Alleen een hond kan schrijven dat ‘het schrijft’
en zich verbeelden dat het een schrijven is,
maar zelfs een vlugge schets daarvan verschrijft
zichzelf tot wie de echte schrijver is:
in wiens verbeelding nog schrijft ‘Het’ LAIS?
Ben ik het niet die zich genomen weet
en Het bedrogen drager van mijn leed?
Blijft zij dan niet voor eeuwig buiten schot
terwijl ik Het laat zeggen wat mij speet?
Ik was een ‘het’ dat ‘Het’ wou zijn: haar god.
Categorieën