lěng : koud
Maand: december 2019
LAIS CLXXI
Die liederen herinneren het eraan
LAIS CLXX
Nu in duizend ongedane daden
shāo: weinig, minder, missen, ophouden, zelden
LAIS CLXIX
Op het einde van haar stralen, waar tijd
duō: veel, vaak, veelvuldig, meer, bovenmaats, buitenmatig, in welke mate, veel-
LAIS CLXVIII
Asgrauw de bladeren, de bloemenhun rot op aarde braken en takkente kandelaren staan op de doemente wachten, de lijken, het inhakkenvan woord in vlees. Nijdig zij tandakken.Gelaatloos de ware staat op het groeienhaar klemmen te plaatsen en haar boeienstrak rond tere enkels en de strot te slaan.De vloek ruist in ’t schrikbarende loeienvan rouw om […]
zang ontstaat waar jouw gelaat
de lucht met liefde heeft geraakt
yī: kleding – kleden, dragen, aandoen