Wij zijn gevangen in een grote lus
& Alles loopt in alles dood & rot
& Elke dag versmalt het tot de kus
Die ooit een dwaas (men noemt hem nu nog god)
Het Niets de mond opdrukte als gebod.
Ongenadig haalt de tijd de banden aan
Wij zien de cirkel zwart al om ons staan,
Er is geen hoop, we kunnen nergens in,
We zijn ook zelf de oorzaak van vergaan
& Na het einde is er nergens nog begin.
noot: LYLIA, een reeks van 449 dizains is een hedendaagse herschikking van de Délie van Maurice Scève, een werk, verschenen in 1544, dat op haar beurt veelvuldig verwijst naar de 366 canzioniere (del vario stile) van Francesco Petrarca’s grote Liedboek. Een dizain, in de strikte vorm die Scève (en ook ik nu) hanteerde, bestaat uit tien verzen van tien lettergrepen in een vast rijmschema (ababbccdcd)