voor N.L.
Jouw ogen zijdelings die in mijn blik
ontloken tot herhaalde schoonheidsschicht;
jouw zijden glans, daarin ontwaarde ik
mijzelf, ontwaarde pasmunt in uw licht.
Tot niets verdween ik daar, in jouw gezicht.
Mijn tranen troosten nu geen bitterheid:
jij bent het diepste leed dat ik belijd
en de wanhoop waarin ik nu verkeer
verzamelt pijn en nijd en eenzaamheid,
vernietigt straks de hoop op wederkeer.