Het kolkt. Er stroomt lava uit de scheuren,
op de bodem barst de aarde open,
vuur wil vuur én water, vrij gebeuren.
Nu nog pluche purpert uit bezopen
monden, nijd belet van bloed het lopen
in de wrong der polsen. Nu nog slonzen
bazen met hun geld en nu nog plonzen
werkers slaafs slijm en drek op cellofaan.
Walgend ziet het zich, waar vliegen gonzen,
nog talen daar, waar het moet verder gaan.
Categorieën