in zonnedwarrelstof je blauwe blouse
kronkelt en jij als
vuurwater jij sprenkelt jij als jij
op het zuchtkussen hier, sist, sst
op het harde aardse daar, lost
op in dit azuur, lost, sst
jouw huid maakt in mijn handen blauw geluid
jouw huid maakt in mijn handen blauw geluid (o ja)
en speels jij hangt aan dat teenpunt jij als jij als
die zweefpantoffel te bengelen jij hangt aan
dat teenpuntertje jij hangt aan
(wollen sokken willen wollen sokken)
schud ik je
schud ik je
schud ik je ja
schud ik je je ik uit
ik uit
ik uit
(wollen sokken willen)
ik uit en weg ben je
weg ben je
ja schud ik je
ja schud ik je nee
schud je ja nee ik je
plof
in het stof
ploft in het stof,
plof
in het stof.
uit SUN(T)RA(NCE)