jt 41 – il faut que ça marche ensemble – “NA NI JA NI TA”
14 april 2020
De Franse tekst vandaag komt uit een brief van Paul Klee uit 1921 geciteerd door Régine Bonnefoit [BONNEFOIT 2013]:
“Ici, dans l’atelier, je travaille sur une demi-douzaine de peintures en même temps, dessine et réfléchis à mon cours, tout ça simultanément. Car il faut que ça marche ensemble, sinon ça ne fonctionnerait absolument pas”
Paul Klee, Lettres II, 983. vert. dv: “Hier in het atelier werk ik aan een half dozijn werken tegelijkertijd, ik teken en denk na over mijn parcours en dat alles simultaan. Want het moet als geheel werken, anders zou het helemaal niet werken.”
De gletsjerbeweging noem ik dat: alles wat je doet moet samen bewegen, samen-wèrken, of er werkt niks naar behoren. Je bent één met je werk en als een gletsjer schuif je zo de zee tegemoet waar je dan op verlossing hoopt.
Dat houdt ook in dat je jouw leven en werk dient te schrijven als een roman van W.F. Hermans, da’s het soort boek waarin er geen mus van het dak kan vallen of het heeft betekenis.
Of zoals bij een gedicht, een schilderij van Paul Snoek: wat het ook is, “het moet kloppen”.
In functie van het genereren van die gletsjerbeweging moet je alles kunnen laten liggen tot de tijd rijp is. En ja, dat kan soms pas zijn tot je bijna dood bent, of het komt nooit meer boven, maar elke échte auteursfunctie vereist dat soort meedogenloos geduld, dat achterwege laten van de behoefte aan het onmiddellijke resultaat, het illusoire product als eindresultaat van een gebeuren dat zelf geen doelen kent, maar louter beweging is, een gang, een gaan op het Pad van de Wenende Nacht, dat haar sporen al dan niet wil achterlaten.
Auteurschap is voor mij in de eerste plaats bescheiden dienstbaarheid en onvoorwaardelijke trouw aan wat er door jou heen in de wereld wil komen. Dat kan behoorlijk hard zijn, bij momenten, maar alles gaat voorbij en er zijn ook momenten van complete zaligheid die mij op enige andere wijze moeilijk bereikbaar lijken. Hoe dan ook, de gave van het auteurschap impliceert voor mij meteen ook een overgave, ik ervaar dan ook meer de plichten ervan dan dat ik van enige rechten zou (willen) genieten.
Dingen die verschijnen maar waarmee je nog niets aankan, laat je achter voor een later dat misschien nooit meer komt. En wat zich wel met enige druk aanbiedt, dien je te volgen, daar je geef je uitdrukking aan op de op dat moment best mogelijke manier, ook al is het resultaat een uiterst belabberde tekening. Eerlijkheid met jezelf en trouw aan wat je voelt: je leven als auteur hangt er voor mij van af.
Het spreekt voor zich, hoop ik, ondertussen, dat elke gang in mijn hypothetisch-devolutionair wereldbeeld sowieso eindigt als afgang, een vorm van versterving. Er is in dit soort leven maar één zekerheid: die van het uiteindelijke falen.
Ik gebruik die hypothese van de kosmische devolutie dan ook om mijn gedachten te reinigen van de humane en vooral mannelijke dwang om alles in termen van doelen, strijd en overwinning te denken. Het doel van creatieve activiteit is niet een zege maar een zegen: het is niet wat je kan bereiken, tot waar je kan komen, maar het gevoel van zaligheid dat je al doende aanmaakt en toelaat, dat in mijn soort praktijk primeert.
Voor mensen als ik met al mijn heftigheid voorwaarts had en heeft dat nu eenmaal het gewenste temperende effect. Het is voor mij dus louter rationeel ook de aangewezen weg, en dat helpt want met al dat vuur in mij ben ik blijkbaar ook nog eens een neurotisch-hypercorrecte rationalist en een dwangmatige ‘systeemdenker’.
Het is niet evident om als een dv te leven.
rev. dv@CIZ
over het journal intime
-programma
pseudo-code van het programma:
gegeven:geste:
het pad van de primaire, spontane bewegingschrijfleeslus
: herhaling van de geste
die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de gestecorridor
: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlakjij, je
: een participant aan het journal intime
programma
het journal intime
is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie
);
je wordt wakker
en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
je vocaliseert daarbij het woord of de frase
als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
teken je de geste
je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus
uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza
de journal intime
routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein
rev. dv@CGM
bibliografie journal intime
ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8
ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956
BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0
BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995
BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2
CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF
CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2
CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné
)
FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989
GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.
KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014
MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8
MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8
MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6
OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4
REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002
VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957
VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960