Het vlak ligt op de xy-as, de z-waarden zijn immers verwaarloosbaar. Het pad (dit wegeltje) doet zich voor als een rechte tussen het achterliggende A en het zich, naar u aanneemt, in de verte voor u bevindende B.
Een drietal graden rechts van B verheft zich een grillige berg. De berg weet van geen wijken, zo men hem al naderen kán, in het verloop is enig verschil onmerkbaar. Verwaarloosbaar.
Het falen van het geheugen bij gebrek aan gebeurtenis.
U weet het al: de blakende zon. Het blauw van de hemel is dreigend, er gaapt ruimte op u neder met een banaliteit die u enkel na het woord enkele malen bij uzelf herhaald te hebben ‘buitenaards’ kan noemen. Wedergeboorte van het buitenaardse.
Van A herinnert u zich niets meer, B is een veronderstelling.
Het zand is mul, het pad is ooit verhard door een fragiel soort kiezelslag, waardoor het ook nu nog wel enigszins beter begaanbaar is dan de open vlakte.
Enige tijd geleden was er het restant van een door de bliksem getroffen boom. Van de stam stond nog iets overeind, takken en bladeren waren tot een rossige plek rond het zwarte uitsteeksel vergaan.
Als u zich de ogen sluit valt de zonnecirkel nagenoeg samen met de rossige plek die over de binnenkant van je oogleden schuift.
Het pad lijnt zich af door een absoluut gebrek aan begroeiing, daar waar de vlakte eromheen her en der een minimale begroeiing vertoont.
Soms: twee vogels, links, ter hoogte van de bergtop, die van elkaar wegvliegen, samenkomen, wegvliegen.
Wilt u het vlak “Eeuwigheid” laden? (Y/N)
tekst gepubliceerd in De Brakke Hond #95 als ‘Uw vlakte’
zie https://web.archive.org/web/20071021170544/http://www.brakkehond.be/95/vekemd5.html
tekening van 2008 – ingekleurd in 2017