Categorieën
gedicht van de dag Grafiek lyriek woordenpers

sissen

[scène: een donkere nacht in het midden van de dingen]

zijn hijgen klotst tegen het hoorbare aan
zoals olie op zee tegen een krijtrots

de zonnebloemen hielden het geen twee maanden:
rot in de pitten, honderden maden van horzels erin
de vergulde leugens in de zak bij het gelogen goud,
elk moment een loting met eendere afloop

elke hand vermorzelt elke andere hand, iedereen is te laf om onbevangen in het ik van de andere te kijken, het harde, de ondoordringbare spiegel, de unieke dood van het bouwwerf ons in het verspeelde ons van mij, mij, mij waar  ieder zich  schuilhoudt bij het gebibber daar in het genietende vrouwtje, bij de bluf en het tieren in het doolmannetje achteraan  in de bekrompen plaats, de verdwijntijd, de diepe grot van het verprutste genot

“er moet toch nog ergens een haakje zijn om mijn jas aan op te hangen”

de rimpeltjes die ze zo mooi zegt te vinden blijken meshalen te zijn
die ze jaar na jaar, maand na maand, dag aan dag door zijn verwenste gelaat had getrokken, het druipen is het druipen van haar zuur dat tergend langzaam doorbrandt in zijn krijsende lijf. hij vroeg er om, maar wie was hij, wie zij?

Izeganz :

wij spraken en jij hoorde enkel jouw gewenste stilte
wij vlogen en jij keek met nekpijn naar de grijze lucht
wij kregen kinderen en jij leerde hen hoe je de leegte

vol met ledigheid moet spellen

ik heb jou gemaakt tot wat ik wou, jij maakt mij af.
onvoorstelbaar hoeveel woorden jij nodig denkt te hebben
om niet te zeggen hoe dood je mij wel wil
om te verhullen hoe erg jouw eigen angsten zijn

en ik was bang.

jij danste als een aangereden kat jouw spasmen uit
in het dampende pek van de betalende macht,
het
neuk uzelf van het kotslaagje beschaving
op de putten in de plee en ik kon je niet helpen,
ik zag jou niet eens.

in de gapende mond van de Worm sta jij
te kelen dat het wormen zijn die niet mee
kunnen en jij hebt het geld en de heilige taak
om ze met de vodjes gedrenkt in zuur

borrelend christusbloed en de stalen borstel
van de rede te verdelgen

en ik hielp jou niet.

“je kan maar beter geen medelijden hebben” zei je

en ik begreep jou niet.

het sissen is thans Izeganz
van een plasje inkt
in de handpalm 
van een heiligenbeeld.

inputtekst (2010)

dv 2019 – “la tendresse de ses chevaux caresse son chaleur” -A6

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.