Er is geen er.
Niets wil dit denken als een daad. Het
gebeuren schrapt het schrijven ook en gebeurt, het
spreekt, maar het ontgaat. Verschrikkelijke schoonheid
staat er in het razen van verandering
geschreven, hier. Stond.
Daar had je het, waar iets haar kras
herhaalt. Onafwendbaar schrapt
dit antwoord het
uit zinnen ‘wie
houdt er nog van mij?’.
Wat er zou moeten zijn,
wat er zou moeten zijn,
is niets dan ergernis, lijden
en tumult.