voor k.j. en l.t., twee grote zottinnen
mijn ogen zeggen duidelijk
wat ik er eigenlijk van denk.
mijn lippen staan als letters stijf
van ‘ik zal maar beter zwijgen’.
mijn grote oren tonen gloed
van mijn genadeloos gedacht.
toch maak ik mij daarom geen zorgen
want hier te lande wordt geeneen gedicht
neen, zelfs niet mijn gezicht
door iemand ooit publiek gelezen.