de vliegenmoeder heeft vannacht
de namen van de maan verslonden.
de klanken van de letters zakken
uit de scheuren in haar huid. er is
ellips van handen, mergeltand en
brand van haar. het roet bedekt
het gras in perken, een laagje as
vleit zich op de poedersneeuw.
beurse kopers willen goden kopen,
wervelwinden gooien hen de hemel
in. in vuur verpakt, met zwarte ogen
de oude dronkaards vallen in een veld
van slangen. neerwaarts glijdt de zanger
van het dubbelglas, strepen bloed
en uitgerukte vingernagels volgen
hem, en grijze schilfers, slijm en kwijl
vlokken vol herinnering.