1.
mijn zwakte was de woede:
ik noemde woede dan maar wee.
het werd mij zwaar te moede:
mijn noemen werd een zee.
2.
de weemoed doet vermoeden
dat moed de wereld openbaart,
maar algen willen woeden
waar de zee haar moed vergaart.
1.
mijn zwakte was de woede:
ik noemde woede dan maar wee.
het werd mij zwaar te moede:
mijn noemen werd een zee.
2.
de weemoed doet vermoeden
dat moed de wereld openbaart,
maar algen willen woeden
waar de zee haar moed vergaart.