ik wil de pegels waterval wel zien bijten
in jouw opgewekte koude. ik wil gaarne
de klanken van het zogenaamde zien
verstarren tot de letters l – i – e – f – d – e,
hoe jij vuur en lichten dooft omdat de nacht
jouw lippen siert met het vercijferde.
ik wil het ruisen ook nog horen, hoe jouw
beenderen als gruis en jouw laatste grijze
haar door de levenloze ruimte suist.
ik wil je mij wel zien ontkennen, en dat je
niets van mij ontving, en dat ik niet jouw lijf
met puur genot aan zonnestralen niette. de styx
is niet de styx, maar wat ik voel blijft echt
en blind tot ver voorbij die vast vertelde tijd.