Voorwerpen
Het eendere verleden wijst het andere af
dat nochtans eender is & even afgelopen.
De plaatsen verplaatsen de plaatsen
eigenhandig zoals de straat
die uit het venster bulkt, straat wil heten,
& de vogels die daar rondschieten, vogels
& de brandende zon achter de wolken,
ook die begeert haar schijnen fel.
Ze doen allemaal, de dingen, in
& op elkaar, wat dingen doen.
Het ene al wat meer instuikend
in het drukke doende van de dingen
dan het andere, maar eender
in het verleden allen & lijdend
daaronder een voorwerp zoals jij.
Ik vond uw kracht in al die dingen toen,
maar het ene is de dingen uit,
de luchten in & al het andere
is in het eendere
verdwenen.
Minderen
Niets is het allemaal behalve dat,
toen ik één met je was & niet in
maar om & om & om & om je
afwezigheid het wegen
van de luchten waarin
ik minder nog,
zoals
ik minderde,
tot alles eender
wordt & anders,
afgelopen.
Klei
Te zwaar, als een kluit aarde
val ik in het ondiep van je stroom
& korrels, kluiten, heel de aarde
spoelt dan weg van mij, zo
laat ik mij om u te water steeds,
in het ondiep van je stroom.