[het ontwerp van deze site is geoptimaliseerd voor raadpleging op PC/tablet]
gedicht
plicht
[moment #71]
@init: declareer de variabelen;
er: plaats en tijd van het gebeuren;
een: een ontbreken;
// de zaligheid die er nooit is, het zalige valt te beurt, het gebeurt.
het: het moment;
// vindt slechts plaats wanneer de ogen zich sluiten, daar, nu, op de plaats waar de geest zichzelf ontwaart en zich weet op te heffen. de artichoc der zelfaanschouwing. het hartsgedaver. het kabaal. de ellende. de verlossing. het onnoemelijke verdriet.
de: de diepte;
// de diepte van de liefde dieprood in de liefde voor de lust en opdiepende daar de diepere diepte van liefde voor de liefde die slechts een geven is.
de: de de de;
// de iteratief van de daad, de geofferde dader, het bedenderde lijden, het doen tot de daad erop volgt. de recursie van de genocide in het zwijgen als vermoord.
zelf (terwijl het is wat het is en niet is) neigt het bij herhaling naar een. het wordt het dagelijkse, het onbedachte, het vanzelfsprekende. het wordt een dag als een ander. het is een kennen van het vergetene zoals je weet dat de zon opkomt en geen enkele ster zich daartoe leent.
welk kwaad wou u het verwijten, overigens? lekker is wat lekker is. de droom van het zijn is ons allen ontnomen, het is het zwart dat het als negatieve god omarmde. en u? niets is het vergeten, niets heeft nooit meer dan nu bestaan. en van u weet het alles nog: het tieren, het brullen, de slagen, het pletten, het stampen recht op het been van wat verloren ging.
de schicht van pijn die het verlossing bracht.
het insijpelen van de genade.
de versleuteling in het vlees, de poort van de ziel.
de oninneembare vesting van het geheim, de vermeende vernietiging van de herinnering aan het paradijs (pardes).
maar het likt alweer uw lippen, maakt een haar: nieuwe Haar van u, verwoordt u naar behoren, verlettert u tot de vaste grond waarin het had behoren te bloeien volgens de ontbrekende g in de code.
en zie, het heeft een match: nieuwe Match, dus volgt er weerom het noodwendige kletteren der profielen in de zwoelte der nachten.
de, de, de, zolang het lijf nog zinnen heeft: ontkenning op ontkenning tot het kennen komt in de zegen van vergetelheid. slaafser dan een hond neemt het u in haar. koud in haar reet, desnoods, droog in haar kut. pervertering van het geven tot een krijgen, een hebben dat men zou geven kunnen, maar men geeft slechts het krijgen van een bevel.
en u, u zucht amper. wendt zich de blik. maar kijk, zie hier, hoe ze kronkelt van genot: een vlezige bloem voor u, een wiegende slet met ettelijke bleke kelkjes. markeer de tong:
elk lijf onthoudt wat men vergeten wil en zoekt de wegen naar het woord.
het schreef en schrijft omdat geen oor van hen het zwijgen hoort, omdat geen oog van hen de geheimen leest, omdat alles en niets van het zien en het horen vergaat in de gaswolken boven het niemandsland waarin ook uw versmachtende strelen verstillen moet tot de stilte in de stilte die een vereiste is midden in het strelende hart van het strelen, het ijskoude gebrek aan geweld.
neen, het staart niet navel want het kijkt naar u.
neen, het oordeelt niet, het is vergiffenis.
neen, het wil geen retributie, faam of achting maar het minimum van rechtvaardigheid: de algehele afwezigheid van de mechanismen der discriminatie, der minachting en van de genadeloze uitsluiting.
zacht maar oorverdovend wordt het een ik in u, een wens-ik, een blauwe geschelpte die weet dat het een het is, en een het blijven zal, dus dat het hebben moet, en kletteren.
zo eenvoudig is het, niet, dat nijdige ik van ons? u weet het best, want ook u is wat het is, is het niet? wat een janboel toch de wereld is: bergen leed en dalen droefenis met middenin de waarheid die enkel daar geen leugen is.
het laat het zijn, dat wrede ik, en bidt om vrede nu.
het geeft de gratie door die het ontving als bij verordening.
het wrijft het tekstlijf schoon van vlagen zinsverbijstering. het zal nog spreken slechts van liefde, blijheid en verankering.
het maakt de ander die het is deelachtig aan het woord dat nooit van iemand is.
het is auteur dus dit is plicht.
en u? wat nu, u?
invoertekst (2016) – versie 2020 – rev. dv@CFK
over ‘HET MOMENT‘
Het prozagedicht van vandaag is uitvoer van het programma ‘HET MOMENT‘.
De invoer van ‘HET MOMENT’-programma is een genummerde serie teksten getiteld ‘moment‘ van 2015-2016 herwerkt tot lyrisch proza in 2020 en die teksten worden thans door het Gedicht van de Dag, het trage herschrijfprogramma van de NKdeE, publiek maar ‘in stilte’ herschreven.
De originele teksten worden daarbij overschreven, de restanten ervan bestempelt als ‘deprecated’ en geleidelijk van publieke lezing afgeschermd, in de vergetelheid geduwd, waar ze thuishoren.
Ik herlees en herschrijf deze ‘live’ getuigenis van het laatste stadium van mijn drankverslaving ondertussen als de getormenteerde aanloop, de troosteloze afgang naar een kantelpunt in mijzelf, een ommeslag die ik poog te relateren aan de ontzagwekkende globale transformatie die we nu m.i. mondiaal beleven en ondergaan. In hoeverre dat iets zinvols of bruikbaars oplevert, dat valt nog te bezien.
In mijn microwereldje plooi en perforeer ik voortdurend de tijd met mijn herschrijven en ik naai in deze reeks in stilte de mantel der liefde toe over mijn persoonlijk kantelpunt, en het eigen lijden dat daarmee gepaard ging. Voor mijzelf en het geheel van mijn schrijfwerk is het een therapeutische loutering, een sanering van de ondergrond en een traject waar ik voor mijzelf door moet.
Vrolijk word je er niet van, maar de goede afloop alleen al (ik vier straks mijn zesde jaar van volledige abstinentie) vermag het hopelijk om van deze afdaling naar de hel van het alcoholisme een positief, exemplarisch verhaal te maken. De grote boodschap van ‘HET MOMENT’ is, of wordt alleszins: hoe erg het ook wordt, met de nodige hulp geraak jij er uit. Kijk maar, het kán, en als het lukt is het zalig.
In dit stadium hebben de teksten weinig aandacht nodig, maar de methodes van mijn programmatie vereisen wel dat het schrijven op elk moment publiek beschikbaar moet zijn. Moge wat rot was aldus in de plooien van de tijd verdwijnen en zo straks alsnog voeding worden, gezonde aarde voor een nieuwe bloei.
links
- het_moment_2023.docx : alle ‘het moment’ teksten in hun meest recente versie, verzameld in een Wordbestand
- alfabetisch lijst eerste regels
- chronologisch overzicht van de teksten zoals ze hier verschenen in 2020 als ‘Gedicht van de Dag’. Elk bestand heeft voorlopig nog een link naar de debuuttekst van 2015-2016 en wordt in 2023 geredigeerd. De versies van 2020 en 2015-2016 blijven uiteindelijk enkel als bron ter verantwoording bewaard in de revisiegeschiedenisbestanden van WordPress.
- over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma
- lees meer output van het ‘Gedicht van de Dag‘-programma
dv 2020 – rev. dv@CHS
collage 2.0
citaat
“de praktijk van het geaugmenteerde schrijven begint bij het verwerpen van de finaliteit van de tekst: het doel van de praktijk is niet de productie van een voltooide tekst, maar de praktijk van het schrijven zelf. ”
dv over de praktijk van het geaugmenteerd schrijven in het ‘journal intime’ van 2020
“Citaten” verwijzen naar publicaties op deze site of elders op internet. Ze nodigen de lezer uit om een leestraject aan te vatten, of op deze site, en/of op Wikipedia en/of elders.
dv@CEb – rev. dv@CFL
FRANCESCO PETRARCA – TRIUMPHUS CUPIDINIS
Triomf van de Liefde
I
ITA
NED
Al tempo che rinnova i miei sospiri per la dolce memoria di quel giorno che fu principio a sì lunghi martiri, già il sole al Toro l'uno e l'altro corno scaldava, e la fanciulla di Titone correa gelata al suo usato soggiorno. Amor, gli sdegni e 'l pianto e la stagione ricondotto m'aveano al chiuso loco ov'ogni fascio il cor lasso ripone. Ivi fra l'erbe, già del pianger fioco, vinto dal sonno, vidi una gran luce, e dentro, assai dolor con breve gioco, vidi un vittorïoso e sommo duce pur com'un di color che 'n Campidoglio triunfal carro a gran gloria conduce. I' che gioir di tal vista non soglio per lo secol noioso in ch'i' mi trovo, voto d'ogni valor, pien d'ogni orgoglio, l'abito in vista sì leggiadro e novo mirai, alzando gli occhi gravi e stanchi, ch'altro diletto che 'mparar non provo: quattro destrier vie più che neve bianchi; sovr'un carro di foco un garzon crudo con arco in man e con saette a' fianchi; nulla temea, però non maglia o scudo, ma sugli omeri avea sol due grand'ali di color mille, tutto l'altro ignudo; d'intorno innumerabili mortali, parte presi in battaglia e parte occisi, parte feriti di pungenti strali. Vago d'udir novelle, oltra mi misi tanto ch'io fui in esser di quegli uno che per sua man di vita eran divisi. Allor mi strinsi a rimirar s'alcuno riconoscessi ne la folta schiera del re sempre di lagrime digiuno. Nessun vi riconobbi; e s'alcun v'era di mia notizia, avea cangiata vista per morte o per prigion crudele e fera. Un'ombra alquanto men che l'altre trista mi venne incontra e mi chiamò per nome, dicendo: - Or questo per amar s'acquista! Ond'io meravigliando dissi: - Or come conosci me, ch'io te non riconosca? - Et ei: - Questo m'aven per l'aspre some de' legami ch'io porto, e l'aer fosca contende agli occhi tuoi; ma vero amico ti son e teco nacqui in terra tosca. - Le sue parole e 'l ragionare antico scoverson quel che 'l viso mi celava; e così n'assidemmo in loco aprico, e cominciò: - Gran tempo è ch'io pensava vederti qui fra noi, ché da' primi anni tal presagio di te tua vita dava. - E' fu ben ver, ma gli amorosi affanni, mi spaventar sì ch'io lasciai la 'mpresa; ma squarciati ne porto il petto e' panni. Così diss'io; et ei, quando ebbe intesa la mia risposta, sorridendo disse: - O figliuol mio, qual per te fiamma è accesa! - Io nol intesi allor, ma or sì fisse sue parole mi trovo entro la testa, che mai più saldo in marmo non si scrisse; e per la nova età, ch'ardita e presta fa la mente e la lingua, il dimandai: - Dimmi per cortesia, che gente è questa? - - Di qui a poco tempo tel saprai per te stesso - rispose - e sarai d'elli: tal per te nodo fassi, e tu nol sai; e prima cangerai volto e capelli che 'l nodo di ch'io parlo si discioglia dal collo e da' tuo' piedi anco ribelli.
Italiaanse tekst gecopieerd van: https://petrarch.petersadlon.com/trionfi/i_trionf.txt
In ’t seizoen waarin mijn smarten openbloeien
bij de zoete herinnering aan de dag
die aanvang was van mijn lange lijden,
warmde reeds de zon de Stier zijn beide hoornen
en ’t liefje van Tithonus rende verstijfd
van de kou naar haar geliefd verblijf.
De liefde, het voorjaar, de hoon en het huilen
hadden mij weer naar mijn toevlucht gebracht,
de kluis waar ’t weke hart haar lasten leggen placht.
Daar in het gras, van droomgewonnen
flauw geween weerom, zag ik een groot licht,
met middenin – weinig spel met veel verdriet –
een zegevierend oppermachtige leider
zoals zij die op het Capitool de wagen
van de triomf naar grote glorie leiden.
Genieten van zo’n aanblik ben ik niet gewend:
de sombere tijden waarin ik mij bevind,
zijn vol hoogmoed en van waarden gans ontdaan.
Ik sloeg de zware, moede ogen op
en zag een dracht zo gracieus en nieuw
maar voelde vreugde enkel in ’t sommeren:
vier paarden witter dan de sneeuw;
een woeste krijger op een wagen van vuur
met een boog in de hand en pijlen aan zijn zijde;
niets vreesde hij, dus hij had geen harnas of geen schild,
maar op zijn schouders slechts twee grote vleugels,
met duizend kleuren, en voor de rest gans naakt;
eromheen ontelbare stervelingen,
een deel gevangen in de strijd, een deel gedood,
en anderen gewond door scherpe pijlen.
Dorstend naar meer dreef ik mij verder
zo fel werd ik in wezen één met hen,
wier eigen hand zich van het leven sneed.
Toen dwong ik mij te kijken of ik,
nog steeds op een dieet van tranen, iemand
herkennen kon in de dichte schare bij de koning.
Niemand zag ik, en als er iemand liep
uit mijn leven was hun gelaat vertekend
door de wrede gruwel van gevangenschap.
Eén schim, wat minder somber dan de anderen,
kwam mij tegemoet en riep mij bij naam
en zei: “Zie hier wat je krijgt voor al dat minnen!”
Verbaasd zei ik: “Hoe is het mogelijk dat jij mij herkent en ik jou niet?” En hij antwoordde: “Dat komt door de zware last van de ketenen
die ik draag en de donkere lucht verstoort jouw zicht;
maar waarachtig, mijn vriend, ik ben jouw metgezel en ben
samen met jou geboren in Toscaans land.
Zijn woorden en ouderwetse manier van spreken
ontsloten het geheim van zijn gezicht, dus namen we plaats op een open plek, en hij begon:
“Het is al lange tijd dat ik hoopte jou hier bij ons te zien, want vanaf je vroege jaren voorspelde jouw leven dit moment.”
-“Dat is zeker waar, maar de liefdespijnen schrikten me af, zodat ik het avontuur opgaf. Maar ik draag de littekens nog steeds in mijn hart en op mijn kleren.”
Dat zei ik, en toen hij mijn antwoord hoorde, glimlachte hij en zei: “Oh, mijn zoon, wat voor vuur brandt er niet voor jou!”
Op dat moment begreep ik het niet, maar zijn woorden
staan nu zo stevig in mijn hoofd gegrift, als nooit tevoren in marmer;
een met mijn taal en mijn denken stoutmoedig en licht van de lente, vraag ik hem: “Vertel me alstublieft, wie zijn toch die mensen?”
– “Binnenkort zul je het zelf weten”, antwoordde hij,
“en je zult een van hen zijn: zonder dat je het weet, wordt er een knoop voor jou gemaakt,
en je gezicht en je haar zullen veranderd zijn voordat de knoop waarover ik spreek, van je nek en van je nog opstandige voeten wordt losgemaakt.
rev. dv@CGL
Chatlinks:
lees (een deel) onze conversatie(s) om tot dit resultaat te komen
lees de ‘Triomf van de Liefde’ verder in de onbewerkte ChatGPT-vertaling
“Binnenkort zul je het zelf weten,” antwoordde hij, “en je zult er deel van uitmaken:
zo wordt er voor jou een knoop gevormd, en je weet het niet;
en je zult eerst van uiterlijk en haar veranderen
voordat de knoop waarover ik spreek van je hals en ook je opstandige voeten wordt losgemaakt.
Maar om je jeugdige verlangen te bevredigen,
zal ik over ons vertellen, te beginnen met de grootste,
die ons zowel leven als vrijheid heeft ontnomen.
Deze is degene die de wereld Cupido noemt:
bitter zoals je ziet en nog beter zult zien
wanneer hij jouw heer zal zijn zoals hij de onze is;
een bescheiden jongeman en een trotse oude man:
hij weet heel goed wie het ervaart, en wees er zeker van
dat hij dat duizend jaar heeft gedaan: tot nu toe heb je geslapen.
Hij werd geboren uit ledigheid en zoete, vleiende gedachten,
heer en god gemaakt door ijdele mensen.
Sommigen sterven door hem, anderen leiden een bitterder leven onder duizend ketenen en duizend sleutels.
Hij die op zo’n nobele en glorieuze manier tevoorschijn komt,
is Caesar, die in Egypte Cleopatra vastbond tussen
de bloemen en het gras; nu wordt er triomf gevierd over hem,
en dat is terecht, want hij heeft de wereld overwonnen
en anderen hebben hem overwonnen, waardoor de overwinning
van zijn overwinnaar zijn roem is.
De ander is zijn zoon; en hij hield nog rechtvaardiger van hem:
hij is keizer Augustus, die Livia van anderen afpakte door te smeken.
De derde is Nero, meedogenloos en onrechtvaardig;
zie hem gaan vol woede en minachting;
een vrouw overwon hem, en hij lijkt zo machtig.
Zie de goede Marcus, vol lofwaardigheid,
vol filosofie in taal en hart;
maar toch houdt Faustina hem hier onder controle.
Die twee, vol angst en argwaan,
de een is Dionysus en de ander is Alexander;
maar diegene heeft een effectieve reden om bang te zijn.
De ander is degene die onder Antandros huilde
om de dood van Creusa, en zijn liefde nam
die van zijn zoon afgenomen werd door Evander.
Je hebt gehoord over degene die weigerde
de wreedheid van zijn stiefmoeder te tolereren
en door zijn gebeden te ontsnappen,
maar die zuivere en vriendelijke bedoeling
bracht hem om het leven, zijn liefde veranderde in haat;
Phaedra, een vreselijke en slechte minnares,
en zij stierf eraan: misschien een wraak
van Hippolytus en Theseus en Adriane,
die, zoals je goed weet, door liefde naar de dood snelden.
Degene die anderen berispt maar zichzelf veroordeelt;
want hij die genoegen schept in bedrog,
moet niet klagen als anderen hem bedriegen.
Zie de beroemde man, met zoveel lof,
gevangen genomen tussen de dood van twee zussen;
de een is van hem, en hij geniet van de andere.
Degene die bij hem is, is de machtige en sterke Hercules,
die door liefde werd overwonnen; en de andere is Achilles,
die zoveel leed ondervond van zijn liefde.
Die is Demophon, en zij is Phyllis;
die is Jason, en de andere is Medea,
die Amor volgden door vele steden;
en zij is het meest bedroefd vanwege haar vader en broer,
evenzo is ze het meest verward en kwaadaardig vanwege haar geliefde,want ze was het waard om meer dan haar liefde te zijn.
Dan komt Isiphile, en zij klaagt ook
over de barbaarse liefde die de hare heeft afgenomen.
Dan komt zij die de titel van schoonheid verdient;
met haar is de herder die haar mooie gezicht
zo aandachtig bekeek, waardoor grote stormen ontstonden,
en de wereld ondersteboven werd gekeerd.
Daarna hoor je de klachten tussen de andere bedroefden;
Enone over Paris, en Menelaus
over Helena, en Hermione die Orestes roept,
en Laodamia over haar Protesilaus,
en Argia over Polynices, veel trouwer
dan de hebzuchtige vrouw van Amphiaraus.
Luister naar het huilen en de zuchten, luister naar het geschreeuw
van de ongelukkigen die in brand staan, wiens geesten
aan hem zijn gegeven die hen op deze manier leidt.
Ik zou je nooit de namen van hen allemaal kunnen vertellen,
niet alleen mannen, maar ook goden in grote aantallen
vullen het bos en de schaduwrijke mirten.
Zie de mooie Venus en met haar Mars,
omringd door ijzer om zijn voeten, armen en nek,
en Pluto en Proserpina apart;
zie de jaloerse Juno en de blonde Apollo,
die de jeugd en de boog placht te minachten
die hij kreeg in Thessalië en die hem zo liet vallen.
Wat moet ik zeggen? In één stap ben ik minder ver gegaan:
ze zijn hier allemaal gevangen, de goden van Varro;
en Jupiter wordt voor de wagen gebracht, beladen
met ontelbare boeien.
Bing versie van deel I
Toen de tijd mijn zuchten vernieuwde
door de zoete herinnering aan die dag
die het begin was van zo lange kwellingen,
verwarmde de zon al de ene en de andere hoorn
van de Stier, en het meisje van Tithonus
rende bevroren naar haar gebruikelijke verblijfplaats.
Liefde, de minachting, en het huilen, en het seizoen
hadden me teruggebracht naar de afgesloten plaats
waar elk bundel het vermoeide hart neerlegt.
Daar tussen de grassen, al zwak van het huilen,
overwonnen door de slaap, zag ik een groot licht,
en daarbinnen, veel pijn met weinig spel,
zag ik een overwinnaar en hoogste leider
net als een van die kleuren die op het Capitool
triomfwagen naar grote glorie leiden.
Ik die niet gewoon ben te genieten van zo’n gezicht
door de saaie eeuw waarin ik me bevind,
leeg van elke waarde, vol van elke trots,
bewonderde ik de kleding zo sierlijk en nieuw
in het zicht, terwijl ik mijn zware en vermoeide ogen ophief,
die geen ander genot dan leren kennen:
vier paarden veel witter dan sneeuw;
op een wagen van vuur een wrede jongen
met boog in de hand en met pijlen aan zijn zijden;
hij vreesde niets, daarom geen maliënkolder of schild,
maar op zijn schouders had hij alleen twee grote vleugels
van duizend kleuren, al het andere naakt;
rondom ontelbare stervelingen,
sommigen gevangen in strijd en sommigen gedood,
sommigen gewond door scherpe pijlen.
Verlangend om nieuws te horen, ging ik verder
totdat ik een van hen was
die door zijn hand van het leven waren gescheiden.
Toen drong ik erop aan om te kijken of ik iemand herkende
in de dichte menigte
van de koning die altijd dorstig is naar tranen.
Ik herkende niemand; en als er iemand was
van mijn kennis, had hij zijn gezicht veranderd
door dood of door wrede en wilde gevangenschap.
Een schaduw iets minder dan de andere droevig
kwam naar me toe en riep me bij naam,
zeggend: – Dit is wat men krijgt voor liefhebben! –
Waarop ik me verwonderend zei: – Hoe ken je mij,
dat ik jou niet herken? –
En hij: – Dit gebeurt mij door de harde lasten
van de banden die ik draag, en de donkere lucht
betwist je ogen; maar ik ben je ware vriend
en ik ben met jou geboren in Toscaans land. –
Zijn woorden en zijn oude manier van spreken
ontdekten wat zijn gezicht voor mij verborg;
en zo gingen we zitten op een open plek,
en hij begon: – Ik dacht al lang
je hier bij ons te zien, want vanaf je eerste jaren
gaf je leven zo’n voorteken van jou. –
Het was wel waar, maar de liefdevolle kwellingen,
schrikten me zo dat ik de onderneming liet varen;
maar gescheurd draag ik mijn borst en mijn kleren. –
Zo zei ik; en hij, toen hij mijn antwoord hoorde,
glimlachend zei:
O mijn zoon, wat een vlam is voor jou aangestoken! –
Ik begreep hem toen niet, maar nu heb ik zo vast
zijn woorden in mijn hoofd,
dat ze nooit steviger in marmer werden geschreven;
En door de nieuwe leeftijd, die dapper en snel
de geest en de tong maakt, vroeg ik hem:
Vertel me alsjeblieft, wie zijn deze mensen? –
Je zult het binnenkort zelf weten
en je zult een van hen zijn:
zo’n knoop wordt voor jou gemaakt, en je weet het niet;
en je zult je gezicht en haar veranderen
voordat de knoop waarover ik spreek zich losmaakt
van je nek en van je nog rebelse voeten.
Maar om je jeugdige verlangen te vervullen
zal ik je over ons vertellen, en eerst over de grootste,
die zo ons leven en vrijheid berooft.
Dit is degene die de wereld Liefde noemt:
bitter zoals je ziet en je beter zult zien
wanneer hij van jou zal zijn zoals hij van ons is:
zachtmoedige jongeling, en wrede oude man:
wie hem ervaart weet het goed, en maak het voor jezelf duidelijk
voor duizend jaar: tot nu toe maak ik je wakker.
Hij werd geboren uit ledigheid en menselijke wellust,
gevoed door zoete zachte gedachten,
gemaakt tot heer en god door ijdele mensen.
Wie is er door hem gestorven, wie leidt met strengere wetten
zijn leven bitter en scherp
onder duizend ketenen en duizend sleutels.
Die in zo heerlijke en zo trotse
aanblik eerst komt is Caesar, die in Egypte
Cleopatra bond tussen de bloemen en het gras;
nu wordt er over hem getriomfeerd, en het is terecht,
als hij de wereld overwon en anderen hem overwonnen,
dat van zijn overwinnaar de glorie het voedsel is.
De andere is zijn zoon; en ook hij hield meer rechtvaardig:
hij is Caesar Augustus,
die Livia zijn, smekend, wegnam van een ander.
Nero is de derde, wreed en onrechtvaardig;
zie hem gaan vol van woede en minachting;
een vrouw overwon hem, en hij lijkt zo sterk.
Zie de goede Marcus, waardig van elke lof,
vol van filosofie de tong en de borst;
maar toch maakt Faustina hem hier tot een teken.
Vertaling door Microsoft Bing, een webzoekmachine die gebruik maakt van kunstmatige intelligentie om gebruikers te helpen met hun zoekopdrachten. Voor meer informatie, bezoek https://www.bing.com/.
DeepL versie van deel I
Naar de tijd die mijn zuchten vernieuwt
om de zoete herinnering aan die dag
Die het begin was van zulke lange martelaren,
Al de zon bij Stier de ene hoorn en de andere
Opgewarmd, en het meisje van Titone
Rende bevroren naar haar gebruikte verblijfplaats.
Liefde, minachting, en huilen, en het seizoen
Brachten me terug naar de gesloten plaats
Waar elke bundel het vermoeide hart opbergt.
Daar tussen de grassen, al van wenen schemerig,
Gewonnen uit mijn slaap, zag ik een groot licht,
En binnenin, veel pijn met kort spel,
Zag ik een zegevierende en opperste leider
Zelfs als een van hen die in het Capitool
Triomfwagen naar grote glorie leidt.
Ik, die niet blij ben met zo’n aanblik
Voor de saaie leeftijd waarin ik me bevind,
Gewijd aan alle moed, vol van alle trots,
De jurk in zicht zo sierlijk en nieuw
Ik keek ernaar, terwijl ik mijn ogen ophief, ernstig en vermoeid,
Die andere vreugde dan te leren voel ik niet:
Vier rossen mooier dan sneeuwwit
Op een wagen van vuur een ruwe krijger
Met boog in zijn hand en pijlen aan zijn zijde;
Niets vreesde hij, maar geen ketting of schild,
Maar op zijn opperarmbeen had hij slechts twee grote vleugels
Van kleur duizend, alle andere naakt;
Om hem heen ontelbare stervelingen
Sommige gevangen in de strijd, en sommige afgesloten
Gedeeltelijk gewond door stekende pijlen.
Beducht om nieuws te horen, ging ik verder.
Zozeer dat ik een van hen was
Die door zijn hand van het leven waren gescheiden.
Toen klemde ik me vast om te kijken of iemand
die ik herkende in de drukke menigte
Van de Koning die altijd met tranen vastte.
Niemand herkende ik; en als er iemand was
Van mijn nieuws was hij van gezicht veranderd
Door de dood, of door wrede gevangenschap.
Een schaduw die iets minder bedroefd was dan de anderen
Kwam me tegemoet en riep me bij mijn naam,
Zeggend: “Nu is dit uit liefde gekocht! –
Waarop ik verwonderd zei: “Hoe ken je mij nu?
Kent gij mij, dat ik u niet herken? –
En hij zei: “Dit is tot mij gekomen door de bitterheid
Van de banden die ik draag, en de mistige lucht
Strijdt met uw ogen, maar ware vriend
Ik ben voor u, en werd voor u geboren in het Tosca-land. –
Zijn woorden en de oude redenering
Onthulden wat het gezicht voor mij verborg;
En zo zaten we op open terrein,
En begonnen: – Een lange tijd heb ik gedacht
U hier onder ons te zien, sinds mijn vroegste jaren
Zulke voorgevoelens over jou gaf jouw leven. –
En dat was ook zo, maar de liefdesperikelen
Schrokken me zo af dat ik de onderneming verliet;
Maar in mijn boezem draag ik mijn gescheurde kleren. –
Aldus zei ik; en hij, toen hij mijn antwoord had gehoord
Glimlachend zei hij:
O mijn zoon, wat een vlam is er voor jou ontstoken! –
Ik hoorde het toen niet, maar nu zo gefixeerd
Ik vind zijn woorden zo vast in mijn hoofd
Dat nooit zo stevig in marmer werd geschreven;
En voor de nieuwe tijd, die moedig en leent
Maakt de geest en de tong, vroeg ik het:
Vertel me uit beleefdheid, welke mensen zijn dit? –
Over een tijdje zul je het weten
Voor jezelf,” antwoordde hij, “en tot hen behoren:
Zo is voor u een knoop gelegd en gij weet het niet;
En eerst zult gij uw gezicht en haar veranderen.
Dat de knoop waarover ik spreek losgemaakt wordt.
Van uw hals en van uw voeten ook opstandig.
Maar om uw jeugdig verlangen te vervullen
Zal ik over ons vertellen, en eerst over de Majoor
Die ons zo leven en vrijheid ontneemt.
Dit is hij die de wereld Liefde noemt:
Bitter als je ziet, en je zult het beter zien.
Wanneer hij de uwe is zoals hij onze Heer is:
Een tamme jongeling en een felle krijger:
Goed weet hij die het probeert, en voor u een duidelijke zaak
Zelfs duizend jaar; tot nu toe wek ik u.
Hij werd geboren uit luiheid en menselijke wellust,
Gevoed met zoete en zachte gedachten,
Door ijdele mensen tot heer en god gemaakt.
Hij die van hem stierf, die met zwaardere wetten
Wetten zijn harde en bittere leven leidt
Onder duizend ketenen en duizend sleutels.
Hij die in zo heerszuchtig en zo trots
Komt als eerste in zicht is Caesar, die in Egypte
Cleopatra bond tussen de bloemen en het gras;
Nu triomfeert hij en staat rechtop,
Als hij de wereld won, en anderen hem wonnen,
Dat van zijn overwinnaar is de glorie.
De andere is zijn zoon; en hij hield van hem
Rechtvaardiger: hij is Caesar Augustus,
Die Livia, smekend, van een ander nam.
Neron is de derde, veracht en onrechtvaardig;
Zie hem gaan vol toorn en minachting;
Femina overwon hem, en lijkt zo robuust.
Zie de goede Mark van alle lof waardig,
Vol van filosofie zijn tong en zijn borst;
Maar toch laat Faustina hem hier staan om te markeren.
Die twee vol angst en achterdocht,
De een is Dionysius, de ander Alexander;
Maar dat van zijn angst heeft waardig effect.
De ander is hij die onder Antander weende
De dood van Creusa, en zijn liefde wegnam
Van hen die zijn zoon van Evander nam.
Hoort gij redeneringen van iemand die niet wilde
Niet wilde toestemmen in de woede van zijn stiefmoeder
En uit haar gebeden vluchtte,
Maar dat kuise en goedaardige voornemen
Haar overkwam, zodat liefde in haat veranderde.
Phaedra de minnaar verschrikkelijk en kwaadaardig
En ze stierf eraan: wraak misschien
Van Hippolytus, en van Theseus, en van Adrianna,
Die, je weet wel, in liefde de dood tegemoet gingen.
Zulke godslastering van anderen veroordeelt hij zelf;
Want hij die graag bedriegt,
Mag niet klagen als anderen hem bedriegen.
Zie de beroemde, met zulke lof over hem,
Genomen tussen twee dode zusters:
De een van hem, en hij van de ander geniet.
Hij die bij hem is, is die machtige en sterke
Hercules, die Liefde nam; en de andere is Achilles
Die in zijn liefde veel smartelijk geluk had.
Die ene is Demofoon, en die ene is Fille;
Die ene is Jason, en die andere is Medea
Die Liefde en hij volgden door zovele herenhuizen;
En haar vader en broer nog schuldiger,
Zo veel meer verontrust en flauwer voor haar minnaar,
Omdat ze zichzelf meer waardig achtte door haar liefde.
Isifile komt als volgende, en ook zij treurt
Over de barbaarse liefde die de hare heeft genomen.
Dan komt zij, die de titel heeft mooi te zijn:
Bij haar is de herder, die kwaad haar mooie gezicht
Zo gefixeerd aankeek, dat grote stormen uitbraken,
En de wereld op zijn kop en ondersteboven zetten.
Hoor dan klaagzangen tussen de andere rouwenden
Enon van Parijs, en Menelaos
Van Helena, en Hermione roept Orestes,
En Laodamia haar Protesilaus,
En Argia Polynices, veel trouwer
Dan de gierige vrouw van Amphiaraus.
Hoor het huilen en het zuchten, haat de kreten
Van de brandende stakkers, die de geesten
Zullen geven aan hem, die hen zo leidt.
Nooit zou de naam van allen u kunnen vertellen,
Dat niet alleen mensen, maar ook goden een groot deel
Van het bos en van de schaduwrijke mirten.
Zie Venus mooi, en met haar Mars
Omringd met ijzers haar voeten, armen en nek,
En Pluto en Proserpine opzij;
Zie Iunon jaloers, en blonde Apollo
Die de leeftijd en de boog verachtte
Die hem daarna in Thessalië zo’n inzinking gaf.
Wat moet ik zeggen? In één stap minder passeer ik:
Allen zijn hier in gevangenschap de goden van Varro;
En met ontelbare strikken beladen
Jupiter is geketend voor de wagen. –
Vertaling gegenereerd middels de desktoptoepassing van DeepL op CFN (15/06/2023)
ChatGPT versie van deel I (volledig)
Op het moment dat mijn zuchten vernieuwt
voor de zoete herinnering aan die dag
die het begin was van zulke lange martelingen,
was de zon al bezig de beide hoorns van de Stier
te verwarmen, en het meisje van Tithonus
rende bevroren naar haar gebruikelijke verblijf.
Liefde, minachting, tranen en het seizoen
hadden me teruggebracht naar de afgesloten plek
waar elk pakje uitgeputte hart zijn rust vindt.
Daar tussen het gras, al zachtjes huilend,
overmand door slaap, zag ik een groot licht,
en daarbinnen, met weinig plezier maar veel pijn,
zag ik een overwinnende en machtige leider,
net als een van hen die triomfantelijk
op een wagen met grote glorie naar het Capitool worden gebracht.
Ik, die geen vreugde gewend ben aan zulke aanblikken
in deze vervelende wereld waarin ik me bevind,
ontdaan van alle waardigheid, vol trots,
zag een uiterlijk dat zo mooi en nieuw was,
terwijl ik mijn vermoeide en zware ogen ophief,
dat ik geen ander genot ervaar dan leren:
vier paarden, witter dan sneeuw,
een wrede jongen op een wagen van vuur,
een boog in zijn hand en pijlen aan zijn zijde;
hij vreesde niets, droeg geen harnas of schild,
maar had slechts twee grote vleugels
van duizend kleuren op zijn schouders, verder naakt;
rondom hem talloze stervelingen,
sommigen gevangen genomen in de strijd, anderen gedood,
sommigen gewond door scherpe pijlen.
Gretig om nieuws te horen, drong ik verder
tot ik er een werd van hen
die door zijn hand van het leven waren beroofd.
Toen drong ik erop aan om te kijken of er iemand
was die ik kon herkennen in de dichte menigte
van de koning, altijd vastend van tranen.
Niemand herkende ik daar; en als er iemand was
die ik kende, had hij zijn uiterlijk veranderd
door dood of wrede en verschrikkelijke gevangenschap.
Een schaduw, iets minder triest dan de anderen,
kwam naar me toe en noemde me bij mijn naam,
zeggende: “Nu krijgt men dit door lief te hebben!”
Verwonderd zei ik: “Maar hoe ken jij mij,
dat ik jou niet herken?” En hij antwoordde: “Dit kreeg ik
door de zware lasten die ik draag, en de donkere lucht
strijdt met jouw ogen; maar waarachtig vriend
ben ik van je en ik ben geboren met jou op Toscaanse bodem.”
Zijn woorden en zijn oude gesprek
verwierpen wat zijn gezicht verborg;
en dus gingen we zitten op een open plek,
en hij begon: “Het is lang geleden dat ik dacht
je hier bij ons te zien, want sinds de eerste jaren
gaf het lot van je leven zo’n voorteken.”
“Dat is zeker waar, maar de liefdespijnen
verschrikten me zo dat ik het streven opgaf;
maar ik draag nog steeds de littekens in mijn hart en kleren.”
Zo sprak ik; en hij, toen hij mijn antwoord hoorde, glimlachte en zei:
“Oh, mijn zoon, wat voor vlam brandt er voor jou!”
Ik begreep het toen niet, maar zijn woorden zijn nu zo vast
in mijn hoofd gegrift, dat ze nooit steviger in marmer zijn geschreven;
en vanwege de nieuwe tijd, stoutmoedig en snel,
vraag ik het hem: “Vertel me alstublieft, welk volk is dit?”
“Binnenkort zul je het zelf weten,” antwoordde hij, “en je zult er deel van uitmaken:
zo wordt er voor jou een knoop gevormd, en je weet het niet;
en je zult eerst van uiterlijk en haar veranderen
voordat de knoop waarover ik spreek van je hals en ook je opstandige voeten wordt losgemaakt.
Maar om je jeugdige verlangen te bevredigen,
zal ik over ons vertellen, te beginnen met de grootste,
die ons zowel leven als vrijheid heeft ontnomen.
Deze is degene die de wereld Cupido noemt:
bitter zoals je ziet en nog beter zult zien
wanneer hij jouw heer zal zijn zoals hij de onze is;
een bescheiden jongeman en een trotse oude man:
hij weet heel goed wie het ervaart, en wees er zeker van
dat hij dat duizend jaar heeft gedaan: tot nu toe heb je geslapen.
Hij werd geboren uit ledigheid en zoete, vleiende gedachten,
heer en god gemaakt door ijdele mensen.
Sommigen sterven door hem, anderen leiden een bitterder leven
onder duizend ketenen en duizend sleutels.
Hij die op zo’n nobele en glorieuze manier tevoorschijn komt,
is Caesar, die in Egypte
Cleopatra vastbond tussen de bloemen en het gras;
nu wordt er triomf gevierd over hem, en dat is terecht,
want hij heeft de wereld overwonnen en anderen hebben hem overwonnen,
waardoor de overwinning van zijn overwinnaar zijn roem is.
De ander is zijn zoon; en hij hield nog rechtvaardiger van hem:
hij is keizer Augustus,
die Livia van anderen afpakte door te smeken.
De derde is Nero, meedogenloos en onrechtvaardig;
zie hem gaan vol woede en minachting;
een vrouw overwon hem, en hij lijkt zo machtig.
Zie de goede Marcus, vol lofwaardigheid,
vol filosofie in taal en hart;
maar toch houdt Faustina hem hier onder controle.
Die twee, vol angst en argwaan,
de een is Dionysus en de ander is Alexander;
maar diegene heeft een effectieve reden om bang te zijn.
De ander is degene die onder Antandros huilde
om de dood van Creusa, en zijn liefde nam
die van zijn zoon afgenomen werd door Evander.
Je hebt gehoord over degene die weigerde
de wreedheid van zijn stiefmoeder te tolereren
en door zijn gebeden te ontsnappen,
maar die zuivere en vriendelijke bedoeling
bracht hem om het leven, zijn liefde veranderde in haat;
Phaedra, een vreselijke en slechte minnares,
en zij stierf eraan: misschien een wraak
van Hippolytus en Theseus en Adriane,
die, zoals je goed weet, door liefde naar de dood snelden.
Degene die anderen berispt maar zichzelf veroordeelt;
want hij die genoegen schept in bedrog,
moet niet klagen als anderen hem bedriegen.
Zie de beroemde man, met zoveel lof,
gevangen genomen tussen de dood van twee zussen;
de een is van hem, en hij geniet van de andere.
Degene die bij hem is, is de machtige en sterke Hercules,
die door liefde werd overwonnen; en de andere is Achilles,
die zoveel leed ondervond van zijn liefde.
Die is Demophon, en zij is Phyllis;
die is Jason, en de andere is Medea,
die Amor volgden door vele steden;
en zij is het meest bedroefd vanwege haar vader en broer,
evenzo is ze het meest verward en kwaadaardig vanwege haar geliefde,
want ze was het waard om meer dan haar liefde te zijn.
Dan komt Isiphile, en zij klaagt ook
over de barbaarse liefde die de hare heeft afgenomen.
Dan komt zij die de titel van schoonheid verdient;
met haar is de herder die haar mooie gezicht
zo aandachtig bekeek, waardoor grote stormen ontstonden,
en de wereld ondersteboven werd gekeerd.
Daarna hoor je de klachten tussen de andere bedroefden;
Enone over Paris, en Menelaus
over Helena, en Hermione die Orestes roept,
en Laodamia over haar Protesilaus,
en Argia over Polynices, veel trouwer
dan de hebzuchtige vrouw van Amphiaraus.
Luister naar het huilen en de zuchten, luister naar het geschreeuw
van de ongelukkigen die in brand staan, wiens geesten
aan hem zijn gegeven die hen op deze manier leidt.
Ik zou je nooit de namen van hen allemaal kunnen vertellen,
niet alleen mannen, maar ook goden in grote aantallen
vullen het bos en de schaduwrijke mirten.
Zie de mooie Venus en met haar Mars,
omringd door ijzer om zijn voeten, armen en nek,
en Pluto en Proserpina apart;
zie de jaloerse Juno en de blonde Apollo,
die de jeugd en de boog placht te minachten
die hij kreeg in Thessalië en die hem zo liet vallen.
Wat moet ik zeggen? In één stap ben ik minder ver gegaan:
ze zijn hier allemaal gevangen, de goden van Varro;
en Jupiter wordt voor de wagen gebracht, beladen met ontelbare boeien.
Claude-instant-100k via Poe.com
lees de chat: https://poe.com/s/SbrmHbLtnT6wh1HsMSVG
tekstbron, verantwoording en relevante links
originele Italiaanse tekst gekopieerd van petersadlon.com – vertaling gegenereerd door ChatGPT op CEU – revisie dv met behulp van DeepL, Microsoft Bing en voor enkele fraseringen sporadisch ook Google Translate maar die service is beschikbaar op gans de site.
- voorbeeld van een der vele oude editie van de Trionfi, deze dateert uit 1478 https://www.digitalcollections.manchester.ac.uk/view/PR-INCU-19252/200
- FRA vertalingen
- vertaling van Francisque Reynard 1883 op Wikisource: https://fr.wikisource.org/wiki/Les_Triomphes_sur_la_vie_et_la_mort_de_Madame_Lau
- vertaling van Fernand Brisset (1903, hernomen in 1933): https://www.google.be/books/edition/P%C3%A9trarque_%C3%A0_Laure_Les_Sonnets_Traducti/Xwk0nQEACAAJ?hl=nl&kptab=overview
- de vertaling van Henri Cochin uit 1923: https://books.google.be/books/about/Les_triomphes.html?id=R1g9AAAAYAAJ&redir_esc=y
- prestigieuze en dus, voor mij althans, onbetaalbare uitgave van de nieuwe FRA vertaling door Jean-Yves Masson Les Triomphes de Pétrarque illustrés par le vitrail de l’Aube au XVIe siècle
- paper van Jean-Yves Masson over de vertaling als creatief werk op Academia
- ENG vertalingen
- de vertaling van Henry Boyd van 1807 bij de Hathi Trust : https://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=hvd.32044014237887&view=1up&seq=7
- Anna Hume in een vertaalproject uit 1879, te lezen in The Project Gutenberg EBook of The Sonnets, Triumphs, and Other Poems of Petrarch, by Petrarch
- Peter Sadlon’s online translation: https://petrarch.petersadlon.com/read_trionfi.html?page=I-I.en
KOOP de Liefdestriomfen in het Italiaans:
– Ed. Bezzola (1981): https://www.bol.com/be/nl/p/trionfi/9200000035961468/?s2a=
– Ed. Ariani (1988): https://www.amazon.nl/Triumphi-Francesco-Petrarca/dp/8842510270
BL#1 init@CEU – rev. dv@CFb
i tjing hexagram van de dag
Na een inleidende periode van enkele jaren die louter bestond uit een verkenning van de praktijk van de I Tjing1een praktijk die ik, ongehinderd door echte kennis van het systeem, aanwende als ‘motor’ of ’transformator’ in het Harusmuze-programma begon ik in 2023 pas met een systematisch leertraject dat u hier, in de vorm van een NKdeE programma, kan volgen.
Een NKdeE Programma is een programma dat op zoek gaat naar zichzelf. Het begint, meestal stommelings, accidenteel, door weer zo’n malle ingeving van haar auteur.
Eens het loopt krijgt het een onverbloemd ‘wat ben ik?’ als heuristische imperatief.
Elke werkdag wordt afgesloten met een I Ching lezing volgens de klassieke ‘stokjesmethode’. Ik lees de teksten van het bekomen Hexagram op de CText.org site waar iedereen de Chinese tekst met de nog steeds toonaangevende vertaling van James Legge kan nalezen.
Tevens vraag ik ChatGPT 3.5 ons een basistekst te geven met een uitleg, die ik dan reviseer en hier publiceer. Vooralsnog heb ik weinig zinnigs toe te voegen aan die basistekst.
凡益之道 與時偕行
De HARUSMUZE is een eigentijds interactief orakelprogramma, het Beginsel van een generatief schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing.
De dagroutine ervan (20 min tot 1-2u praktijk’, 2-20 min leestijd) biedt de gebruiker ook een dagelijks hernieuwde kennismaking aan met de immens rijke denkwereld van de I Tjing
- Lees meer over het Harusmuzeprogramma
- Bekijk alle Harusmuzes
- Harusmuze Doc (oude versie)
en 63 andere I TJING GEHEUGENS-DEUNTJES
formaat: [nr.].+[ENG translitteratie] (karakter) – [NED translitteratie] – [NED. vertaling(en)] – “[NED/FRA/ENG geheugensteun]”
- QIAN (乾) – “Tsjiën” – scheppende kracht – “yes you Qian” -“Tsjiënizeer de tsji”
- KUN (坤) – “Koen” – ontvangende kracht – “cadeaus voor Koen”
- ZHUN (屯) – “Tuen” – beginnen, aanvang – “begin maar te duwen”
- MENG (蒙) – “Meng” – onschuld, onwetendheid – “geen menging”
- XU (需) – “Su” – wachten, geduld – “suiker op de taart wachten”
- SONG (訟) – “Sung” – geschil, conflict – “verkeerd gezongen”
- SHI (師) – “Sjie” – leger, krijgsheer – “een sjieke legermacht”
- BI (比) – “Bie” – solidariteit, harmonie – “samen zijn we sterk”
- XIAO CHU (小畜) – “Sjauw Tsju” – groei, ontwikkeling – “op het juiste sjauwpad blijven”
- LÜ (履) – “Luu” – standvastigheid, doorzettingsvermogen – “met luufelheid alles overwinnen”
- TAI (夬) – “Tei” – doorbreken, scheiden – “Tei tijd”
- PI (否) – “Pauw” – obstructie, tegenwerken – “de pauw blokkeert de weg”
- TONG REN (同人) – “Tong Ren” – gemeenschappelijkheid, harmonie – “tong ren, tong taal”
- DA YOU (大有) – “Da Joe” – groot succes, overvloed – “daar heb je het, Da Joe”
- QIAN (乾) – “Tjien” – hemel, goddelijke leiding – “den Tjien van Tienen houdt de Tjenen op de grond”
- YU (豫) – “Ju” – opgetogenheid, hoop – “juichen van geluk”
- SUI (隨) – “Soei” – volgen, zich aanpassen – “ga met de vla, waai met de wind en stoei met de Soei”
- GU (蠱) – “Guu” – bedrog, vergiftiging – “Guu is niet goed voor de gloed”
- LIN (臨) – “Lien” – naderen, nabijheid – “de link met Lien komt van de Walen”
- GUAN (觀) – “Koe-an” – observeren, beschouwen – “Koe-‘an de sterren!”
- SHIH HO (世澤) – “Sjih Heu” – overvloed, gunst – “Sjih heeft een overvloed aan gunsten”
- PI (否) – “Pee” – bevrijding, loslaten – “Pee van de negatieve gedachten”
- PO (剝) – “Poh” – afpellen, loslaten – “Pel het oude af als een Poh”
- FU (復) – “Foe” – terugkeer, herstellen – “Foefel het terug”
- WU WANG (無妄) – “Woe Wang” – zonder zorgen, vertrouwen – “Woe Wang, wees zonder zorgen”
- TA CH’U (大畜) – “Ta Tsjoe” – groot vergaren – “Ta Tsjoe, verzamel de energie”
- I (頤) – “Ie” – voeding, cultiveren – “Cultiveer jouw Ie, jouw innerlijke voeding”
- TA KUO (大過) – “Ta Koe” – overweldigend, te veel – “Ta Koe, de situatie is overweldigend”
- K’AN (坎) – “Kan” – diep, water – “Duik diep in de Kan, in het water”
- LI (離) – “Lee” – scheiding, losmaken – “Lee, maak je los van de situatie”
- XIAN (咸) – “Siën” – verenigen, samenbrengen – “samen skiën zonder k”
- HENG (恒) – “Heng” – volhardend, doorzetten – “heng in there” – “niet hangen maar hengen”
- DUN (遯) – “Duen” – terugtrekken, terugtrekking – “duiken voor Duen”
- DA ZHUANG (大壮) – “Da Tsjwang” – grootse standvastigheid – “de grote kracht van Da Tsjwang”
- JIN (晋) – “Djin” – vooruitgang, vooruitgaan – “Djin de vaart erin”
- MING YI (明夷) – “Ming Jie” – duisternis verlichten – “het licht van Ming Jie”
- JIA REN (家人) – “Jaa Ren” – familie, verwanten – “de Jaa Ren clan”
- KUI (睽) – “Kwéé” – scheiding, verdeeldheid – “de Kwéé van verdeeldheid”
- JIAN (蹇) – “Dzjien” – obstakels, moeilijkheden – “de Dzjien van struikelblokken”
- JIE (解) – “Dzjie” – bevrijden, losmaken – “de Dzjie van bevrijding”
- SUN (损) – “Soon” – verlies, aftakeling – “verzwolgen door de zon”
- YI (益) – “Ie” – winst, nut – “ie, wat een nuttig idee”
- GUAI (夬) – “Kwai” – doorbraak, afscheid nemen – “kwai, het is nu tijd om vaarwel te zeggen”
- GOU (姤) – “Gauw” – ontknoping, ontwikkelen – “gauw, het zal zich ontknopen”
- CUI (萃) – “Tswie” – samenklontering, concentratie – “it’s we or never now”
- SHENG (升) – “Sjeng” – verhoging, promotie – “sjeng, naar de top”
- KUN (困) – “Koen” – moeilijkheden, uitdagingen – “koen, ik zit vast in een moeilijkheid”
- JING (井) – “Tsjing” – put, bron – “tsjing, daar is de bron van het probleem”
- GE (葛) – “Kuh” – verandering, revolutie – “kuh, een radicale verandering is nodig”
- DING (鼎) – “Ding” – stabiliteit, welvaart – “ding, alles is stabiel en welvarend”
- Chen (震) – “Tsjen” – opwekkende kracht – “Tsjen helpt je opstaan”
- Ken (艮) – “Kun” – stilstand, rust – “Kun kan je kalmte doen kunnen”
- Chien (漸) – ‘Tsien’ – gestage ontwikkeling – ‘Tiens, trager gaat rapper (met wat geduld)’
- Kuei Mei (歸妹) – “Kwei Mee” – huwelijk, verbinding – “Kwei Mee verbindt twee harten”
- Feng (豐) – “Fung” – overvloed, vruchtbaarheid – “Fung laat je oogsten wat je zaait”
- Lu (旅) – “Loe” – beweging, reis – “Loe is de reis, niet de bestemming”
- Sun (巽) – “Sjun” – zachtaardigheid, flexibiliteit – “Sjun maakt je flexibel als bamboe”
- Tui (兌) – “Dwee” – vreugde, openheid – “Dweep met je vreugde”
- Huan (渙) – “Hwan” – oplossen, verandering – “Juan lost op in An”
- Chieh (節) – “Tsjèh” – matiging, beheersing – “Tsjèh, waar zijt gij gebleven”
- Chung Fu (中孚) – “Tjoeng Foe” – innerlijke waarheid, oprechtheid – “Tjoeng Foe leert je oprecht te zijn”
- Hsiao Kuo (小過) – “Sjao Kwo” – kleine overgang – “Sjao Kwo herinnert ons aan de kleine momenten”
- Chi Chi (既濟) – “Tsji Tsji” – voltooiing, afgerond – “Tsji Tsji betekent voltooiing”
- Wei Chi (未濟) – “Wèi Tsji” – onvoltooid, in beweging – “Wèi Tsji is onderweg”
blok in opbouw – lijst gegenereerd met ChatGPT@CEN – rev. dv@CEd
hexagram 12 – 否 (pǐ) – “Blokkeren”
PI (否) – “Pauw” – obstructie, tegenwerken – “de pauw blokkeert de weg”
H A R U S M U Z E
否
83 – de lege zee zit vol met gebaren
150 – bind je maar vast aan de mast als het komt
173 – angst onthult jou en verhult wat je vreest
227 – het echte gebeurt in een handomdraai
294 – wie het zijn pakt kapt gaten in het pact
426 – de weg der ziel verstoft en ’t stof stuift weg
revised & compiled by dv@BKC
CHATGPT + CTEXT.ORG
Hexagram 12 – 否 (pǐ)
Het hexagram Pi (否) vertegenwoordigt stagnatie en stilstand. Het toont een situatie waarin vooruitgang wordt tegengehouden door obstakels of beperkingen. De focus ligt op het vaststellen van de oorzaken van deze stagnatie en het zoeken naar manieren om deze obstakels te overwinnen.
In deze situatie is het belangrijk om geduldig te blijven en niet te snel op te geven. Het is ook belangrijk om voorzichtig te zijn en geen onnodige risico’s te nemen. In plaats daarvan moet je jezelf concentreren op het vinden van creatieve oplossingen en het ontwikkelen van nieuwe strategieën om de obstakels te overwinnen en vooruitgang te boeken.
Het hexagram Pi (否) kan ook wijzen op een situatie waarin je vastzit in oude gewoonten en patronen die je niet langer dienen. Het is belangrijk om deze patronen te erkennen en te doorbreken om vooruitgang te kunnen boeken. Dit kan betekenen dat je nieuwe vaardigheden moet ontwikkelen of nieuwe benaderingen moet vinden om problemen op te lossen.
In het algemeen vereist het hexagram Pi (否) een zorgvuldige afweging van de situatie en de obstakels die moeten worden overwonnen. Het vereist een toewijding om door te gaan, zelfs als het moeilijk is, en een bereidheid om nieuwe strategieën en benaderingen te ontwikkelen om vooruitgang te boeken.
teksten gegenereerd door ChatGPT op CEE middels de NKdeE account bij OpenAI
Tarotkaart van de dag
De Smith-Waite Tarotkaart die ik trok vanochtend was Ridder van Pentakels (Knight of Pentacles).
Deze kaart werd in 1909 ontworpen door Pamela Colman Smith in opdracht van A.E. Waite en op de markt gebracht door de Rider Company.
Op de kaart van de Ridder van Pentakels zien we de ridder zijdelings naar rechts gericht, gezeten op een stilstaand zwart paard dat opvallend rode beteugeling draagt. Hij is geheel in harnas gekleed, inclusief rode handschoenen en versieringen, en zijn helm is versierd met een dik gebladerte als pluimen. De ridder houdt het vizier geopend en heeft een vastberaden uitdrukking op zijn gezicht. In zijn ene hand houdt hij een pentakel vast, terwijl hij met zijn andere hand het paard in bedwang houdt. Achter de ridder is een landelijk landschap te zien, met akkers en vruchtbare grond. Het geheel straalt een sfeer van stabiliteit en vastberadenheid uit.
De Ridder van Pentakels vertegenwoordigt geduld, betrouwbaarheid en toewijding. Hij symboliseert iemand die zich grondig en methodisch inzet voor het bereiken van zijn doelen. De ridder is geduldig en betrouwbaar in zijn streven naar succes en materiële welvaart. Hij staat voor hard werken, discipline en het nemen van verantwoordelijkheid voor zijn acties.
Vanuit een Kabbalistisch oogpunt kan de Ridder van Pentakels geassocieerd worden met de Sefirah Malkuth in de Levensboom van de Kabbala. Malkuth vertegenwoordigt de fysieke wereld en materiële manifestatie. Deze kaart duidt op het belang van aarden en het vinden van balans tussen spirituele en materiële aspecten van het leven. Het symboliseert ook het streven naar praktische, concrete resultaten en het gebruik van materiële hulpbronnen op een verantwoordelijke manier.
Vanuit een Theosofisch perspectief vertegenwoordigt de Ridder van Pentakels de manifestatie van spirituele energie in de fysieke wereld. Het staat voor het creëren van een solide basis en het nemen van concrete stappen om spirituele doelen te bereiken. Deze kaart herinnert ons eraan om geduldig en vastberaden te zijn in ons streven naar materiële en spirituele welvaart. Het spoort ons aan om ons bewust te zijn van de waarde van materiële zaken en deze op een verantwoorde manier te beheren.
Samengevat vertegenwoordigt de Ridder van Pentakels geduld, betrouwbaarheid en toewijding. Hij symboliseert het streven naar materiële welvaart en succes, door middel van hard werken en verantwoordelijkheid nemen. Vanuit een spiritueel perspectief herinnert deze kaart ons eraan om ons bewust te zijn van de materiële aspecten van het leven en om praktische stappen te nemen om onze spirituele doelen te bereiken.
Kaartinfo: ChatGPT 3.5 + dv, versie: 0.1
Finale output ChatGPT 3.5: 2023-06-12
Laatste wijziging: dv@CFK
Chatlink(s)
~
copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication
~
copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication
contact: dirkvekemans@yahoo.com
VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.
de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.
steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:
//’cer-2′ =’ces’ + job feedback 1&2
Noten