Over de vijver van het park
roept de reiger, rekt zijn kreet.
Niets bevestigt verder nog
dit landschap.
Zo ontloopt het zand ons nog,
zo breekt de liefde hoog uit
één nacht ijs, stort in klater-
beken spiegelscherven scherp
op wat daar dieper naar een
schuiloord zwemt.
Zwart op zwart zink ik in inkt.
Geen steen die ik bekras heeft
plaats voor wat ik grijpen wil.
Wind verijlt de roep: troost mij,
wil mij niet ontkennen, om-
roos mij vast.
inputtekst (1992):
uit de vroege geschriften (1992-93)
- ‘het groene boekje’ geredigeerd op google docs
- alle teksten uit het blauwe boekje I op deze site
- dageraad. dagwerk 92-93
- Over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma
- Lees meer uitvoer van het ‘Gedicht van de Dag‘-programma
de teksten uit ‘het groene boekje’ zijn mee opgenomen in Rigorisme.