[het ontwerp van deze site is geoptimaliseerd voor raadpleging op PC/tablet]
gedicht
het zindert
[moment 23]
28 november 2015. ‘wij’. ‘ons’. die gruwelijke woorden. in het fabelrijk van de beschreven verbanden doet de eenzaamheid haar zin. de liefde? een wolf die zichzelf de poot afknauwde om aan de hel te ontsnappen waarin ‘wij’ samen waren.
het zegt vandaag : ‘de afschuw voor de dood is het leven, de angst betreft de spiegel, niets van de dood is echt’. het is verschrikkelijk, want het heeft het over ons. wij zijn het waard. al die miljoenen herhalingen van ‘wij’ en ‘ons’.
er is geen ontkomen aan, alleen de hoeveelheid vreugde en genot is niet vooraf afgemeten of toebedeeld. daar kunnen we om vechten in het kolken van de nijd. het kolken is een klok die tijd aftikt, de klok desnoods een betaalde kracht die het sperma slikt. ‘wij’ leggen ‘ons’ neer bij het bekende, wij vlijen ons neder bij de hogere gedachte. het is wat het is. hoe hoger de gedachte, hoe dieper het rot.
het denken moe laat het zijn hand in haar verdwalen. het wemelt van geluk in de krullen van heur haar. het zindert. in de weelde van een opening gaat het lidwoord letterlijk tekeer.
invoer 2015 (privé) – uitvoer 2020, rev. dv@CGe
over ‘HET MOMENT‘
Het prozagedicht van vandaag is uitvoer van het programma ‘HET MOMENT‘.
De invoer van ‘HET MOMENT’-programma is een genummerde serie teksten getiteld ‘moment‘ van 2015-2016 herwerkt tot lyrisch proza in 2020 en die teksten worden thans door het Gedicht van de Dag, het trage herschrijfprogramma van de NKdeE, publiek maar ‘in stilte’ herschreven.
De originele teksten worden daarbij overschreven, de restanten ervan bestempelt als ‘deprecated’ en geleidelijk van publieke lezing afgeschermd, in de vergetelheid geduwd, waar ze thuishoren.
Ik herlees en herschrijf deze ‘live’ getuigenis van het laatste stadium van mijn drankverslaving ondertussen als de getormenteerde aanloop, de troosteloze afgang naar een kantelpunt in mijzelf, een ommeslag die ik poog te relateren aan de ontzagwekkende globale transformatie die we nu m.i. mondiaal beleven en ondergaan. In hoeverre dat iets zinvols of bruikbaars oplevert, dat valt nog te bezien.
In mijn microwereldje plooi en perforeer ik voortdurend de tijd met mijn herschrijven en ik naai in deze reeks in stilte de mantel der liefde toe over mijn persoonlijk kantelpunt, en het eigen lijden dat daarmee gepaard ging. Voor mijzelf en het geheel van mijn schrijfwerk is het een therapeutische loutering, een sanering van de ondergrond en een traject waar ik voor mijzelf door moet.
Vrolijk word je er niet van, maar de goede afloop alleen al (ik vier straks mijn zesde jaar van volledige abstinentie) vermag het hopelijk om van deze afdaling naar de hel van het alcoholisme een positief, exemplarisch verhaal te maken. De grote boodschap van ‘HET MOMENT’ is, of wordt alleszins: hoe erg het ook wordt, met de nodige hulp geraak jij er uit. Kijk maar, het kán, en als het lukt is het zalig.
In dit stadium hebben de teksten weinig aandacht nodig, maar de methodes van mijn programmatie vereisen wel dat het schrijven op elk moment publiek beschikbaar moet zijn. Moge wat rot was aldus in de plooien van de tijd verdwijnen en zo straks alsnog voeding worden, gezonde aarde voor een nieuwe bloei.
links
- het_moment_2023.docx : alle ‘het moment’ teksten in hun meest recente versie, verzameld in een Wordbestand
- alfabetisch lijst eerste regels
- chronologisch overzicht van de teksten zoals ze hier verschenen in 2020 als ‘Gedicht van de Dag’. Elk bestand heeft voorlopig nog een link naar de debuuttekst van 2015-2016 en wordt in 2023 geredigeerd. De versies van 2020 en 2015-2016 blijven uiteindelijk enkel als bron ter verantwoording bewaard in de revisiegeschiedenisbestanden van WordPress.
- over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma
- lees meer output van het ‘Gedicht van de Dag‘-programma
dv 2020 – rev. dv@CHS
letter van de dag
journal intime
Publieke, transparante redactie met behulp van ChatGPT in de rol van proeflezer en redacteur van een serie teksten uit 2020. de teksten ontstonden als neveneffect van het louter grafische programma ‘journal intime’.
Gevolgde werkwijze: ik reviseer eerst de tekst van 2020, geef die dan ter evaluatie/correctie aan ChatGPT en besluit dan wat ik met hun suggesties doe om hier de voorlopig uiteindelijke versie te presenteren. Soms vind ik de nieuwe versie maar niks. Dat heeft er dan alles mee te maken dat ik onvoldoende context kan meegeven, en dan geef ik bij gebrek aan beter mijn eigen revisie hier maar integraal weer. Soms laat ik ChatGPT ook toe om er ‘haar eigen zin’ mee te doen. En dat leidt dan wel eens tot verrassende resultaten!
jt 92 – Le présent c’est quand je parle – VER DWA LE
Wanneer Jean Oury het in zijn ‘Création et Schizophrénie‘ [OURY 1989] over een ‘site’ heeft, een Heideggeriaans Oord waar de Fabrique du Pré van Francis Ponge staat te draaien (zie vorige afleveringen), dan heeft hij het over een geheel virtuele locus die toch een ‘echte’ extensie heeft in het Tijd-Ruimte continuum.
Een plaats die niet bestaat maar toch echt is. Zo heb ik ooit mijn ‘Kathedraal’ omschreven, mijn Neue Kathedrale des erotischen Elends: een virtueel gebeuren (via internet) met materiële uitlopers. Je kan niet zeggen wat het is, maar het heeft een herkenbaar karakter en het brengt wel iets teweeg.
Dat is tenminste wat je kan veronderstellen, dat Oury zoiets bedoelt, want Oury definieert niet, hij evoceert door middel van referenties een landschap en voert de lezer mee op een wandeling doorheen dat landschap, ondertussen ons geanimeerd wijzende op allerlei merkwaardigheden die zich in dat landschap manifesteren. De leeservaring geeft mij dan ook een aangenaam gevoel van ruimte en vrijheid. Ik voel mij thuis in de land van Oury.
De tweede sessie in het academiejaar 1987-88, die van 2 december 1987 [OURY 1989 p. 89-103] is weer net hetzelfde soort wandeling als we in de eerste kregen. De strategie van het boek is duidelijk nu: door een opeenvolging van dergelijke wandelingen ontstaat er een vertrouwdheid met het landschap en kan het landschap zelf een site worden om Oury te ontmoeten, om te delen in zijn ervaring van de site van de theorie. Het is meer een verwijlen met Oury dan dat het een exposé van hem is.
Hier, met het Journal Intime programma, proberen we hetzelfde soort wandelingen, en we ontmoeten daarbij allerlei theoretische merkwaardigheden waarlangs we bewegingen maken die misschien niet altijd even correct zijn, maar we herlezen en herschrijven ook voortdurend zelf onze beschrijfbewegingen om zo tot een foutenvrij parcours te kunnen komen. Sinds 2023 kunnen we daarbij rekenen op de hulp van de Artificiële Intelligentie die één en ander wat vlotter verteerbaar kan maken want als dichter heb ik vaak de neiging om de leesbaarheid te veronachtzamen omdat ik opga in het schrijfplezier, de ‘jouissance‘ van de talige gedachten. Omdat ik systematisch heen en weer ga door de chronologie van de teksten, verdwijnt geleidelijk aan al het overtollige, het strict tijdsgebondene. Dat is tenminste de intentie.
Goed? Kom nu snel mee want ik zie vandaag weer een rinkelende kronkeling in mijn Tekstuele Tuin die veelbelovend tokkelt en tintelt!
Wanneer Lacan zegt ‘Le présent c’est quand je parle’ (‘Het nu is als ik praat’) geeft hij daarmee aan wat waarschijnlijk ook de neurologische basis voor onze nu-ervaring is. We weten immers dat het brein een twee-snelheden-brein is waarbij de prikkelverwerking, de sensatie bliksemsnel is (ik vermoed de snelheid van elektriciteit) en de ‘hogere’ cognitie een relatief trage snelheid kent.
Dus als we praten horen we niet alleen onszelf praten, we begrijpen ook deels wat we zeggen opnieuw, terwijl we het uitspreken, in een lus waarin ook een correctiemechanisme actief is en waar er tot groot jolijt van de analyst ook vreselijk veel kan fout lopen dankzij allerlei aangeleerde verdringingen, verduurde associaties en brute ontkenningen.
De weg van het praten loopt, zo las ik onlangs in een artikel van Ariane Bazan, via een beweging, een ‘workflow’ die in de hersenen de feitelijke aansturing van de motoriek alvast simuleert. Aha, sprak mijn ‘erlebnis’ van die tekst want ik kon het mij dan zo voorstellen dat je die simulatie dus ook naar believen in de stand ‘luidop denken’ kan zetten, ‘verbose’ heet dat in de programmatie, en dat is inderdaad een switch-ervaring die ons zo vertrouwd is dat we ze zelfs als metafoor gebruiken voorde ‘kritiekloze’ weergave van de eigen gedachten. ‘Ik ben maar luidop aan het denken’.
In feite beleven we zo voortdurend onze eigen ‘futur anterieur‘: het uitgesprokene is de voltooide vorm van de toekomstige tijd die we denken. En daar ligt misschien ook de neurologische basis voor onze intuïtie, die al ‘weet’ dat ze iets zal gaan weten vooraleer het gedacht is. Wat men dan ‘intuïtie’ noemt, lijkt mij een stroom te zijn die van het ene voorvoelen in het volgende blijft doorlopen, tenzij ze aan de interruptie van de dialoog wordt onderworpen (“L’interreption” van Maurice Blanchot heeft het daarover). De intuïtie uit zich dan in de spontaneïteit van de het taalgebruik
Onze proprioceptie (fr: ‘proprioception’ onlangs op Arte opgevoerd als ons ware ‘zesde zintuig‘) die voortdurend tegen hoge snelheid ons lichamelijk zelfbeeld produceert, wordt via de taal verklankt tot spraak die in de eerste plaats samenspraak is, als samenspraak ontstaat en georganiseerd is, zoals geluid ook communicatief in groepen van apen wordt gebruikt: een klankenstroom die de andere klankenstromen onderbreekt en zo sociale betekenis opbouwt, een ‘wonen’ om het met een korrel Heidegger te zeggen, van de groep in het Oord van de Klank.
Taal is dus, zo kunnen we nu misschien stellen, al een vorm van omgang vóór het echte betekenisproductie wordt. Taal begint als een ware ‘commerce’ in de attentie-economie van de groep. Een gekwetter van jewelste want de omgevingsgeluiden, de andere dieren, de wind, het stromende water spelen daar ook nog mee zodat ook die geluiden mee opgenomen worden in het auditieve spectrum van de auditieve ervaring van het individu.
De humane ‘logos’, de rede, brengt daar echter verandering. Want wanneer is er dan van ‘logos’ sprake? Dat is m.i. wanneer de taal als een netwerk van betekenaars een zekere autonomie bereikt heeft via de herinnerde beleving van het ’toevallige’ verbinden van bepaalde klank(combinaties) met bepaalde betekenaars (aggregaten van mentale simulaties van de motorische sturing die nodig zijn voor de uitspraak) en van daaruit met woorden die supra-individueel overleven in het levende ‘organisme’ van de taal. Het foneem, het woord als eindfase van een (d)evolutie die meteen het begin is van ‘alles’, onze benoembare wereld van de dingen. De Bijbel begint dus niet met een verzinsel, je moet het scheppingsverhaal willen begrijpen.
Maar wendingen als ‘aggregaten van mentale simulaties van de motorische sturing die nodig zijn voor de uitspraak’, dat zijn al behoorlijk complexe metaforen die ik daar bezig, ten teken van mijn onmacht om die te vermijden. Ik deel die onmacht met iedereen want uiteindelijk kan je in de taal net zo min over de taal spreken, de taal ten gronde ‘uitleggen’, als dat je het schaakspel op het schaakbord zou kunnen uitleggen. Er is ons geen echt ‘buiten’ aan de taal beschikbaar waarin we het over de taal kunnen hebben, elke theorie of formeel kader daarvoor is op de taal gebaseerd.
Maar we behelpen onszelf zo, met begrijpelijke betekenisoverdrachten en daarop een theoretische bovenbouw. De taal zelf dwingt ons zo ook om de taal een ‘bestaan’ toe te schrijven, dus moeten we ook wel kunnen zeggen ‘wat de taal is’, want anders ontkennen we seffens nog het ‘bestaan’ en het ‘zijn’. Gödel bewees de onmogelijkheid daarvan voor de wiskunde met zijn stelling.
Ik doe dat ook, ten overvloede: het ‘bestaan’ van het ‘zijn’ ontkennen. Maar we zullen later zien dat het al dan niet ‘bestaan’ uiteindelijk niet zo veel veranderd, terwijl het zich bewust blijven van het fictieve karakter van elk ‘Zijn’, dan weer wel doorslaggevend kan zijn om bepaalde inzichten te bereiken.
Maar oké, bon, goed, zover zijn we dus: we hebben een talige ‘logos’ die een autonoom systeem geworden is in wat ondertussen tot een heuse spreektaal is uitgegroeid.
Maar wat zien we: hoe meer autonomie die logos krijgt (ik verwijs hier naar de Orde van het Woord, zoals Foucault die op de korrel nam) hoe meer aliënatie die logos veroorzaakt bij het individu. De rede vervreemdt het individu van haar animale vanzelfsprekendheid. Want wat zij in de mond neemt, het systeem van de taal, is eigenlijk vreemd aan haar, aan de haar lichamelijke individualiteit: ze is er niet mee geboren, het werd haar ingelepeld.
Via de techniek die alleen maar dankzij het talige denken haar vlucht kon nemen, wordt de logos ook nog ’s vertaald naar het mechanische, en dat aggregaat van automatisering en taal verkreeg meer een meer greep op onze levens, tot we in een stadium beland zijn waarbij onze ‘omgang’, onze attentie-commerce niet meer rechtstreeks met andere individuen wordt gevoerd maar via technische omwegen.
Via de omweg van het schrift eerst, want het handschrift is ook een techniek, via de rol van het beschreven perkament, via het boek, het gedrukte boek, het mechanisch gereproduceerde boek en tenslotte zijn we dan beland bij de interactieve app: de tekstspleetjes op/in je Facebook ping-Ding, waar je enkel in kwijt kan dat door de ‘machine’ kan worden gevalideerd als ‘bericht’. Van het animale vanzelfsprekende, dat wat geen uitleg behoeft, rest ons haast niets meer.
Wanneer het dan misgaat, bij diverse vormen van schizofrenie bv., komt heel dat systeem van sociale veruitwendiging vaak tot stilstand. We zeggen dan die persoon geblokkeerd zit, of dat er ‘niks zinnigs meer uit komt’.
De band met de spreektaal en de logos is afgebroken, vernield door traumatische ervaring of gedegradeerd door ziekte of overbelasting. Als het misgaat in een systeem, eender welk systeem, komt de werking ervan zichtbaar bloot te liggen. En dat is interessant, uiteraard. Zo interessant dat we het lijden van de mensen in kwestie wel ’s durven uit het oog te verliezen.
Maar goed: we zagen bij de vorige wandeling in Oury’s landschap dat de ziekte zelf een vorm van herstel kan zijn. Dat was een verfrissend positieve kijk op de problematiek.
De ‘psychose’ werd er beschreven als een autonoom regulerend proces dat heel traagjes de innerlijke beleving terug liet aansluiten op de sociaal acceptabele beweging, het ‘normale’ gedrag.
De patiënt kon uit zijn isolement gehaald worden door de ‘ziekte’ van de psychose op een creatieve, expressieve wijze aan het werk te zetten. Door ze haar ‘gang te laten gaan’.
Op de wandeling vandaag lezen we onder meer hoe Gisela Pankow die band tussen patient en analyst terug tot stand weet te brengen door de patient met klei te laten werken zonder daarbij de bewerking tot het talige te willen gaan reduceren, zonder te willen interpreteren wat de patient met zijn werk ‘wil zeggen’, zoals we dat bij kunstwerken plegen te doen. Want de klei dat ‘is’ dan de patient, daar gebeurt wat er ook innerlijk gebeurt. Er wordt een nieuwe communicatiemethode geënt (Oury spreekt van ‘griffes’) op het door de ziekte afgesloten innerlijk.
Eigenlijk zouden we ‘kunstwerken’ beter ook zo benaderen, vind ik dan. Susan Sontag zou het met haar ‘Against Interpretation’ kunnen beamen, weer zo’n boek dat ik eigenlijk zou moeten lezen eerst voor ik het aanhaal, maar ik denk voldoende te weten van wat daar zo allemaal in beschreven staat, maar ik haal het hier toch aan in een poging om de gefragmenteerde interessevelden samen te brengen.
In de praktijk van de asemische lezing, en dat weet ik uit ervaring, daar hoef ik geen boek voor te lezen, kan je iets soortgelijks bewerkstelligen, en dat geeft de praktiserende asemicus (en ev. de begeleider) de kans om te werken met zijn/haar zelfbeeld en de schaduwzijde daarvan.
Want de schriftbeweging die we in die praktijk exploreren, komt ook tot stand in dat oord van het Pré, in de motorisch-neurologische simulatiewerking, voordat het cognitieve niveau de kans heeft gekregen om alles met haar logos toe te ritsen tot eenduidigheid, net zoals de programmatie van een AI werkt naar een ‘completion‘, een sluitend, ‘correct’ antwoord op de gegeven invoer.
We merken die onlosmakelijkheid van de motoriek van het schrift met de spraaksimulatie in de hersenen ook al in de onbedwingbaarheid van de gebarentaal die onze handen laat meedeinen op de stroom van de woorden, op wat ze (gaan) zeggen, zelfs als we dat eigenlijk helemaal niet willen.
Oury spreekt hier van een ‘poëtische logica’, maar dat lijkt mij een wat ongelukkige woordkeuze. Want er is daar geen logos te bespeuren en er wordt ook niets ‘gemaakt’ zoals er in de poëzie dingen worden gemaakt (‘poëin‘ betekent ‘maken in het Grieks). Wat er gebeurt is volgens ons pure lyriek, het zingen van de nog-niet geïndividualiseerde ziel. Het onderscheid lijkt mij erg belangrijk.
Het verschil tussen poëzie en lyriek kan je m.i. het best uitleggen met een voorbeeld van dichters: Herman de Coninck bijvoorbeeld, die maakte op meesterlijke wijze poëzie, die schreef teksten die ‘áf ‘waren (en toe). Als je een de Coninck-gedicht leest, dan lees je over iets, en dan heb je het wat dat betreft gehad: daar heb je niks meer aan toe te voegen.
Een lyricus daarentegen, neem gerust Paul Van Ostayen als voorbeeld, die brengt niks tot stand, die heeft het nergens over: die laat iets gebeuren. De lyricus staat toe dat de lyriek via hem naar de lezer vloeit die het dan ook kan ervaren. Lyriek ontstaat m.i. dan ook eerder ondanks de lyricus, dankzij zijn/haar bereidheid om te sterven ervoor, om zich in de schrijfact volledig te verliezen, want de ervaring ervan is hem/haar duizend keer meer waard dan eender welke eer, faam of beloning. Elke lyricus die ik ken blijkt dan ook verslaafd geweest te zijn aan haar Lyriek, ze gaan in hun leven tekeer als bezetenen, door hun passie en als alchemisten van het woord gaan ze er even vaak aan ten onder.
Poëzie, voor mij, is een product gemaakt door een dichter die over iets het laatste woord wou hebben. Wat haar of hem uiteraard van harte gegund is.
Lyriek, daarentegen, is (weerom: voor mij althans, iedereen denkt daar maar het hare over) een uitnodigende deelname aan de wereldziel, een tijdelijke oplossing van elke individualiteit louter in functie van de voortzetting van de Lyriek.
En dat is eigenlijk alles wat ik perse wou gezegd hebben vandaag, maar ik vond de weg ernaar toe ook wel best aangenaam.
Tot morgen!
invoer: journal intime 2020 – uitvoer 2023 (deze tekst) – rev. dv@CHB
over het journal intime
-programma
pseudo-code van het programma:
gegeven:geste:
het pad van de primaire, spontane bewegingschrijfleeslus
: herhaling van de geste
die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de gestecorridor
: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlakjij, je
: een participant aan het journal intime
programma
het journal intime
is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie
);
je wordt wakker
en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
je vocaliseert daarbij het woord of de frase
als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
teken je de geste
je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus
uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza
de journal intime
routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein
rev. dv@CGM
bibliografie journal intime
ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8
ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956
BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0
BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995
BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2
CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF
CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2
CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné
)
FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989
GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.
KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014
MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8
MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8
MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6
OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4
REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002
VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957
VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960
collage 2.0
over Collage 2.0
Collage 2.0, ook bekend als “Collage van het Moment”, is een variant van de traditionele collage waarbij geen lijm wordt gebruikt. In plaats daarvan worden de collage-elementen op een leeg vel papier gerangschikt en vervolgens gefotografeerd in de optimale opstelling volgens de maker.
Collage 2.0 vormt de opstap naar Collage 3.0, waarbij niet-destructieve digitale beeldbewerkingsfilters, vergelijkbaar met die in Adobe Photoshop, worden gebruikt om het ingevoegde fotografische materiaal meer visuele kracht te geven. Dit evolueert verder naar de interactieve variant, Collage 3.5, die ook elementen uit de teken- en schilderkunst integreert.
Hoewel Collage 4.0 wellicht al ergens bestaat, beoefend wordt onder een andere naam, blijft het concept in haar zuiverheid denkbaar. In deze vorm worden vernietigende data-verspillende filters wél toegestaan en verdwijnen de grenzen tussen realiteit en fictie in een fictie van de realiteit, de perfecte simulatie.
Maar dergelijk beeldmateriaal komt nu al over als nutteloze overdaad in de industriële promptgestuurde AI-beeldgeneratie. Zonder handmatige of virtuele manipulatie (knippen of scheuren door menselijke handen of een virtueel proces dat dit nabootst) lijken deze creaties in mijn ogen steeds meer ondraaglijk identiek en eindeloos saai.
De nieuwe vormen van collage die ik voorsta behouden de individualiteit, impulsieve kracht en spontaniteit die m.i. deze kunstvorm haar kracht geeft. Daarnaast voegen ze de commercieel interessante eigenschappen toe van directe deelbaarheid en toegankelijkheid via bestaande distributiekanalen voor digitale beeldproducten.
Met betrekking tot auteursrechten vereist deze nieuwe praktijk, indien succesvol, aangepaste internationale regelgeving. Het is niet toegestaan om zomaar een commercieel interessante beeldcreatie van een kunstenaar te knippen of scheuren en het vervolgens als Collage 2.0 te presenteren. De toekomst zal uitwijzen waar en hoe de juiste grenzen en beperkingen moeten worden vastgesteld om de rechthebbende te beschermen tegen inbreuk. Dit programma wil bijdragen aan het identificeren van probleemgebieden, waarbij later AI-plagiaatsoftware kan worden gebruikt om meer duidelijkheid te verschaffen.
Om aan te tonen dat men perfect puike resultaten kan krijgen met gedrukt materiaal waarvan de auteursrechten vervallen zijn, beperk ik mij daartoe, aangevuld met eigen creaties, met uitzondering soms van een enkel element dat problematisch zou kunnen zijn. Het betreft dan elementen waarvan ik zelf de datering of oorsprong niet meer kon achterhalen. Hierop kan dan voornoemde plagiaatsoftware die momenteel in ontwikkeling is, getest worden1Ten einde volledige transparantie te bieden, wordt er in een apart bestand een lijst bijgehouden van deze mogelijks ‘problematische elementen’.
Die lijst kan ten allen tijde hier geraadpleegd worden: https://www.dirkvekemans.be/lijst-met-probleemgebieden/
In onze verkenning van dit veelbelovende concept zullen we ons voornamelijk richten op Collage 2.0. Hier valt namelijk al veel nieuws te ontdekken, omdat het een samensmelting is van fotografie en collage binnen de kunstwetenschap. In de fotografische aspecten kan gewerkt worden met belichting en compositie, terwijl de herbruikbaarheid van de collage-elementen binnen Collage 2.0 zorgt voor een ware creatieve explosie op communicatief vlak.
Het Collage 2.0 programma wordt momenteel louter gebruikt om de P’TiX werking te documenteren.
tekst: dv@CFM geoptimaliseerd door ChatGPT 3.5 op 14/06/2023, rev. dv@CJH
Chatlink:
i tjing hexagram van de dag
over de dagelijkse ‘I Tjing’ -routine
Na een inleidende periode van enkele jaren die louter bestond uit een verkenning van de praktijk van de I Tjing2een praktijk die ik, ongehinderd door echte kennis van het systeem, aanwende als ‘motor’ of ’transformator’ in het Harusmuze-programma begon ik in 2023 pas met een systematisch leertraject dat u hier, in de vorm van een NKdeE programma, kan volgen.
Een NKdeE Programma is een programma, een dagelijks herhaalde routine, dat op zoek gaat naar zichzelf. Het begint, meestal stommelings, accidenteel, door weer zo’n malle ingeving van haar auteur. Eens het loopt krijgt het een onverbloemd ‘wat ben ik?’ als heuristische imperatief.
Elke werkdag wordt afgesloten met een I Ching lezing volgens de klassieke ‘stokjesmethode’. Ik lees de teksten van het bekomen Hexagram op de CText.org site waar iedereen de Chinese tekst met de nog steeds toonaangevende vertaling van James Legge kan nalezen.
Tevens vraag ik ChatGPT 3.5 ons een basistekst te geven met een interpretatie aanvankelijk eerder algemeen, maar nu meer specifiek in het licht van het Taoistische Neidan-systeem Basistekst die ik dan nakijk en hier publiceer. Vooralsnog heb ik weinig zinnigs toe te voegen aan die basistekst.
Alle eventuele divinatorische informatie besloten in de I Tjing legging betreffen dus de daaropvolgende dag. Ik gebruik die info effectief als raadgeving in mijn dagelijkse beleving ervan.
Verder is onder deze hoofding een overzicht te vinden van de Harusmuze-lezingen van de periode 2019-2020 die het Hexagram van de Dag als uitkomst hadden. De commentaarteksten bij die lezingen dienen hier en daar nog gereviseerd te worden en geven soms nog eerder weer hoe ik toen dacht en schreef, dan hoe ik nu tracht te denken en te schrijven. Panta rei…
klik op de titel om de uitleg te openen en sluiten
hexigram 19 – 臨 (lín) – “Naderen”
LIN (臨) – “Lien” – naderen, nabijheid – “de link met Lien komt van de Walen”
臨
CHATGPT + CTEXT.ORG
Chinese I Tjing tekst met Engelse vertaling:
CHATGPT
Hexagram 19 – Lien (“臨”) – “Naderen”
Hexagram 19 in de I TJing wordt “Lien” genoemd, wat zich vertaalt naar “Naderen” in het Nederlands. Dit hexagram heeft betrekking op het idee van nadering, toenadering of benadering. In de context van Taoïstische (Neidan) filosofie, kunnen we dit hexagram interpreteren als een symbolische voorstelling van het innerlijke alchemistische proces van het naderen van de Ware Natuur of het bereiken van verlichting.
In de Neidan-traditie draait het allemaal om het cultiveren van het innerlijke zelf en het herstellen van de harmonie tussen de mens en de natuur. Hexagram 19, “Lien,” suggereert dat we onszelf moeten benaderen, naderen en onderzoeken om de waarheid van ons bestaan te begrijpen en ons ware potentieel te realiseren.
Er zijn verschillende aspecten van het hexagram die relevant kunnen zijn voor de Neidan-praktijk:
- Zelfreflectie: Hexagram 19 nodigt uit tot zelfreflectie en introspectie. In de alchemistische praktijk is het essentieel om naar binnen te kijken en bewust te worden van onze innerlijke wereld. Dit is als het betreden van een innerlijke tempel waar we onze gedachten, emoties en overtuigingen observeren.
- Transformatie: Het hexagram toont een stapsgewijze beweging van één lijn naar vijf lijnen die de bovenste trigram vormen. Dit vertegenwoordigt een proces van transformatie en groei. In de Neidan-filosofie is transformatie de kern van de innerlijke alchemie, waarbij we onze ‘ruwe’ en ‘onzuivere’ aspecten transformeren naar het ‘subtiele’ en ‘pure’.
- Eenheid van tegenstellingen: Het hexagram bestaat uit twee trigrammen, één bovenaan en één onderaan, die respectievelijk de Berg en de Aarde vertegenwoordigen. Dit symboliseert de eenheid van tegenstellingen en het evenwicht tussen yin en yang. Voor Neidan-beoefenaars is het belangrijk om balans te vinden tussen verschillende aspecten van ons bestaan, en deze harmonie stelt ons in staat om de weg naar verlichting te bewandelen.
- Meditatie en Contemplatie: In de Neidan-beoefening is meditatie en contemplatie van groot belang. Dit helpt bij het kalmeren van de geest, het cultiveren van innerlijke vrede en het verkrijgen van dieper inzicht in het ware zelf en de aard van het universum.
Samengevat: Hexagram 19 “Lien” verwijst in de Taoïstische (Neidan) context naar het proces van naderen van onze ware aard en het bereiken van innerlijke verlichting. Het nodigt uit tot zelfreflectie, transformatie, het vinden van balans tussen tegengestelde krachten en het omarmen van meditatie en contemplatie als middel om dit doel te bereiken. Het is een herinnering aan het belang van het cultiveren van onze innerlijke wereld om de harmonie tussen ons innerlijke zelf en het universum te herstellen.
teksten gegenereerd door ChatGPT op CGe middels de NKdeE account bij OpenAI
Chatlink(s)
disclaimer dv/ChatGPT@CEF
Dit is experimentele output van een fijn afgestemd, publiekelijk beschikbaar OpenAI GPT3.5-model. Alle beperkingen, aanbevelingen en overwegingen vermeld op https://chat.openai.com/ zijn van toepassing.
Lees en overweeg deze zorgvuldig en lees deze teksten met deze feiten in gedachten en hoewel deze teksten waardevol kunnen zijn, vertrouw niet alleen op deze teksten als advies om op te handelen!
Voor goed advies ben je m.i. uiteindelijk altijd beter af door zelf I Tjing te beoefenen. Iets leren, het sterk recursieve programma daarvan, begint en eindigt altijd bij jezelf.
disclaimer rev. dv@CEH
en 63 andere I TJING GEHEUGENS-DEUNTJES
formaat: [nr.].+[ENG translitteratie] (karakter) – [NED translitteratie] – [NED. vertaling(en)] – “[NED/FRA/ENG geheugensteun]”
- QIAN (乾) – “Tsjiën” – scheppende kracht – “yes you Qian” -“Tsjiënizeer de tsji”
- KUN (坤) – “Koen” – ontvangende kracht – “cadeaus voor Koen”
- ZHUN (屯) – “Tuen” – beginnen, aanvang – “begin maar te duwen”
- MENG (蒙) – “Meng” – onschuld, onwetendheid – “geen menging”
- XU (需) – “Su” – wachten, geduld – “suiker op de taart wachten”
- SONG (訟) – “Sung” – geschil, conflict – “verkeerd gezongen”
- SHI (師) – “Sjie” – leger, krijgsheer – “een sjieke legermacht”
- BI (比) – “Bie” – solidariteit, harmonie – “samen zijn we sterk”
- XIAO CHU (小畜) – “Sjauw Tsju” – groei, ontwikkeling – “op het juiste sjauwpad blijven”
- LÜ (履) – “Luu” – standvastigheid, doorzettingsvermogen – “met luufelheid alles overwinnen”
- TAI (夬) – “Tei” – doorbreken, scheiden – “Tei tijd”
- PI (否) – “Pauw” – obstructie, tegenwerken – “de pauw blokkeert de weg”
- TONG REN (同人) – “Tong Ren” – gemeenschappelijkheid, harmonie – “tong ren, tong taal”
- DA YOU (大有) – “Da Joe” – groot succes, overvloed – “daar heb je het, Da Joe”
- QIAN (乾) – “Tjien” – hemel, goddelijke leiding – “den Tjien van Tienen houdt de Tjenen op de grond”
- YU (豫) – “Ju” – opgetogenheid, hoop – “juichen van geluk”
- SUI (隨) – “Soei” – volgen, zich aanpassen – “ga met de vla, waai met de wind en stoei met de Soei”
- GU (蠱) – “Guu” – bedrog, vergiftiging – “Guu is niet goed voor de gloed”
- LIN (臨) – “Lien” – naderen, nabijheid – “de link met Lien komt van de Walen”
- GUAN (觀) – “Koe-an” – observeren, beschouwen – “Koe-‘an de sterren!”
- SHIH HO (世澤) – “Sjih Heu” – overvloed, gunst – “Sjih heeft een overvloed aan gunsten”
- PI (否) – “Pee” – bevrijding, loslaten – “Pee van de negatieve gedachten”
- PO (剝) – “Poh” – afpellen, loslaten – “Pel het oude af als een Poh”
- FU (復) – “Foe” – terugkeer, herstellen – “Foefel het terug”
- WU WANG (無妄) – “Woe Wang” – zonder zorgen, vertrouwen – “Woe Wang, wees zonder zorgen”
- TA CH’U (大畜) – “Ta Tsjoe” – groot vergaren – “Ta Tsjoe, verzamel de energie”
- I (頤) – “Ie” – voeding, cultiveren – “Cultiveer jouw Ie, jouw innerlijke voeding”
- TA KUO (大過) – “Ta Koe” – overweldigend, te veel – “Ta Koe, de situatie is overweldigend”
- K’AN (坎) – “Kan” – diep, water – “Duik diep in de Kan, in het water”
- LI (離) – “Lee” – scheiding, losmaken – “Lee, maak je los van de situatie”
- XIAN (咸) – “Siën” – verenigen, samenbrengen – “samen skiën zonder k”
- HENG (恒) – “Heng” – volhardend, doorzetten – “heng in there” – “niet hangen maar hengen”
- DUN (遯) – “Duen” – terugtrekken, terugtrekking – “duiken voor Duen”
- DA ZHUANG (大壮) – “Da Tsjwang” – grootse standvastigheid – “de grote kracht van Da Tsjwang”
- JIN (晋) – “Djin” – vooruitgang, vooruitgaan – “Djin de vaart erin”
- MING YI (明夷) – “Ming Jie” – duisternis verlichten – “het licht van Ming Jie”
- JIA REN (家人) – “Jaa Ren” – familie, verwanten – “de Jaa Ren clan”
- KUI (睽) – “Kwéé” – scheiding, verdeeldheid – “de Kwéé van verdeeldheid”
- JIAN (蹇) – “Dzjien” – obstakels, moeilijkheden – “de Dzjien van struikelblokken”
- JIE (解) – “Dzjie” – bevrijden, losmaken – “de Dzjie van bevrijding”
- SUN (损) – “Soon” – verlies, aftakeling – “verzwolgen door de zon”
- YI (益) – “Ie” – winst, nut – “ie, wat een nuttig idee”
- GUAI (夬) – “Kwai” – doorbraak, afscheid nemen – “kwai, het is nu tijd om vaarwel te zeggen”
- GOU (姤) – “Gauw” – ontknoping, ontwikkelen – “gauw, het zal zich ontknopen”
- CUI (萃) – “Tswie” – samenklontering, concentratie – “it’s we or never now”
- SHENG (升) – “Sjeng” – verhoging, promotie – “sjeng, naar de top”
- KUN (困) – “Koen” – moeilijkheden, uitdagingen – “koen, ik zit vast in een moeilijkheid”
- JING (井) – “Tsjing” – put, bron – “tsjing, daar is de bron van het probleem”
- GE (葛) – “Kuh” – verandering, revolutie – “kuh, een radicale verandering is nodig”
- DING (鼎) – “Ding” – stabiliteit, welvaart – “ding, alles is stabiel en welvarend”
- Chen (震) – “Tsjen” – opwekkende kracht – “Tsjen helpt je opstaan”
- Ken (艮) – “Kun” – stilstand, rust – “Kun kan je kalmte doen kunnen”
- Chien (漸) – ‘Tsien’ – gestage ontwikkeling – ‘Tiens, trager gaat rapper (met wat geduld)’
- Kuei Mei (歸妹) – “Kwei Mee” – huwelijk, verbinding – “Kwei Mee verbindt twee harten”
- Feng (豐) – “Fung” – overvloed, vruchtbaarheid – “Fung laat je oogsten wat je zaait”
- Lu (旅) – “Loe” – beweging, reis – “Loe is de reis, niet de bestemming”
- Sun (巽) – “Sjun” – zachtaardigheid, flexibiliteit – “Sjun maakt je flexibel als bamboe”
- Tui (兌) – “Dwee” – vreugde, openheid – “Dweep met je vreugde”
- Huan (渙) – “Hwan” – oplossen, verandering – “Juan lost op in An”
- Chieh (節) – “Tsjèh” – matiging, beheersing – “Tsjèh, waar zijt gij gebleven”
- Chung Fu (中孚) – “Tjoeng Foe” – innerlijke waarheid, oprechtheid – “Tjoeng Foe leert je oprecht te zijn”
- Hsiao Kuo (小過) – “Sjao Kwo” – kleine overgang – “Sjao Kwo herinnert ons aan de kleine momenten”
- Chi Chi (既濟) – “Tsji Tsji” – voltooiing, afgerond – “Tsji Tsji betekent voltooiing”
- Wei Chi (未濟) – “Wèi Tsji” – onvoltooid, in beweging – “Wèi Tsji is onderweg”
blok in opbouw – lijst gegenereerd met ChatGPT@CEN – rev. dv@CEd
凡益之道 與時偕行
De HARUSMUZE is een eigentijds interactief orakelprogramma, het Beginsel van een generatief schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing.
De dagroutine ervan (20 min tot 1-2u praktijk’, 2-20 min leestijd) biedt de gebruiker ook een dagelijks hernieuwde kennismaking aan met de immens rijke denkwereld van de I Tjing
- Lees meer over het Harusmuzeprogramma
- Bekijk alle Harusmuzes
- Harusmuze Doc (oude versie)
H A R U S M U Z E
臨
28 – niets is onbewogen in beweging
79 – het moet weg om weg te kunnen worden
118 – zelfbedrog dooft de angst met hoop en moed
137 – allez vooruit, de achteruit is stuk
141 – de zon is zo groot als haar linkervoet
170 – maak de weg tot woonst en de woonst tot weg
326 – het zeggen hekelt spraak die ’t spreken mist
343 – de taakverdeling heeft uw hulp niet nodig
359 – jouw standpunt is waar jij zal ondergaan
compiled by dv@ CBN
Tarotkaart van de dag
De Smith-Waite Tarotkaart die ik trok vanochtend was Vier van Munten (Four of Pentacles).
Deze kaart werd in 1909 ontworpen door Pamela Colman Smith in opdracht van A.E. Waite.
Afbeelding
Op de Vier van Munten zien we een persoon gekleed in rijke kleding die stevig vasthoudt aan vier munten. Ze zitten geklemd tussen de armen en benen van de persoon, alsof ze angstvallig worden vastgehouden. De figuur kijkt naar de munten en lijkt geobsedeerd door materiële bezittingen. Achter de figuur is een stad te zien. De afbeelding straalt een sfeer van vasthoudendheid, controle en hebzucht uit.
Symboliek
De Vier van Munten vertegenwoordigt vasthoudendheid, controle en hebzucht. Het symboliseert de neiging om krampachtig vast te houden aan materiële bezittingen uit angst om ze te verliezen. De persoon op de kaart is gefocust op het behouden van zijn rijkdom en kan moeite hebben om te delen of anderen toe te laten in zijn innerlijke cirkel. Het herinnert ons eraan dat te veel nadruk op materiële zaken kan leiden tot afstand en isolement.
Kabbalistisch perspectief
Vanuit een Kabbalistisch perspectief kan de Vier van Munten worden geassocieerd met de Sefirah Chesed in de Levensboom van de Kabbala. Chesed staat voor genade, vrijgevigheid en overvloed. Deze kaart herinnert ons eraan om een evenwicht te vinden tussen het behouden van materiële rijkdom en het openstaan voor het delen van onze middelen en ervaringen met anderen. Het wijst op het belang van vrijgevigheid en het doorbreken van egoïstische neigingen.
Theosofisch perspectief
Vanuit een Theosofisch perspectief vertegenwoordigt de Vier van Munten de valkuil van materialisme en de beperkingen van hebzucht. Het spoort ons aan om onze relatie met materiële bezittingen in evenwicht te brengen en te beseffen dat ware rijkdom niet alleen wordt gemeten in termen van materiële overvloed. Het symboliseert ook de noodzaak om open te staan voor spirituele groei en om anderen te ondersteunen, in plaats van alleen bezig te zijn met het vergaren van persoonlijke rijkdom.
Samenvattend
De Vier van Munten symboliseert vasthoudendheid, controle en hebzucht. Het waarschuwt voor de valkuil van te veel nadruk leggen op materiële bezittingen en het afsluiten van anderen. Vanuit een spiritueel perspectief herinnert deze kaart ons eraan om een evenwicht te vinden tussen het behouden van materiële rijkdom en het delen ervan met anderen. Het benadrukt het belang van vrijgevigheid, openheid en spirituele groei in plaats van enkelvoudige focus op persoonlijk gewin.
Timestamp ChatGPT: 2023-05-27 – rev. dv@CEa
NKdeE Bibliografie Tarot
Deze werken consulteer ik om de info van ChatGPT te fact-checken
- BANSHAF 1998: Banzhaf, Hajo, De Tarot. Het Grote Levensavontuur, Amsterdam, 1998, ISBN 90 637 8394 9
- BUTTER 1986: Butter, Maureen: De Tarot als synthese van westerse mystiek, Deventer 1986, ISBN 90 202 3845 5
- DECKER 2002: Decker, Ronald & Dummett, Michael: A History of the Occult Tarot, Richmond 2019 (re-ed.), ISBN 9780715645727
- FARLEY 2009: Farley, Helen: A Cultural History of Tarot. From Entertainment to Esotericism, London-New York 2009, ISBN 9781848850538
- KAPLAN 1997 : Kaplan, Aryeh: Sefer Yetsirah. The Book of Creation In Theory and Practice. Revised Edition, San Francisco 1997, ISBN978-0-87728-855-8
- POLLACK 1997: Pollack, Rachel: Seventy eight degrees of wisdom. A book of Tarot. Revised with a New Preface, Dublin 1997 ISBN 978-0-7115-3572-1
- PLACE 2005: Place, Robert M.: The Tarot. History, Symbolism, and Divination, New York 2005, ISBN 1-58542-349-1
- TON 2001: Ton, Jan: Beeld van Tarot, volledig herziene versie, Hilversum 2001, ISBN 90 73140 63 3
- WAITE 1910: Waite, A.E.: The original Rider Waite. The Pictorial Key to the Tarot. An illustrated Guide, Rider -Penguin, London 2021, ISBN 9781846047244
noot: Deze bibliografie wordt gaandeweg aangevuld met historisch belangrijke werken, hedendaagse academische studies en werken die naar mijn aanvoelen getuigen van een levende en ernstige Tarot–praktijk. Dat laatste betreft dus een louter subjectieve, en erg contingent bepaalde keuze van mij, dv, uit de schier onverwerkbare massa aan bestaande Tarot-publicaties. Of een bepaald werk al dan niet is opgenomen in deze bibliografie impliceert verder geen enkel waardeoordeel van schrijver dezes.
ChatGPT TAROT prompt
Om tot een basistekst te komen die ik vervolgens bewerkte gebruikte ik de ‘prompt’ hieronder die in overleg met ChatGPT werd en verder wordt ontwikkeld.
Een prompt is hoe je de chatbot een vraag stelt. De uitvoer die u krijgt kan verschillen van wat ik kreeg, daar ChatGPT 3.5 ook de context van onze conversatie(s) gebruikt om tot een optimaal resultaat te komen. Zo geef ik ChatGPT ook telkens een voorbeeld mee van hoe ik de vorige kaart bewerkte en geef ik zoveel ik kan feedback vanuit mijn lectuur en wat ik waarneem.
ChatGPT ‘ziet’ immers niet wat er op de kaart staat afgebeeld maar maakt een eigen synthese van de beschrijvingen in het trainingsmateriaal. Een correcte, objectieve beschrijving van de wat er staat afgebeeld is dan ook cruciaal als feedback. En uiteraard is ook wat ik lees bij vanuit de praktijk van anderen van grote waarde voor het leerproces.
# Beschrijf de Smith-Waite-versie van de Tarotkaart [kaartnaam] in 5 alinea's in het Nederlands.
# Eerste alinea: beschrijf wat er te zien is op de kaart.
# Tweede alinea: wat de kaart vertegenwoordigt.
# Derde alinea: uitleg van de kaart vanuit een Kabbalistisch perspectief.
# Vierde alinea: uitleg van de kaart vanuit een Theosofisch perspectief.
# Vijfde alinea: samenvatting en conclusie.
voor de kaarten uit de Kleine Arcana komt daar nog bij:
# Gebruik in deze versie alstublieft zo goed als het kan genderneutrale taal wanneer u verwijst naar de menselijke figuren die op de kaart worden afgebeeld.
NKdeE Chalk Tarot
Ik vond in de Kringwinkel twee kartonnen krijtbordjes voor 60 cent. Materiaal genoeg voor een Tarotspel zonder ‘originele’ tekeningen, want die moet ik de volgende dag uitvegen om de nieuwe kaart te tekenen. De invoer wordt gevormd door de Hebreeuwse letter die ik ’s ochtends trok. Alleen de ‘Trionfi’ / ‘Troeven’ ofte ‘Grote Arcana’ dus. De associaties met het Hebreeuwse alfabet zijn die van het zgn. ‘Boek T’ van de Golden Dawn en voor de toewijzing ervan op de Levensboom in de Kabbala volg ik een schema van Isaac ben Solomon Luria Ashkenazi aka ’the Ari’.
Die toewijzingen, waarover men eindeloos zou kunnen discussiëren, hebben m.i. minder belang dan de coherentie die je inhoudelijk en in je praktijk aan het kaartendeck als ‘levend, interactief denkkader’ (als evoluerend programma, dus) toekent en de beste manier om dergelijke coherentie te bereiken en staande te houden is door wat je verkrijgt/ontdekt in de praktijk consequent maar dynamisch en met de nodige openheid te volgen.
Het kan voor de kaartspelgebruiker wel interessant zijn om een bestaand kader aangereikt te krijgen en als bedenker/ontwerper van een Tarotspel kies je dan m.i. best voor ‘systemen’ die de tand des tijds al wat doorstaan hebben zodat het geheel aansluiting kan vinden bij de semantisch expliciete dan wel epigenetisch impliciet getransfereerde traditie (het ‘collectief onderbewuste’, of ‘het archetypische’ zoals men dat vaker noemt).
Al die ‘magische’ of ‘esoterische’ concordanties vallen overigens uiteindelijk, soms na eeuwen van ‘vijven en zessen’, als vanzelf in hun definitieve ‘stand’, een beetje zoals het balletje van een casino-roulette de vreemdste bokkesprongen maakt om uiteindelijk in het ene vakje te vallen waar het, voor de winnaar althans, ’thuis hoort’.
Maar in dit geval zijn we allemaal ‘winnaars: het betreft immers een taal-bepaald gegeven en de humane taal zoekt op elk moment ‘autonoom’ de grootst mogelijke coherentie op…
~
copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication
contact: dirkvekemans@yahoo.com
VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.
de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.
steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:
Noten