A contempler si merveilleux spectacle,
Tu anoblis la mienne indignité.
Pour estre toy de ce Siecle miracle,
Restant merveille a toute eternité,
Ou la Clemence en sa benignité,
Reserve a soy Chasteté Presidente
Si hault au ciel de l’honneur residente,
Que tout aigu d’oeil vif n’y peult venir.
O vain desir, ô folie evidente,
A qui de faict espere y parvenir.
Met het zicht van wonderlijk spektakel
verhef jij danig mijn onwaardigheid.
Jij bent van d’ eeuw een enig mirakel
en blijft een wonder in de eeuwigheid
alwaar de Mildheid in haar zaligheid
wordt beschermd door Kuisheid’s Presidentie:
zo hemels hoog houdt zij ‘r residentie
dat ’t scherpste oog niet daar kan raken.
O ijd’le lust, van waan de evidentie,
die hoopt van zijn wil een feit te maken!
(vert.dv)