Zich hiervan bewust met nijd in de kop
doemt de schim vaak op, weerspiegeld op straat
in ramen, of in een plas wolkt Het op
dreigend en vuil, vol onrust en haat,
afwezig bewegend, zijn dat bestaat.
De dagen zijn vreemd sinds Het in LAIS
het ware ontblootte, ’t lijk dat Het is:
een vormloos verderf dat haakt naar zichzelf
in slijmen met vleesklompen, druipende vis,
brokken die rotten van vloer tot gewelf.
Categorieën