventueel ook ’s ‘piekedeniezen’ op, dat vond ik wel een mooie …
& Mocht u niet weten wat dat WNT eigenlijk is: ik citeer hier graag uit de Inleiding op de cd-rom versie door P.G.J van Sterkenburg:
Twee oud-redacteuren vatten de maatschappelijke betekenis van het Woordenboek kort en bondig als volgt samen: “De maatschappelijke betekenis van het WNT berust op het feit dat het de enige instelling in het Nederlandse taalgebied is waar op een wetenschappelijke, niet-commerciële manier aan de lexicografie van de Nederlandse cultuurtaal wordt gedaan. De maatschappelijke relevantie van de lexicografie als zodanig behoeft geen betoog: zowel voor de vergemakkelijking van de communicatie tussen de leden van een taalgemeenschap als voor de verspreiding van taalkennis en taalnormen zijn woordenboeken een onmisbaar hulpmiddel. In dit verband is de grote waarde van het WNT, ten eerste, dat het los van commerciële beperkingen en in tegenstelling met de commerciële lexicografische ondernemingen een uitgebreide materiaalverzameling te zijner beschikking heeft, en ten tweede dat het dit materiaal (de kwalitatieve basis van alle woordenboekarbeid) los van economische overwegingen met wetenschappelijke grondigheid kan bewerken. Op deze manier heeft het WNT zich ontwikkeld tot het kwalitatieve hoogtepunt van de Nederlandse lexicografie, én tot het “moederwoordenboek” waar de commerciële woordenboeken van het Nederlands bij voortduring uit putten” (Geeraerts en Janssens 1986: 75-76).
Fijn dat dit onderdeel van de “Geïntegreerde TaalBank” er al is. Nu nog die paswoordendrempel weg en van de “Bank” een echte, geheel open web-API maken, & we hebben onze moedertaal helemaal terug waar die thuishoort: bij haar gebruikers.