“In ’t dakraam toen getekend stond: de maan,zijn lach in ’t glas, die schoorsteen daar die vingin’t zwart geschreven klanken van haar naamdie daar voor even in de tijd gelijk geweven hing. Bemerk ook het ontbreken van kleur enin zijn dromen louter droefenis die nacht,en hoe dan ’s morgens de zonneprachtin Het haar licht verspreidt […]
Maand: april 2019
rondeau #2
voor Christine de Pisan van al die dode dichters hier bij mijdie spreken in en door mij heen van al die groten heeft niet een een troostend woord voor mij. in hun boeken, in hun woordenbrijvond ik niets dat mij jou waardig scheenvan al die dode dichters hier bij mij. geen woord van hen klinkt […]
de abstractie abstraheert een fictie
B26
In laaiend vuur verworpenneemt het droge blad van lucht,vuur en aarde alle kleurenin zich op en zweeft. Het krult en weegt zich al krullende af. Een roos vergeelt tot tere lijntjeswaarin nog herfstzon trilt. Wit gebald wil een strakke handals van zijde het voelenvan de hand nog raken: van wieg tot grafwacht de mens vergeefs […]
wie het zijn pakt kapt gaten in het pact
LAIS XXVI
Een speld van git bij parels kornalijn,granaat en amber, en donker diep klaartheur hals uit met van geuren een gordijnen krult een lok die wit gefonkel gaarten Het dat als een god op aard bedaardhaar zich voor zich ontdoen ziet van heur praalen uit de zijden stappen haar verhaal:de ster die in zijn woorden branden […]
LAIS XXV
Is zij het daar die Het ziet, haar blankevuur van huid verhoogd met manestralen? Zijn het in die wilde baren daar haar rankehals, haar ogen die het licht doen dralenvoor het in de nacht verdwijnt? Bepalende grond en ‘t kleed de tekening van ‘t lijf? Is haar te zoeken deel van haar verblijf? Maakt haar te zien […]
van pannenkoeken maak je nooit nog kip
1. mijn zwakte was de woede:ik noemde woede dan maar wee.het werd mij zwaar te moede:mijn noemen werd een zee. 2. de weemoed doet vermoedendat moed de wereld openbaart,maar algen willen woedenwaar de zee haar moed vergaart.