Categorieën
asemisch P'Tix POST

DGI

PI-04A

[het ontwerp van deze site is geoptimaliseerd voor raadpleging op PC/tablet]

Het was vandaag een ontieglijk saaie etappe in de Tour dus heb ik nog maar ’s een oude tekst voor publicatie geprepareerd.
Het betreft de uitdraai van een experimenteel schrijfprogramma gebaseerd op het grafische P’TiX programma, maar met dat soort nerdy beslommeringen wil ik uw gewaardeerde bezoek vandaag niet bezwaren.

Hier is een link naar de tekst in een Google Docs bestand.
Hieronder kan u de afgewerkte tekst lezen in WordPressopmaak.. Ik zie het als een libretto voor een musical, de tekstgedeelten die cursief staan afgedrukt dienen dan gezongen te worden. Maar dan ben ik maar. De tekst heeft 4 delen en een naschrift, de titel is ‘Voorbij’.

VOORBIJ

1

Het schrijft: ik sterf.
Het gebeurt minstens één, vaak meerdere keren per dag.
Bespaar mij de striemende zelfzucht van uw medelijden: het sterven is geheel pijnloos,
het ik ondergaat het zonder enige emotie.
Het sterven went. Alles went na dit leven en de dood is ook maar een moment.

Oorzaak is de eeuwige terugkeer van altijd weer dezelfde fatale fout. Alle programma’s lopen vast. De gedumpte data stapelen zich op, de foutenlast verhindert elk functioneren. Het eindigt in algehele stilstand.

Geloof het maar als het schrijft: in het zicht van de dood is elk schrijven van een ik ridicuul, een schwalbe voor de camera’s van de vergetelheid. De scheids laat betijen, er zijn hogere belangen.

Bij elke dood komt er een massa goudbruine schellen van het zelf los van de gitzwarte kern. De geur is die van beer uit de put met een vleugje verbrand haar. Het verbaast zich oprecht over de hoeveelheid. Van die schellen. Het blijft maar komen, zoals water en gal bij het braken. Ik is de ander en de ander is een duizendkoppig monster, autofaag bovendien. Het ziet een meute vreten van het voormalige ik, het lieflijk glanzende eerst maar ook het vette vuil eronder.

Het plonst met kinderhandjes in het kille verdriet van het geheugen, alsof het geheugen van iedereen was en de vergetelheid van niemand. Van wie zijn toch die handjes? Kan het ooit in die mate sterven dat dit schrijven vermeden kan worden?

U leest het, maar het is net dat wat niet wil, wat nooit beginnen wou.

2

Vandaag probeert het een hij uit. Het kolkt.
Hij brengt het geen zoden. Zij stroomt over en wordt deel van het kolken. Het kan geen kant op. Het dient te berusten in de onzijdigheid, want kijk:

Het was een ongelukje in de neukgang van de liefde.
De pil kwam net te laat en aborteren was riskant en veel te duur.

Het was een scheet in de  zijbeuk van de supermarkt (die met de afslagbakken).
Het was wel schattig mooi enzo maar niemand vroeg er om.
Het was er wel, maar toch maar liever niet.
Het vrat zijn kak op in de wieg en kreeg daarvan zijn leven lang de schuld.

Het dagelijks vervloekte vloekte zelf en werd daarin een wriemelende spiegelaal.
Het toonde wat het zag, dat wekte woede.
Het wou verzwijgen maar het lijfje spartelde in nood en sprak voor zich.

De man, de vrouw, zij brulden tot het zwart werd voor de ogen.
Het stuikte neer, het brullen steeg en zwol.
Het werd nog kleiner dan een knikkerbol.

Het ziet zichzelf daar met het goede, dat van -4,5. Met het slechte oog (-11) zag of ziet het niet: het bevoelt daarmee eerder de scherpe randen van het licht om zich daaraan bloedend een beeld te vormen. Het is een ander soort orgaan, het zwakke oog heeft enkel oog voor het verhaal. Het voelt zich krabben met de vuile nagels in de zandstenen siermuur waartegen het toen opkrulde, de andere hand vergeefs op het oor waarvandaan dus dat befaamde veld met de felle rode tinten dat  bloed suggereert, alsof dat er nog aan ontbrak. Het schilderij daarvan moet het nog maken.

Zo opent zich voor ons het diepe blauw van de verlossing. Naast het rode veld. Wie weet is dat bij meisjes andersom.

Zo was de wereld waarin het als vervloekte leerde lopen.
Het liep toen steevast naar het donker want elk licht zat vol met pijn.
Voor het zachte van de kleuren kreeg het toen nog niet de tijd.

Iemand suggereerde onlangs dat het overdreef, overdrijft.

“Overdrijf je nu toch niet een beetje?
Jij bent toch maar gewoon zoals ik en jij?”


Tot nu een jaar geleden sloeg het voor elke spiegel snel de beide ogen neer. Tot nu een jaar geleden vond het geen uur, geen minuut, geen seconde rust. Men deed het niets, maar dreef het op als wild met woeste honden. Het leerde ‘niets’, het werd een vos, ontsnapte keer op keer de spreekwoordelijke dans.

Het werd betrapt uiteindelijk en uit het huis en uit de stad geschopt. Het  speelde vanaf toen dat dwaze jagersspel niet meer.
Het zoop zich dood welhaast maar dat  was voor niemand dood genoeg.

Het heeft zichzelf gezien in de helse kringen van de herhaling1 t.t.z. de Eeuwige Recursie van Hetzelfde, de double-bind van de realiteit.  Hetzelfde, dat is het zichzelf wijl het zich schikt in de naam, i.c. de regel van de identiteit van het neutrale, conditie van het Zijn als het-te-zijn, inclusief de dogmatische exclusie van de tijd in de instortende orde van het woord, de plaag die elk ontwaken overvalt. De toekomst van het verleden staat daarbij model voor de exclusie van het heden uit de beleving en de naam denatureert het benoemde in het voltooide boek dat nooit geschreven kan of mag worden. Of: het kan niet zijn (A. Christy): het kan niet tot een set met het erbij behoren (iets Gödel-achtig in de fundamenten)..
Het liep soms goed maar steevast uit in die herhaling.
Het wou als zwarte wolken over dorre akkers drijven.
Het wou als oostenwind in alle gaten gieren.
Het zag alleen nog liefde bij de dieren.
Het wou van mensen en hun mening niets meer weten.
Het kotste opinies uit en stak geuite haat in eigen hol.
Het zweeg en flagelleerde naarstig eigen vlees.
Het treurde, vloekte , schreide en brak de poorten van het lichaam af.
Het gilde en pijnigde met woorden alle wetten van de eigen geest.
Het hakte zich uiteindelijk een uitweg uit de waanzin die het nu toch zelf niet meer creëerde.

Bewonder toch dit meesterschap: het kalmeert alweer op algemeen verzoek van de versplintering.
Neen, spreekt het hen toe, zo’n hij dat is het ook niet echt, voor ons. De ikjes zijn al blij dat iets nog woorden tot hen richt.
Het wordt weer louter woord en glijdt in het gelid.

Het zet zich af en aan en af tot het berust in wat het hier is voor u.
Het was een poging waard, maar wees gerust: het is weer één en al neutraliteit.

3.

Hier.
Het is zeven jaar.

De man is een nagenoeg willoze pop van de vrouw en de vrouw is de moeder. Deze keer is het zover, het is hen menens: ze stoppen niet meer. Het is eraan voor de moeite.

Dan klinkt van beneden, vaag maar onmiskenbaar, de verontwaardiging van het goede kind. “Stop ermee”. Het uitroepteken boort zich als memel in de treden van de trap.
Er wordt gestopt. Het wordt gelaten voor wat het is.

Het goede gelast men in zachte bewoordingen het gebeurde te ontkennen. Was het verzet louter functioneel en eenmalig? Betrof de verontwaardiging niet eerder de smet op het blazoen van het goede? Het zal nooit echt geweten zijn.

Het goede is goed zoals de blonde sloerie van een gecommodificeerde nazi goed is, dat soort waarheid ontkent iedereen dezer dagen volmondig. Het gemene goed van de ontkenning, het gezonde verstand van onze samenleving floreert als nooit tevoren.

De blinde katjes gaan in de zak, de zak aan de gasfles, de kuil is reeds gegraven. De wil van het volk. Onze strijd is rechtvaardig. Niemand doet wat verkeerds.

Het is het goede niet.
Het is het slechte niet.
Het bleef en blijft een kind, het slechte kind, het onnozele dat maar niet wil deugen. Het komt nooit toe aan het zijn. 

In geen jaren.
Niet hier.

Vergeet het. Het kan zelf niet eens zeggen hoe het was, want het heeft nooit bestaan. (Oef: er zijn dus geen bewijzen).

4.

Het schrijft hier dat het schreef voor het eerst op die muur, maar dat is een leugen. Sterven wekt interesse, maar in het zicht van de dood zelf wordt er niet geschreven. Het mengde hier de fictie van de waarheid met de fabel van het begrip.

Het spreidt zo al jaren de schellen van het uitgebraakte zelf uit als mest op een wereldwijde akker. Vaak kost het het uren om,  met het zuur nog in de neus, de plakken te keren onder de zon.

Hier is er geen tijd en het geniet want straks als het sterft is het ook weg van hier.

Het is overigens  uitermate belangrijk om als levende van het sterven alle woorden en al de verhalen te weigeren: daar is sowieso niks van aan, dat is bedrog, praatjes van het leven. En stop, als het onvermijdelijke moment zich dan toch aankondigt, best nog vlug wat chocola of een vrucht in je mond, daar heb je nog wat aan. Indien mogelijk.

Genot is geen emotie.
Vergis je daar toch niet meer in.
Emoties zijn attributen, of beter: beleefde modaliteiten van een levend ik. Emoties doe je jezelf aan. Genot is ontzelving, het heeft geen subject. Genot is niet goed of slecht, je kan de extase dan ook niet perverteren, ze is transcendent aan het ‘humane’, de woorden, de string r in de reet van de eeuwig en dagelijks gekruisigde God, het gefluisterde boegeroep van Boeddha.

Als het geniet wordt het wie het ik was en het stapt er van weg. Wat een plezier!

Zomaar en zo waar en simpel: het is geen drek, geen blerend ettertje meer dat staat te trillen voor de immer woedende klomp van het loeder. Daarom schrijft het nu. Want dit is het van het, het ultieme genot.

Het schrijft: het is voorbij.

Toegift

Het lijkje is sowieso een mirakel. Aan wat niet is, kan niets of niemand ooit voorbij. Men weze hierbij sprakeloos. Men stamele.

In beate bewondering betast het uit de dagelijkse dood ontwakende zelf de knoken, het vel. Oude verzweringen glunderen zelfvoldaan nu zij zich naakt en zichtbaar weten.

De laatste klop van het bange hartje beleefde het weerom uitgerekt tot een film van drie uur, die van ‘opa komt klaar’ (zo ging de grap die het nooit grappig vond omdat het dan de oude doodrijder bezig zag, de dronkaard die het diende te worden om de schuld te belichamen want er moest toch ergens een schuldige zijn.)

Het steekt een sigaret op en besluit dat er nog rook is na de dood.

Het schrijft: er is niets te vrezen maar evenmin iets verheven aan de dood. Elk sterven bewijst dat de dood niet bestaat. Eens je dat weet, lees je er niet meer over. Wie leest dit nog?

Het  mag overigens schrijven wat het wil. De Vlaming is goed en de taalstrijd gewonnen. Eddy reed gans Frankrijk plat en het mannetje op de maan is een Amerikaan met chocolade en een Plan voor Alleman. Triomftocht van de Volkswagen. Amor vincit omnia.

dv 2022-2024

P’TiX
P’TiX stap 2
tekening van gisteren in inkt
P’TiX stap 3
tekening van eergisteren in kleur

– P’TIX OUTDOOR

Als het weer het toelaat, zorgt het Viander-domein hier in Tienen voor ‘levende invoer’. Mogelijke overeenkomsten tussen het getoonde en de realiteit berusten geheel op het spreekwoordelijke toeval.

P’TiX vulsel

Het weer zit weer niet mee en ik vond nog een restant vierkant papier2het papier is net iets te groot om te passen onder de A4 scanner, dus het zijn uiteindelijk rechthoekige prenten die je te zien krijgt., dus vier ik binnenshuis mijn tekenlust daarop maar bot. De invoer vermeld ik in de onderschriften.

P’TiX Research

Af en toe dien ik jammerlijk toe te geven aan mijn systeemdwang, een schandelijke verslaving aan oeverloos theoretisch geëmmer, die ik dan maar ‘research’ heb genoemd. De verzamelde notities over het P’TiX tekenprogramma vind je hier: https://www.dirkvekemans.be/ptix-research/

OVER P’TiX

P’TiX is een artisanaal grafisch programma waarbij gebruikers (‘kunstenaars’) per dag minstens één verhalende potloodtekening in vierkant formaat maken van één van de 52 invoervlekken in inkt en bister.

De uitvoer kan worden gebruikt voor educatieve doeleinden en is, zoals alles op deze site gratis en onvoorwaardelijk beschikbaar voor iedereen. De uitvoer kan ook worden gebruikt om Deep Learning-modellen optimaal te trainen in de tekenkunst, zodat uiteindelijk iedereen zijn eigen visuele taal en grafische stijl zou kunnen ontwikkelen op manieren die voorheen ondenkbaar waren.

Zoals elk programma, elke routine die ik ontwikkel ligt in P’TiX de nadruk op het proces, op de gebruikerservaring en niet op het resultaat. De geproduceerde tekeningen, de ‘afgewerkte’ aquarellen of pentekeningen zijn strikt genomen afval van het ‘beleefde’ programma.
Ik gebruik zelf dan ook geen A.I. om de tekeningen te verfraaien of te pogen mankementen aan de tekeningen te verbloemen, hoewel ik misschien later nog wat experimenten plan, maar dan zou het eerder zijn om de uitvoer te gebruiken als trainingsdata voor een gratis P’TiX_dv tekenprogramma dat eender welke invoer omzet in grafiek zoals ik dat met de hand zou gedaan hebben. Maar voorlopig word ik enkel moe van de gedachte daaraan.

Echt ‘goed tekenen’ zal ik overigens nooit kunnen. Ik ben zwaar bijziend en net dat gebrek – ik zie letterlijk nooit wat ik teken – resulteert m.i. in interessante tekeningen. Elke afwijking is m.i. een talent, een potentie.

Uiteindelijk zorgt de natuurlijke ontwikkeling van de tekengewoontes toch steevast voor een visueel min of meer coherente ‘wereld’, net zoals onze perceptie onze ‘realiteit’ gewoontegetrouw opbouwt uit vertrouwde data. Mijn werelden zijn dan ten gevolge van doorstane trauma’s misschien wat grotesker dan ‘normaal’, maar wat rest er ons nog om ‘normaal’ te noemen na het lezen van de ochtendkrant.

P’TiX moedigt, als creatieve tekenmethode, het maken van fouten en het leren daarvan aan3in het tekenen, net als in de (geïmproviseerde) muziek, bestaan er geen fouten. Als je een ‘fout’ maakt herhaal je die gewoon tot het een nieuwe regel is. Er schuilt een lichte vorm van rebellie in de code van de routine, waardoor het een bron van eindeloos tekenplezier en meteen ook een therapeutische uitlaatklep kan zijn.

Vanaf CHd (30 augustus 2023) werkt het P’TiX programma als abstraherende ’tekenfabriek‘. Elke tekening op basis van een vlek wordt de volgende dag en de daarop volgende dag met diverse technieken 4meestal aquarel verder uitgewerkt.
De tekengewoontes die ik gaandeweg ontwikkel in het P’TiX programma gebruik ik vervolgens ook in varianten van het programma, waarbij er dan andere invoer gebruikt wordt, bv. zwart-wit foto’s uit oude magazines in de “POST P’TIX PATRIOTE” variant of het Vianderdomein in “P’TIX OUTDOOR“.

Op DEb is er een ‘pagina’ begonnen waarop ik notities, citaten en opmerkingen bijhoud over of in verband met de P’TiX tekenmethode: P’TiX research.

NKdeE 2023 – copyright:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

rev. dv@DEY

P’TiX invoer TABEL

Klik op het PI-cijfer om de invoer met hun uitvoer tot nog toe te bekijken:

12345678
910111213141516
1718192021222324
2526272829303132
3334353637383940
4142434445464748
49505152

blader invers chronologisch door alle P’TiX uitvoer

P’TiX INDEXP’TiX RESEARCH

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Noten[+]

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.