vandaag vragen deze drie items om uw aandacht.
zij ook al.
LI: LYRIEK- LIED VAN DE MOLEN
ik ben de man.
ik ben de merrie.
ik ben de nacht
die op jou wacht.
ik was de zon op je huid
maar het licht is gaan druipen.
ik was de dans in je lijf
maar het liedje is uit.
ik ben de man.
ik ben de merrie.
ik ben de nacht
die op jou wacht.
ik was de god in je botten
maar die breken te snel.
je blijft mij aanbidden
het smeken is vuur in je hel.
ik ben de man.
ik ben de merrie.
ik ben de wieken,
de wind en de macht.
KAAI: FABELTRAJECT – stotelse dierkunde (1)
met het oog op onze veelal Middeleeuwse dierenfabels in het Aesopus-programma gaat onze interesse meer naar de pseudo-epigrafen dan naar het eigenlijke werk van Aristoteles, want het waren blijkbaar die werken, eerder dan die van de meester zelf die in die tijd in onze contreien veel gelezen werden.
en dat maakt nogal een verschil, zo zal blijken.
we leggen eerst toch maar een beleefdheidsbezoekje af aan de grondlegger van de Westerse natuurwetenschap. ziehier als introductie de erg beknopte, maar toch vrij zwaar gestoffeerde
Aristotelesles voor NKdeE-Dummies
het ergon (GRE: ‘werk’) 1dat heb ik van Katia, een ergo-therapeute in het afkickcentrum wiens verschijning een herval bij menige patiënten kon verantwoorden.. van Aristoteles en zijn Lycaeum is een universeel sorteerprogramma, een rasterring en fixering van het Gebeuren in functie van de kwantificatie en de statische Orde van het Zijn.
de kern van het Aristotelesprogramma wordt gevormd door enerzijds het Organon, een framework voor de logica en anderzijds de diaeresis, een zeer krachtige classificatie-engine.
het Organon bevat de basiscode voor de formele logica en werd in het jaar des Heren 40 gecompileerd door Andronicus van Rhodes. Aristoteles zelf had het te druk met programmeren en doceren, het compileren van de code, de publicatie, support voor de user base en het databasebeheer van de onderzoeksresultaten liet hij graag over aan de knapste jongens onder de Peripatetici, de zich prostituerende hangjongeren rond het Lycaeum.
beta-versies van het Organon draaiden zelfs in onafgewerkte staat prima al als OS voor de classificatie-app waarmee hij vervolgens gans de kosmos begon te indexeren.
het ratelende Organon organiseert de chaos van de sensitieve invoer en hanteert daarbij als voornaamste wapen de Platoonse diaeresis, een methode tot kennisverwerving die door Aristoteles geperfectioneerd en vooral ook als wetenschappelijke missie met de troepen van Alexander meegegeven werd.
de massale distributie en afgedwongen implementatie van het rigide maar daardoor enorm soliede programma in gans het rijk van Alexander vertekende voor millennia de markt. kolossaal. indrukwekkend. er werd de facto enkel nog op Aristoteles gedraaid, vooral dan op de latere releases van Theophrastus en de Joodse localisatie van Maimonides.
met de Plato-fork van Plotinus moest het programma wel weer een geduchte concurrent naast zich dulden, maar tot een echte clash kwam het nooit want de programma’s hadden onder elkaar veel dependencies gemeen.
maar het plaatje is duidelijk: met zijn indeling van de ziel, van het leven in soorten en van daaruit verder in zijn delen op basis van gemeenschappelijke kenmerken trekt het programma de fameuze diversificatie-boom van Aristoteles dwars door elke realiteit.
hier wordt de ruggengraat aangelegd van de orde van het Zijn.
wie of wat wil bestaan, het zal zijn plaats in de telorde naar behoren bekleden of het is larie, fabel, apekool of erger nog: uit den Boze.
wat gebeurt, gebeurt louter in functie van het Zijn van het wordende ding, beweging is wat het ding wordt aangedaan. Aristoteles draait heel het gebeuren om in een historische, prometheaanse coup2de gebeurtenis zou goed geattesteerd kunnen staan op 639b van De Partibus Animalium, zie de scan : elke genese heeft voortaan een telos en dat is wat telt. en wat telt genereert. geen nieuwe concepten maar, centen. harde cash.
het materiaal van het quadrupel causaal bepaalde ding krijgt zo vorm, wordt door de natuur of de mens zo gemaakt opdat het ding als ding kan dingen en hier op aarde komt dat dingen veelal neer op nuttig zijn voor de mens die zich zo opmaakt als voor de finale destructie van al het leven op de planeet.
want, dat is de aard van het beestje, elke classificatie is, gewild of niet, normatief. en dat zal het volkje geweten hebben. en daar begint het.
de etymologische verbanden (NED ‘sorteren’ > FRA ‘(re)sortir’ LAT: > surgere ‘> rego ‘heersen’ + sors ‘lot) zijn er later overheen en ingegroeid maar de sortering deelde sinds Aristoteles effectief het universele lot van de kosmische wereldziel onherroepelijk uit aan het gesorteerde.
het programma brandmerkt en ijkt, het produceert het individuele exemplaar dat voortaan met een soortnaam tot de orde kan worden geroepen.
voor de kennis bestaat iets pas als het aldus benoemd is, het is pas wat het is als het geklasseerd en gelabeld is.
en elke sortering is inherent ideologisch: de criteria bepalen de individualisering en volgen daarbij de heersende gedragscode, ‘hoe men toen dacht over de dingen’, en fixeert die meteen in een doxa, een beschermde en bewapende rustige vastheid in het denken die je voortaan zal in zijn geheel moeten aanvechten om iets aan het gefixeerde te wijzigen.
want elke classificatie verbergt haar anomalieën met het comfort van de hantering en reageert furieus en genadeloos op elk volharden in de afwijking. de classificatie rechtvaardigt de oorlog want het is wat het is dus Oekraine is Russisch, volgens die sukkels daar niet, maar dat kan dus niet dus die gaan mooi dood en als dat je niet zint, heb je de Beer Zelve tegen.
en de man is de man na sortering op geslacht, de vrouw vrouw en dus minderwaardig want de heersende denktrant toen zag dat zo, dus alle ‘goede’ kenmerken gaan bij het sorteren naar de man, de vrouw krijgt het afval. als je daar wat wil aan veranderen moet je het hele stelsel veranderen, en dat lukt niemand nog op een leven zo kort als dat van u en Ari want net door de werking van het programma exploderen de statistieken van de binnenkomende data.
vóór Aristoteles en zijn golden boys van de diaeresis vulden de pre-socratici hun dagen met discussies over de elementen, over water, vuur, lucht en aarde.
veertien eeuwen later bevatte de Babylonische Suda al meer dan 30.000 courante gespreksonderwerpen voor de ‘geleerde’, die wel nog een zekere vorm van overzicht kon behouden op de coherentie van het geheel van het humane kennisproject dat door de Grieken was opgestart. en rond 1500 slaagt Leonardo nog in de visuele expressie van een vatbare coherentie, en Dante brengt nog vlug de weg naar de hemel in kaart maar even later kan enkel Bach nog het irrationele doen rijmen met de mathesis in zijn sonore kathedralen om een ervaring van coherentie te geven die voortaan voorbehouden blijft aan heksen, waanzinnigen, magiërs en mystici.
Aristoteles en zijn Lyceum en de legers van Alexander de Grote klaarden deze klus op minder dan een eeuw en middels de aldus verkregen coherentie ‘zegevierde’ de output van Lyceaanse Programma en ‘domineerde’ het de volgende twee millennia alle lopende routines in het talige denken van de belezen mensen. geleerden die het op hun beurt als regelgeving en tucht oplegden aan al hun bezittingen, inclusief dus het volk, want zo leert ons de Veelsoortige Leer, de heer heeft in navolging van de Heer het recht om het lijf van de ander te eigenen. met respect voor het fatsoen wel, er zijn grenzen. maar bij ontstentenis van toeschouwers: tja.
bij de introductie van het stille lezen (voorheen las men enkel hardop) kon Augustinus haast niet anders dan het zondige fantaseren: zolang het niet uitgesproken werd, kon er met biecht en aflaat wel wat geregeld worden.
geen wonder dat de Chinese meesters smakelijk moesten lachen met de ‘wijsheden’ van die malle Europeanen: die konden niet eens hun eigen gedachten onder controle houden. het waren echte fabeldieren, ze geloofden en verkondigden hun eigen leugens.
maar de Leer floreerde.
een Leer die ondertussen ook via een Arabische doortocht onmiddellijk in de eerste Christelijke geschriften werd ingewerkt, een wellustig-scholastiek penetreren dat met Thomas van Aquino en zijn in glansmarmer uitgehouwen Summa Theologiae een eeuwenlang nakletterend orgasme bereikt. want, zo bleek, de orde van het Zijn kon perfect ook via de neo-Platoonse projectie van Plotinus de transcendente wereld ordenen volgens God’s niet meer zo helemaal Gans Ondoorgrondelijk Plan. Ari zelf vond die tendensen bij zijn leraar, de grote Plato zelf, al maar niks.
de boom groeide en groeide en op een van de takken kwakte Descartes zijn uiterst kleverige dualisme neer. de lijm lonkte.
Spinoza klom bij op de tak en iedereen kon het vliegen voortaan op zijn buik schrijven, want Baruch deelde vrijelijk zijn gewonnen inzicht in de kosmische genaaidheid. Leibniz en Newton zagen er geen graten in en maakten de interface af, de Gouden Eeuwen van de Fysica kwamen er aan.
er kwam eindelijk wat schot in het verhaal.
men kon het Systeem eindelijk uitprinten in de veelkleurige Encyclopédie van Voltaire, Diderot en co.
en toen werd het Helder, de ratio van het programma verwierf universele validiteit en de heel netjes voorsorterende nieuwe industrie (de kindjes proper bij de zieltogende mama aan het weefgetouw, de man aan de drank) haakte in op het nu doorstomende treintje, en samen gingen ze echt Vooruit, dus betreurde het vertrapte volk in alsmaar grotere getale hun Martelaars voor de Goede Orde en het Kanonnenvlees voor het Fabresk beplakken van de Goede Gang van Zaken.
want in het Licht van het Liberale Stelsel, oud of neo, is Groei een existentiële voorwaarde.
produceer en consumeer of verga.
het bomen zelf ondertussen, het programma, was mettertijd zo complex en bezaaid met invretende bugs dat het met de Plataan van Hippocrates aan zijn laatste lentes bezig is:
‘De huidige boom is in de jaren uitgehold geraakt. De gezondheid van de boom lijkt langzaam achteruit te gaan. Elk jaar zijn er minder bladeren en meer dode takken.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Plataan_van_Hippocrates
wat te doen met die handel?
niks. laat maar bollen. het rot vanzelf wel uit.
het overgrote deel blijft na sanering perfect bruikbaar voor de netoyage, mocht iemand daar nog zin in hebben.
ondertussen: bij lokale overlast infuseren we waar nodig wat Neo-Kathedraals bereidde Spiritus Vitrioli Tartarisatus, dan zie je de boomrestanten zo wegschuimen.
het gaat overigens goed vooruit met de onvermijdelijke instorting van deze kwalijk geurende bouwval, die knorrige oude steunberen in de kelders van onze gedachten. we zitten blijkbaar weer goed voor een decennium wapenwedloop annex nucleaire dreiging, dat maakt de facto elk serieus klimaatbeheersingsplan onmogelijk net op het moment dat we het zouden hadden moeten kunnen uitrollen. alles loopt mis in de eindeloze modaliteiten van wat er niet gebeurt.
we kunnen die beter opruimen, die kelders van onze gedachten met hun muffe fundamenten, dan zijn ze klaar en proper voor het schuilen straks.
curieus wel: men heeft het vaak niet door dat alle andere verzakkingen in het woelende cataclysme, het disfunctioneren van de wetenschap als Gangmaker voor de Koddige Koers naar de Afgrond en de onstuitbare opmars van de Morose allemaal verband houden met deze gedwongen ideologische grondverschuiving. instorting eerder, want een andere grond om op te schuiven is niet dadelijk in zicht.
maar al bij al maakt dat niets uit, er valt daaraan toch niets meer te verhelpen in de resterende tijd.
de eeuw van het humane handelen bracht de mens enkel de Holocaust en andere gruwel, deze eeuw is post-humaan en voor ons is het de eeuw van het grote ondergaan.
we ontwaken uit onze droom en maken kennis met de vele ongenadige gesels van het door onze voorouders ongewild maar uiterst doeltreffend teweeg gebrachte Antropoceen, een term die bij gebruik op logisch onwrikbare wijze de mens onttroont en globaal te kakken zet als overbodig restant.
volgens de laatste prognoses op te snuiven in de Welriekende Dreef is de kans groot dat onze planeet uiteindelijk in ongeveer het Midden-Antropoceen het uitzicht zal hebben van het huidige Mars. da’s tegen het eind van de eeuw, ik merk dat aan het hogere spectrum van de verbrande haar tinten, daar, maar dat betekent niet veel want ik heb zo geen neus voor datering. een lichte vorm van discalculie.
maar het nieuws stond voor mij duidelijk te lezen in de ogen van Bernard Stiegler enkele weken voor zijn dood.
rien a faire, stond daar. en:
“c’est presque fini avec notre pauvre défiance de la differance” las ik nog.
arme Stiegler. terecht bewonderd en geëerd door velen, nu toch.
z’n hele leven gezwoegd om zijn medemensen duidelijk gemaakt te krijgen wat er volgens hem aan de hand was. hoe dringend en urgent het allemaal was. en dan die slotsom in een blik, te desolaat voor woorden.
kapot is kapot.
en het zal helaas niet door zijn werk zijn dat men het alom zal beginnen vatten, dat had je hém toch gegund. en al zeker niet door mijn gewauwel hier.
want er komt niets meer door, alle intermenselijke communicatie zit potdicht, alles is hopeloos vergrendeld in protocollen, voorwaarden en reglementeringen in functie van de globale nijd, ho ou kinoúmenon kineî de onbewogen beweger van de humane destructiemachine, die haar finaliteit, haar volstrekt entropische telos nog voor het eind van de eeuw dreigt te bereiken.
we gaan het allemaal goed vatten terwijl wij het ondergaan.
het is dat we met al onze bloedmooie maar o zo gratuite kunstjes in de luwtes van onze voortdurende slachtpartijen niet langer in de spiegel kunnen kijken zonder de ware aard van de civilisatiemachine ‘mens’ te zien grijnzen: Kapitein Adam, gezagvoerder van het galactische negentropische schip ‘Vrede op Aarde’ maar altijd al verrader, spion van de stokende zon.
M: POLYVERSE-SAAI
any toe is a fur
any four is anon
any nun is a sir
only i am a blur.
Noten