IN DE NACHT
In de nacht
In de nacht
Ben ik verenigd met de nacht
Met de nacht zonder grenzen
Met de nacht.
Mijn, mooi, mijn.
Nacht
Nacht van geboorte
Die mij vult met mijn schreeuw
Met mijn oren.
Jij die mij overwoekert
Die golven maakt golven
Die overal golven maakt
En rookt, die heel dicht is
Die loeit
Die nacht is.
Nacht die plat ligt, onverzoenlijke nacht
En zijn fanfare, en zijn strand
Zijn hoge strand, zijn strand overal
Zijn strand drinkt, zijn gewicht is koning, en alles plooit onder hem
Onder hem, slechts een draad als houvast
Onder de nacht
De Nacht.
DANS LA NUIT
Dans la nuit
Dans la nuit
Je me suis uni à la nuit
A la nuit sans limites
A la nuit.
Mienne, belle, mienne.
Nuit
Nuit de naissance
Qui m’emplit de mon cri
De mes épis.
Toi qui m’envahis
Qui fais houle houle
Qui fais houle tout autour
Et fumes, es fort dense
Et mugis
Es la nuit.
Nuit qui gît, nuit implacable,
Et sa fanfare, et sa plage
Sa plage en haut, sa plage partout,
Sa plage boit, son boids est roi, et tout ploie sous lui
Sous lui, sous plus ténu qu’un fil
Sous la nuit
La Nuit.