zài : (bevindt zich) te, (zijn) in, bestaan, bezig zijn iets te doen, (aanduiding van een gebeuren)
Maand: december 2019
LAIS CLXXXV

Zijn adem wordt haar adem zonder kus.
Bommen komen altijd op hetzelfde neer
RADIO KLEBNIKOV SINGLE 2019 – #002uit de uitzending van 28/12/2019 ‘de doden sterven niet’ tekst: Paul Snoek (De Zwarte Muze, Manteau, Brussel-A’pen- Den Haag 1967, p. 36)muziek : Max Richter – On the Nature of Daylight (Entropy) – https://www.youtube.com/watch?v=b_YHE4Sx-08 voordracht: Dirk Vekemanszangintro: Sylvia Wezemaeltechniek en mixage: Zaahne Houbrechts Boodschap – Paul Snoek Niemand gelooft mij. […]
hào: graag zien, geneigd zijn tot, vatbaar zijn voor
LAIS CLXXXIV

Als een baken boven zwarte meren
shí: uur (hoe laat het is), tijd, wanneer, uur (duur), seizoen, periode
LAIS CLXXXIII
De vrede is de vrede die in haar
tài : hoogste, grootste, te (veel), erg, buitenmatig
LAIS CLXXXII

Geen christenhond zal haar nog schamen ooit
qǐ: rijzen, verhogen, opstaan, beginnen, starten, verschijnen, lanceren

Zij sterft daadwerkelijk bij dageraadals weerschijn die de ganse nacht optilt,een rode sluier die in ’t wit vergaatAurora die het wildste hart verstilt.Het ziet zijn lusten die haar schoonheid schilt,als licht dat wreed door tijd en ruimte gaaten liefde is nu, ver van ieders haat,hoe zij ontbreken, in en aan elkaar:verzegeld wordt het niets dat […]

ài: beminnen, liefhebben, graag zien, houden van, affectie, geneigd zijn tot, neigen naar
LAIS CLXXX

In het donker woud van zijn verlangen
jīn: vandaag, modern, heden, huidig, deze, nu
LAIS CLXXIX

Er is teveel. Het schakelt storing uit:
shuǐ: water, rivier, vloeistof, drank, toeslag

Elk lijf is een lijn, ’t frêle huiveren
jiàn: zien, ontmoeten, verschijnen, interviewen
LAIS CLXXVII

Met de plagen, het verderf der woorden
LAIS CLXXVI

Toen het had haar stem gehoord die avond
LAIS CLXXV

Haar adem is zijn lucht, haar stem zijn al
gāo: hoog, groot, boven het gemiddelde, luid, uw (eerbiedig)
LAIS CLXXIV

Motten die elkander openwrijven
yǒu: hebben, er is, er zijn, bestaan, zijn
LAIS CLXXIII

Ontsloten werd hen het schemerduister
shēng: geboren worden, baren, leven, groeien, rauw, ongekookt, student
LAIS CLXXII

Op het oude pad van de afwezigheid
lěng : koud
LAIS CLXXI

Die liederen herinneren het eraan
LAIS CLXX

Nu in duizend ongedane daden
shāo: weinig, minder, missen, ophouden, zelden
LAIS CLXIX

Op het einde van haar stralen, waar tijd
duō: veel, vaak, veelvuldig, meer, bovenmaats, buitenmatig, in welke mate, veel-
LAIS CLXVIII

Asgrauw de bladeren, de bloemenhun rot op aarde braken en takkente kandelaren staan op de doemente wachten, de lijken, het inhakkenvan woord in vlees. Nijdig zij tandakken.Gelaatloos de ware staat op het groeienhaar klemmen te plaatsen en haar boeienstrak rond tere enkels en de strot te slaan.De vloek ruist in ’t schrikbarende loeienvan rouw om […]
zang ontstaat waar jouw gelaat
de lucht met liefde heeft geraakt
yī: kleding – kleden, dragen, aandoen
LAIS CLXVII

Golflagen licht gestaag hun koplampen
fēi: vliegen
LAIS CLXVI

’t Sprong weg van haar, wat in haar ogen hing
qì: lucht, gas, kwaad(heid), ergeren, geur, weer, vitale energie, Qi
LAIS CLXV

Bevrijd klimt het de berg op en het is
lái : komen, arriveren, bijkomen, sinds, volgende

Triomferend windt het zich in slierten
shēng: geboren worden, baren, leven, groeien, rauw, ongekookt, student
gevangenen van vrije wil
UPDATE : je kan vanaf nu de nieuwe RADIO KLEBNIKOV WEEKBLADEN (#18) downloaden in pdf-formaat. Op zaterdag 11/01/2020 kan je het gebruiken om mee te lezen tijdens de uitzending en later tijdens het (her)beluisteren daarvan op onze Mixcloud-account. RADIO KLEBNIKOV, het programma van de Vrije Lyriek, elke zaterdag live op Radio Scorpio tss. 18u en […]
LAIS CLXIII

Het legt de hand zoekende in haar hand
suì: variant van 歲|岁[sui4], jaar, leeftijd,soortnaam voor jaren (leeftijd) jaar, kalenderjaar (van oogsten)
LAIS CLXII

Het mist zichzelf meer dan het haar bemint
de nachtreiger daalt.schuw zijn scheurpoot haaltde zwarte vijverspiegel open, schreeuwt en ’t beeld verbrijzeld, braakt duizend zwartekevers in het aangezicht en jijlacht jouw tanden bloot van zaligheid. langs je losse haren van merinos op de glanssteen waarvan algen glijdenkruis ik het votief aan, edelzweer van je geloof in de diadeemvan je buik. ik vul de […]
wō: ik, mij, mijn