192 – stilte is het geluid dat stemmen toelaat te zingen input:
Maand: december 2018
tumult (4/4)
4. De zaal is wereldwijdhet zinledige van een zichvan zichzelf bevrijdende herinnering waarin bv. de vallende rijen toeschouwersbij nader inzien geen toeschouwerblijken te zijn, maar telkens twee spelers, een koppel dat vurig in het donker danst naasthet koppel dat danst tot het komt,danst tot het komt, het komt, heter is: kalashnikov,kalashnikov,kalashnikov. inputtekst (2010) Over het […]
voor k.j. jij rein dier, hertin de schriklichtcirkelvan mijn duisternis, jesteenpoot plomp op asfalt; lenig nog levend gevangenje ontsnapte aan de klem enhet vuur van de jagersmaar niet aan de laaiende pitvan je zelf: de oudste schrikbarende kracht van de prooidie diep in rode wolvenogenzich spiegelt en ziet wie het is; je rent in het […]
191 – doe eerst wat je moet doen om het niet langer nodig te hebben dat je moet doen wat je eerst zou moeten doen input:
tumult (3/4)
3. De jongen lacht, de ogenrusten in zijn lachen en het liedis zacht. De meiden kliederenmet losse kronkels een verhaaldwars doorheen de doodslijnin het leven. Zij zien, zij zien wat het niet ziet: het lijfdat flakkert in de strakke loop van de ontkenning, zijn ‘wij’ dat er geen is. inputtekst (2010) Over het ‘Gedicht van […]
190 – schrap nu van de controle ook het hebben input:
tumult (2/4)
Er is geen er. Niets wil dit denken als een daad. Het gebeuren schrapt het schrijven ook en gebeurt, hetspreekt, maar het ontgaat. Verschrikkelijke schoonheidstaat er in het razen van verandering geschreven, hier. Stond. Daar had je het, waar iets haar krasherhaalt. Onafwendbaar schraptdit antwoord hetuit zinnen ‘wiehoudt er nog van mij?’. Wat er zou […]
189 – de aard van de a schuilt in haar aanvang input:
tumult (1/4)
1. Er welt nutoch een traan, de vaart lijkt uit het vegen weg. Haar ziel verpatst haar ziel aan objectieven: prikjesop de markten van plezier. Ze hult zich lachend in Kasjmir. Een huilebalk op naaldhakken, blindte stampvoeten staat in het hooi, het rubberin aanslag. Stond. Daar. Die bibberkont. Alleen de koude op haar tongwas niet […]