Categorieën
journal intime Kathedraalse Leer Proza

journal intime #90

jt 90 – par la vertu du signifiant – WAL GING

in mijn lezing van Jean Oury’s Création et schizophrénie [OURY 1989], een serie uitgesproken weigeringen om to the point te komen, was ik vanochtend aanbeland bij de laatste séance van het eerste seizoen (1986-1987), het deel dat Oury eerst in annexen wou weergeven bij de substantie van wat nog komen moet – het tweede seizoen dat ik nog kan ochtendbenchen – maar dat hij bij nader inzien toch liever in extensu weergaf om ook het groeiproces van die hoofdtekst te kunnen meegeven.

we maken in het boek dus ook de verharding ter boekstaving van de ideeën weer die erin ontwikkeld worden, het boek wil de lezer de ervaring van de totstandkoming van het boek meegeven, het incorporeert haar eigen methode.

het verschilt in aard niet zoveel van wat er hier gebeurt aangezien deze teksten die u nu leest zoals de aanwezigen bij de séances de bevoorrrechte getuigen waren van de uitspraak van de gedachten van Oury, later wellicht ook de invoer voor een verder onderzoek gaan vormen. Neo-Kathedraals onderzoek, de echte fan weet dat nog, is een zoeken naar de afwezige Kathedraal en daardoor het bouwen ervan.

het gaat mij hier om de methode, laten we wel wezen, niet om het belang van de inhoud, ik maak nergens aanspraak op, mijn Kathedraal is immens veel groter en belangrijker dan ikzelf maar ze zal zichzelf net zo goed moeten waarmaken op het moment dat ik er niet meer ben om haar in leven te houden. je moet weten waar je mee bezig bent, au moins.

de methode is niet vreemd aan die van Lacan die in zijn Écrits boek (’t is besteld) van 1966 daartoe ook het essay over Poe’s Purloined Letter vooraan plaatste om duidelijk te maken dat het medium deel uitmaakt van de methode. het is de erkenning voor het onlosmakelijke talige van het denken – en de (pre)talige organisatie van het onbewuste bij Lacan (Oury) – die ons eigenlijk dwingt om de methode in de communicatie van het onderzoek te betrekken, niets minder dan de eerlijkheid, is dat, uiteindelijk.

het is begrijpelijk als misvatting maar toch ook wat tragisch dat net die mensen die deze eerlijkheid aan de dag leggen zoals Lacan en Derrida vaak charlatanerie, mystificatie en hautaine moeilijkdoenerij verweten wordt, maar bon, soit, dat soort verwijten zijn vaak enkel het probleem van degenen die ze uiten.

elkwegs: de sublimatie, zo herhaalt Oury ons vandaag [OURY 1989, p.73], is de passage van het object van verlangen naar het Ding (‘la Chose‘) en het Ding is het betekenisloze dat de inscriptie toelaat, het betekenen. want de signifiant (‘betekenaar’) is in het Saussure-schema per definitie de betekenisloze drager van de signifié (‘betekende’).

onze dagelijkse geste is uiteindelijk zo’n oefening in sublimatie: we fixeren een beweging tot een herhaalbaar spoor, een corridor, die net door de fixatie haar betekenis als spontaan gebaar verliest: het wordt niets meer dan dat wat je ziet.

de overgang van gebaar (emotioneel geladen beweging in het moment) naar geste (het gebaar geabstraheerd tot (on-tijdig?) teken met een ‘afgesproken’ betekenis) herhaalt in een labo-situatie met 1 testpersoon de genese van een betekenaar. ik vind elke dag een nieuw schrift uit bestaande uit 1 teken, met 1 betekenis die door haar uniciteit alle betekenis verliest.

de labo-situatie is natuurlijk niet zoals het werkelijk gebeurt: in de werkelijkheid kan een geste of een andere betekenaar enkel die functie krijgen door iteratie na iteratie van interpersoonlijk gebruik in (differentie)relatie tot een reeds bestaand (taal)systeem.

en die werkelijkheid is op zich een talige constructie, een fictie van het echte, dat noodzakelijk onbereikbaar blijft.

toch: mijn dagelijkse oefening heeft het voordeel dat je het keer na kaar, kan zien (en horen) gebeuren, hoe ‘artificieel’ het proces ook is. het valt nog te bezien, wat precies we zo te zien krijgen.
wat we theoretisch al dachten te kunnen besluiten (de falsifieerbare hypothese) is dat het niet anders kan dan een hoogst-individuele verzameling van hoogst-individuele betekenaars worden, waarbij er een zekere verknoping van klank, gebaar en vooraf bestaande ‘betekenis’ merkbaar zal worden.

het belangrijkste evenwel is dat we gewoon zien wat het wordt, en dat we ons net als Bernard Réquichot laten leiden tot daar waar het werk naartoe wil, los van enige vooropgestelde eisen van ‘markt’ of andersoortige ‘waarde’ .

met die reserve wel, dat als er moet uit ramen gesprongen worden, het werk dat vaneigens alleen mag doen. iedereen zijn ding è.

over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

bibliografie journal intime

ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8

ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956

BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0

BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995

BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2

CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF

CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2

CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné)

FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989

GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.

KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014

MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8

MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8

MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6

OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4

REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002

VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957

VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960

This website uses the awesome plugin.