LAIS is een voorbeeld van de praktijk van wat ik zou willen noemen een ‘geaugmenteerd schrijven’: alle literaire tradities/verworvenheden/mislukkingen worden meegenomen in een praktijk die zich tot de literatuur verhoudt als een non-literatuur (cfr. de non-filosofie van Laruelle ) omdat een voortzetting van de literatuur-als-literatuur gezien haar fallocratisch essentialisme en haar commerciële uitverkoop in mijn optiek onmogelijk is. Wat er heden als ‘literatuur’ op de markt wordt gebracht, functioneert misschien nog als entertainment, maar niet als ‘literatuur’. ‘Literatuur’ is immers geen verzameling producten, maar een gebeuren in, door en doorheen gans de samenleving.
De restfunctionaliteit van de wegrottende literatuur (‘wat er nog werkt’) wordt opgevist door onze praktijk: we breken niets af, er gaat niets verloren, de meubelen worden gered, maar alle rolverdelingen, alle geplogendheden staan ter discussie terwijl er met behulp van de informatietechniek een virtuele ruimte wordt gecreëerd waarbinnen online én offline geheel nieuwe, levensvatbare relaties kunnen ontstaan, opbloeien en ook vergaan tussen auteurs, lezers en auteur-lezers.
prioriteit van het werk op de belangen van de auteur/lezer
‘auteur’ en ‘lezer’ zijn daarbij functies die als gelijkwaardig en quasi-identiek worden ingeschakeld in de I/O van het geaugmenteerde, supra-individueel gedachte, en praktisch genetwerkte schrijven.
de auteursfunctie is dus net zo goed te benoemen als lezersfunctie:
ik, Dirk Vekemans, geboren te Lier op 30/07/1962 lees en schrijf wel ‘mijn’ LAIS , maar de code die ik daarbij produceer is net zo goed het product van mijn samenleving, mijn taalgroep, mijn leefwereld met de geschiedenissen daarvan en het eigendom daarvan kan onmogelijk geclaimd worden, niet door mij, niet door een overheid en zeker niet door enige ‘uitgever’ of ‘rechthebbende’.
het werk als auteur/lezer aan LAIS geeft mij, als lid van de samenleving waarin ik schrijf, de auteursplicht om mijn werk als auteur naar behoren te doen en te zorgen dat de code in de best mogelijke omstandigheden de wereld ingaat opdat zij door iedereen gelezen/herschreven/herwerkt kan worden.
Enkel in die optiek bewaak ik de integriteit van mijn code omdat ik nu eenmaal de creatieve poort ben waardoor de code als expressie in de wereld komt. Het feit dat ik die poortfunctie heb (iedereen kan die krijgen, je hoeft daartoe enkel publiek te schrijven), geeft mij eerst de plicht om die functie naar behoren te vervullen (omdat mijn identiteit daarvan afhangt: je moet nu eenmaal schrijven alsof je leven ervan afhangt want dat doet het ook, anders moet je maar niet schrijven, dan ben je iemand anders, een entertainer bv, of een ‘scenarist’ of een ’tekstwerker’, maar geen ‘auteur’, want dan heb je ook die noodzaak of dwingende behoefte niet om het werk van je voorgangers te willen voortzetten.
Vanuit die noodzaak bouwt de zelfbewuste hedendaagse auteur/lezer een plichtsbesef op, omdat de auteursplicht tot het naar behoren laten functioneren van zijn schrijven voortkomt uit de eigen noodzaak, de eigen behoeftes: de auteursnood, haar behoefte, het verlangen om te schrijven vertaalt zich naar een maatschappelijke verplichting, een roeping, een dienstverlening.
Pas in derde instantie geeft die nood, die behoefte mij het auteursrecht om van de samenleving te eisen dat ik de toelating krijg om mijn plicht naar behoren te vervullen (het is m.i. daar dat de maatschappelijke discussie omtrent ‘auteursrechten’ zou moeten beginnen, in plaats van de kar voor de paarden te spannen zoals nu veelal gebeurt, maar bon, soit, de heersende misvattingen zijn erg begrijpelijk).
geen werk is ooit ‘af’
De tekst zelf verliest daarbij radicaal haar statuut van finaliteit, de autograaf is maar 1 uiterst contingente stap in een doorlopend en uiterst dynamisch proces van interactieve codering, en het werk is en blijft altijd in open ontwikkeling, precies zoals een ‘normaal’ codeproject in Github dat doet.
De finaliteit van elk humaan denken en de cultivatie daarvan is immers de vanzelfsprekendheid in het gedrag: cultuur houdt ons overeind ten midden van het tumult van de civilisatieprocessen via de transmissie van de ervaring van wie voor ons kwam. De manier waarop het Neoliberalisme (en aanverwante ideologieën) cultuur wil organiseren via de commercialisatie en exploitatie van de ‘culturele producten’, ontneemt elk duurzaam en beschermend effect aan de beoefening van de culturele praktijken: het maakt alles net tot actief onderdeel van de consumptie-pletwals, de kapitalistische civilisatie die de planeet verwoest en het individu elke vorm van zelfontplooiing ontzegt. Een ‘cultureel product’ is een wansmakelijke contradictio in terminis.
De (literaire) tekst is daarbij altijd slechts een tijdelijk stabiele afdruk vanuit het dynamische codeverloop die het eigenlijke schrijven als gebeuren uitdrukt in het veld van het ‘leesbare’ . Vanuit dat veld wordt het al dan niet opgenomen in de overlevering, de traditie.
Het is alleen een fallocratisch-stereotiepe auteur/lezer (M/V) die de levende tekst van een literair werk wil reduceren tot een bezitsobject. Maar daar hebben we het mee gehad, dank u.
In mijn exemplarisch ingerichte praktijk wordt de eigen tekstuitvoer in verschillende loops met verschillende tijdsverschillen (delays – vertragingen in de cycli van de lopende herschrijvingen) bij de herschrijving hergebruikt in de dagelijkse schrijfpraktijk als invoer.
Dit gebeurt in dit stadium zeer experimenteel en intuïtief, we proberen via trial en error te komen tot een werkwijze die effectief is binnen de enorm instabiele schrijf-lees omgeving van het internet met haar steeds wisselende machtsstratificaties: de sociale netwerken, maar ook het aanbod en de eigenaardigheden van CMS-systemen en tekstverwerkingssoftware (denk aan WordPress, Google Docs, Microsoft Word,..) en sinds kort ook de Artificiële Intelligentie.
De tekst zelf wordt levende materie die responsief als code op haar omgeving is ingesteld in een steeds wisselende configuratie, waarin zij ook viraal ‘haar ding doet’.
Tekst als code (en elke tekst is heden ‘code’) impliceert sowieso dynamische interactie. Digitale lopende code is misschien de ‘hogere’ levensvorm die ons mensen opvolgt in de eeuwige neergang/groei van het/de kosmische rot/bloei. “it all goes up in files” (NKdeE 2005).
Het non-literaire werk, waar LAIS een voorbeeld van wil zijn, dat in de geaugmenteerde schrijverij tot stand komt, is daardoor onverkoopbaar en onontvreemdbaar omdat het geen eigendom kent en omdat het ook nooit ‘af’ kan zijn, daar er zelfs geen strikte grens kan getrokken worden waar bijvoorbeeld LAIS zou ‘begonnen’ zijn en door wie dan wel? bij de Délie van Maurice Scève waarvan het uitdrukkelijk een ‘update’ is? maar is Scève’s Délie ook al niet een herschrijving van Petrarca’s Liedboek? of van de Marialyriek ten tijde van de troubadours?
rev. dv@CGP
LAIS is de geschiedenis van een verwording.
het ‘ik’ van de dichter sterft af en is een ‘het’ geworden.
LAIS wordt sinds 2010 rechtstreeks online geschreven op deze website en elders. het werk zal uiteindelijk uit minimaal 449 dizaines bestaan.
LAIS is dan ook in zekere zin een update van de DELIE van Maurice Scève, een complex werk gepubliceerd in 1544, waarvan alvast de strikte vorm en het aantal dizaines werden overgenomen.
het dizain van Scève is een oude Franse dichtvorm.
het telt 10 regels van elk 10 lettergrepen in een vast rijmschema: ababbccdcd.
de uitvoer van LAIS is invoer voor een nog op te zetten AI dizain-programma.
~
copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication
contact: dirkvekemans@yahoo.com
VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.
de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.
steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP: