Vertaling van de eerste 25 embleemtitels en de bijhorende spreuken in de Délie van Maurice Scève met telkens een link naar het originele embleem (Stanford’s Renaissance Body Project):
http://cgi.stanford.edu/~dept-fren-ital/rbp/?q=node/181
- De Vrouw en de Eenhoorn – Om haar te zien verlies ik ’t leven
- De Maan tussen twee halve manen (“croiscentz”) – Tussen allen één perfecte
- De Lamp en het Idool – Om jou te bewonderen leef ik
- De Man en het Rund – Hoe meer zij mij aantrekt, hoe meer ik word meegesleurd
- De Lantaarn – Verbergen kan ik haar niet meer
- De Kaars en de Zon – Aan ieder licht aan mij de schaduwen
- Narcissus – Genoeg sterven er die vergeefs liefhebben
- De Vrouw die verdeelt – Na lange arbeid een einde
- Het Schild – Mijn sterkte schaadt mij
- Twee Runderen aan de Ploeg – Zacht is de pijn in gezelschap (die begeleid wordt)
- De Phoenix – Van dood naar leven (‘a vis’ is ook avis=raad)
- De vogel aan de (lijm)stok – Waar men het minste vreest wordt men het meest genomen
- Dido op de brandstapel – Zacht is de dood die mij van de rouw bevrijdt
- De Toren van Babel – Tegen de Hemel vermag niets
- De Windhaan – Duizend omwentelingen hebben mij niets doen bewegen
- De Zonnebloem – Naar alle plaatsen volg ik jou
- De Klimop en de Vestingsmuur – Om lief te hebben zijn ondergang lijden
- Het Hert – Mijn dood ontvluchtend versnel ik het einde
- Acteoon – Het noodlot achtervolgt mij met mijn geliefden (de mijnen)
- Orfeus – Aan ieder plezier en aan mij niets
- De Basilisk en de Spiegel – Mijn aanblik dood mij door jou
- De Boot met de gebroken Riemen – Mijn krachten nemen dag na dag af
- De Alambiek (distilleerkolf) – Mijn tranen verraden mijn vuur
- De Bijl en de Boom – Jouw schadende schaad ik mij
- De Stoel en de twee mannen – Makkelijk te bedriegen is de zelfverzekerde