mijn ik is een eendje dat dobbert en dobbert ’s nachts op de vijver alleen zoals jij het regent, het regent want heel het heelal weent om het eendje, maar het eendje is blij jouw ik is een eendje net zoals ik zoals jij jouw eendje is vrij het mijne is blij maar dat alleen […]
Maand: november 2020
Schrikbarend sluit het lot de schemering
triomf
het graf is geruimd. erzijn dingen gebeurd, dieniemand achterhalen kan. de eeuwen verluchten,de hemel verkleurt.wat lust was, wordt roest, de dader bekeurd. slijkverdwijnt in de stroomvan het slijk en de stroom. invoertekst (2017) – rev. dv@CBN
drempel
het lijfde zich in en had berg op het lichaam en op de berg van het lichaam was zij idool maar het was toe, dicht, af en het blonk zoals een met koper omkaderde spiegel. toen kwam er een barstje, de uitstulpende schilfers vernikkelden hun zwart en op een dag bleef het licht daarin haken. […]
oorlof
“Meisje en instrument paren als dieren.”Gerrit Achterberg ook al gun je hem de maaltijd niet,hij mosselt je, secuur en minachtend zoals enkel een Hollander dat kan. waarom nog dit aantijgen? dit, dat jou de schelp uitpulken helpt niets, niemandal. met lezerslust vermengdrotten de honderden waangestalten waarin hij jou verletterde. in heisa, in hema en heijn! […]
in sotto voce, quasi parlando – piu forte – frusciando do not call me into your light of day for i am severed from myself i have lost my early plight of sorrow i have lost the petty pride and curse of worth i have forsaken all the names you gave me i have given […]
Judas Zwarte Mot
Judas as Black Moth – David Tibet – 1998vert. NKdeE 2020 Al de bloesem is betaaldVertroeteld met bloedTerug over hun opgehoopte murenMet nijdige vlammenIk kan de stem niet horenIk kan de vorm niet zienHet behang bladert afLaat de muren vallenEn het bot antwoordtEeuwigheidOp mijn vraag vanWanneer?Hoe laat is het?Waar zijn we hier?Welke samenstand?Al dit verliesWaar de klokken […]
ravage
een lor met lachgas in je mond gepropt, touwen van jute maken schuinse groeven op polshoogte. het bloedt uit in de ruimte.er stollen spatjes op het tapijt. niets kan hetveranderen nog en niets verandert wat het is. de werkman? wat hij ook doet, het bindijzerroest. hij schuift stil uit het huis, verguldtzijn zwijgen als oorlogsbuit […]
epitaaf
bij de schroeiklank van schalmeien,in het blauwe suizen van de lucht,in dit één en al omkransend stralen,in de speeltuin onzer gruwelvlucht: schep de lagen haat en liefdeen de woordenetter van mij af.leg mijn falen bij het falen, vloeken schrijf jouw naam bij op het graf. invoer(2017) – rev. dv@CBO