jt103 – voûte astrale, coupole sombre – WISSEL
als je iets ‘au fond‘ leest zoals Bernard Réquichot beweerde dat hij las – en ik geloof hem want als je Réquichot ten gronde leest, dan merk je gewoon dat hij inderdaad zijn lectuur heeft meegedacht, laten gebeuren in zijn hoofd – dan (her)schrijf je eigenlijk meteen wat je leest. je maakt je de tekst eigen: je schrijft het over in jouw begrip en dat begrip is niets anders dan een vertaling naar de woorden die voor jou begrijpelijk zijn. een soort stille klankverschuiving.
want begrip is niet, begrip gebeurt: als je iets begrijpt laat je het gebeuren. als je deze tekst niet au fond wil lezen, ga je er niks van snappen. als je hem wel au fond leest, is er niks (meer) aan te snappen: het is gebeurd.
het is heel erg moeilijk om op een scherm dat licht uitstraalt ‘au fond’ te lezen.
Antonin Artaud maakt aan het begin van zijn tekst over Van Gogh [ARTAUD 1947] een rijtje van namen: Baudelaire, Edgar Poe, Gérard de Nerval, Nietzsche, Kierkegaard, Hölderlin, Coleridge, Van Gogh. we voegen daar dan ook maar Antonin Artaud aan toe.
aja. ons kent ons: als Rilke het over Cézanne heeft, dat lazen we gisteren nog, heeft hij het over zichzelf. hij zegt het zelf. en het is 1947, Artaud weet dat hij Artaud is, hij is bijna dood.
dat soort mensen brengen ‘envoûtements‘ (betoveringen) teweeg in de voûte astrale (het astrale gewelf), in de trieste koepel (‘coupole sombre’) die vol gewasemd is met de slechte wil, het giftige chagrin van de meeste mensen, “la vemineuse agressivité du mauvais esprit de la plupart des gens”.
jarenlang electroshocks toegediend krijgen is niet bevorderlijk voor de positiviteit van het mensbeeld. om van die verstokte erotomanie van de psychiaters maar te zwijgen (‘l’érotomanie invétérée des psychiatres’).
de woorden van Artaud wèrken. onze werkelijkheid vertoont barsten als we ze lezen. er komt licht door, vreemd licht, verontrustend licht. wanneer we geconfronteerd worden met werken van de andere personen uit dat rijtje van Artaud, merken we iets soortgelijks, een gelijkaardige kwaliteit, een onmiddellijkheid en een effectiviteit die verder moeilijk te duiden is.
‘het komt binnen’, zeggen we wel eens. ‘het dringt door‘. we kunnen niet zeggen wat ‘het’ is, maar het is herkenbaar, als het gebeurt zeggen we: ‘daar heb je het weer’.
heeft Artaud het juist hier? klopt dat wat hij zegt met onze ervaringen? voor mij klinkt het heel erg ‘waar’, maar wie ben ik? en als het ‘waar’ is, wat zegt dat dan over die mensen, over die werken, en wat zegt dat over ons? wat gebeurt er hier?
denk er ’s over na, a. u. b. want de vraag die ik mij hier stel, en zo dadelijk gaarne aan u wil voorleggen, veronderstelt een moment van bezinning over die inleidende vragen, en behoorlijk wat welwillendheid van uw kant. de vragen zijn inleidend, en ook retorisch omdat ze niet dadelijk een antwoord behoeven, maar ze laten ook heel goed doorschijnen dat ik zelf geen antwoorden heb, dat ik dat ook niet pretendeer te hebben.
maar misschien draai ik u wel een loer, en doe ik maar alsof en is heel deze tekst een manier om mij van uw welwillendheid te verzekeren en u zo later op slinkse wijze te overtuigen van mijn verborgen agenda?
het zou zomaar kunnen.
de vraag die ik mij stel is: wat gebeurt er als je wat Antonin Artaud in zijn geschrift over Van Gogh beweert, ernstig neemt en dus toestaat dat zijn woorden gebeuren in je hoofd?
wat gebeurt er als je Artaud leest zoals Bernard Réquichot placht te lezen, ‘au fond’?
over het journal intime
-programma
pseudo-code van het programma:
gegeven:geste:
het pad van de primaire, spontane bewegingschrijfleeslus
: herhaling van de geste
die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de gestecorridor
: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlakjij, je
: een participant aan het journal intime
programma
het journal intime
is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie
);
je wordt wakker
en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
je vocaliseert daarbij het woord of de frase
als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
teken je de geste
je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus
uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza
de journal intime
routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein
rev. dv@CGM
bibliografie journal intime
ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8
ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956
BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0
BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995
BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2
CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF
CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2
CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné
)
FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989
GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.
KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014
MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8
MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8
MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6
OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4
REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002
VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957
VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960
~
copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication
contact: dirkvekemans@yahoo.com
VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.
de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.
steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP: